Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Hubert MARCQarchitect1894

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neogotiek

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 14082
lees meer

Beschrijving

Ensemble van vier huizen volgens spiegelbeeldschema in neogotische stijl, n.o.v. arch. H. MARCQ, 1894.

Twee bouwlagen (nr. 21 met souterrain) en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (leien). Baksteenbouw op gebosseerde sokkel met schaarse verwerking van hardsteen voor lateien, afzatenAflopend bovenvlak van een dorpel. en korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Gevels verticaal geritmeerd door liseenpartijen.

Jonniauxstraat 15 (foto 1994).

Nr. 15. In linkertravee twee kruisvenstersVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld. gevat in een oplopende nis met tudorboogbekroning; borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. verlevendigd door friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). in metselmozaïek. Rechthoekige paneeldeur met bovenvenster en flankerend kruisvensterVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld. ingeschreven in een tudorboog ; in tweede bouwlaag kruisvensterVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld. met op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. smalle friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). in overhoeks metselverbandWijze waarop bakstenen aan de buitenzijde van een muur zijn gerangschikt.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op begane grond met glas-in-loodversiering ; in boogveldenEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …). decoratief metselmozaïek. Gevelbeëindiging door architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden. in overhoeks metselverbandWijze waarop bakstenen aan de buitenzijde van een muur zijn gerangschikt., friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. met saterkopvulling. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop.. In mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. twee dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. waaronder één met tentdak en windveer en één met schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde..

Jonniauxstraat 17 (foto 1994).

Nr. 17. Haast identieke opstand en decoratie als bij nr. 15, doch in spiegelbeeldverband. Voorts deur met bovenvenster en flankerend kruisvensterVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld. gevat in een korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. i.p.v. tudorboog.

Jonniauxstraat 19 (foto 1994).

Nr. 19. In eerste bouwlaag linkertravee verlicht door rondboogvenster waarboven boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. op smalle korbeeltjes, rechts houten paneeldeur met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. en flankerend smaller rondboogvenster gevat in een korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen.; venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met vorktracering boven de tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.. In tweede bouwlaag twee korfboogvensters met op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. decoratief metselmozaïek met waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. Dito gevelbeëindiging als bij nr. 15 en 17. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met twee dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken..

Jonniauxstraat 21 (foto 1994).

Nr. 21. Door bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). belijnde onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. waarin breed en smal getralied souterrainvenster. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. in licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met kruis- en T-venster gevat in een oplopende nis met steekboogbekroning; vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van eerste bouwlaag onder arduinen latei en boogveldEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …). in metselmozaïek. In linkertravee houten paneeldeur met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden., bovenvenster en flankerend rondboogvenster; het geheel ingeschreven in een steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster.. In tweede bouwlaag steekboogvenster. Borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van tweede bouwlaag verlevendigd door casement in metselmozaïek. Dito gevelbeëindiging als bij nr. 15, 17 en 19.