Typologie(ën)
appartementsgebouw
garage
parkeertoren
garage
parkeertoren
Ontwerper(s)
Jean DELHAYE – architect – 1955
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Modern classicisme
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2011-2013
id
Urban : 21357
Beschrijving
Modernistisch complex met garage met woonst, in bouwblok gelegen parkeertoren en appartementsgebouw, n.o.v. architect Jean Delhaye, 1955.
Boondaalsesteenweg nr. 545-549. Toegangsgebouw met drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Benedenverdieping met brede poorten en centraal beglaasde metalen deur tussen kwartronde pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) en onder gevelbrede betonnen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. met glasdallen. Verdiepingen in bruine baksteen; trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. achter smal en hoog vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., zijtraveeën met hoog vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van tweede bouwlaag; geheel U-vormig afgelijnd met betonnen band. Metalen schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... met roeden bewaard, behalve in hoogste bouwlaag.
Interieur
Twee inritten (2 x 6 m) leiden naar één van de vier platforms van achterliggende parkeertoren. Voormalige auto-onderhoud- en herstelplaats op eerste verdieping is bereikbaar via een bijkomende inrit. Helemaal boven is een twee slaapkamerappartement voor de uitbater ervan ondergebracht. Beiden toegankelijk via centraal trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht..
![[i]Résidence Le Coliseum[/i], doorsnede en grondplan ([i]La Maison[/i], 6, 1957, p. 183).](/medias/500/buildings/10500420_0545_W01.jpg)
Binnen bouwblok gelegen betonnen cilindervormige parkeertoren met diameter van 39 meter en ongeveer 12 hoog. Door niveauverschil tussen beide wegen en stedenbouwkundige voorschriften slechts 2,75 meter bovengronds. Cilinder bevat 4 platforms met telkens 25 garageboxen van 6 x 3,3 meter. Per platform centrale circulatievlak van 26 meter diameter met centrale lichtkoker van 8 meter diameter onder verhoogde betonnen koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. met ronde glasdallen. Bijkomende verlichting en verluchting door openvallende ramen.
Generaal Geneesheer Derachelaan nr. 132. Appartementsgebouw met vijf bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Hardstenen benedenverdieping met twee portieken1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert., links naar parkeertoren en rechts naar appartementen, en centraal vierlicht. Verdieping in baksteen; venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. per traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in dezelfde omlijsting en van elkaar gescheiden door hardstenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..
Achteraan perceel fietsenstalling en toegang tot parkeertoren via trap en lift.
Boondaalsesteenweg nr. 545-549. Toegangsgebouw met drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Benedenverdieping met brede poorten en centraal beglaasde metalen deur tussen kwartronde pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) en onder gevelbrede betonnen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. met glasdallen. Verdiepingen in bruine baksteen; trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. achter smal en hoog vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., zijtraveeën met hoog vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van tweede bouwlaag; geheel U-vormig afgelijnd met betonnen band. Metalen schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... met roeden bewaard, behalve in hoogste bouwlaag.
Interieur
Twee inritten (2 x 6 m) leiden naar één van de vier platforms van achterliggende parkeertoren. Voormalige auto-onderhoud- en herstelplaats op eerste verdieping is bereikbaar via een bijkomende inrit. Helemaal boven is een twee slaapkamerappartement voor de uitbater ervan ondergebracht. Beiden toegankelijk via centraal trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht..
![[i]Résidence Le Coliseum[/i], doorsnede en grondplan ([i]La Maison[/i], 6, 1957, p. 183).](/medias/500/buildings/10500420_0545_W01.jpg)
Binnen bouwblok gelegen betonnen cilindervormige parkeertoren met diameter van 39 meter en ongeveer 12 hoog. Door niveauverschil tussen beide wegen en stedenbouwkundige voorschriften slechts 2,75 meter bovengronds. Cilinder bevat 4 platforms met telkens 25 garageboxen van 6 x 3,3 meter. Per platform centrale circulatievlak van 26 meter diameter met centrale lichtkoker van 8 meter diameter onder verhoogde betonnen koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. met ronde glasdallen. Bijkomende verlichting en verluchting door openvallende ramen.
Generaal Geneesheer Derachelaan nr. 132. Appartementsgebouw met vijf bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Hardstenen benedenverdieping met twee portieken1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert., links naar parkeertoren en rechts naar appartementen, en centraal vierlicht. Verdieping in baksteen; venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. per traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in dezelfde omlijsting en van elkaar gescheiden door hardstenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..
Achteraan perceel fietsenstalling en toegang tot parkeertoren via trap en lift.
Bronnen
Archieven
GAE/DS 41-545-549.
Tijdschriften
‘Garages. Architecte Jean Delhaye', Habitat-Habitation, 6-7, 1957, pp. 81-82.
‘Le complexe de garages “Le Coliseum”, à Ixelles. Architecte: Jean Delhaye', La Maison, 6, 1957, pp. 183-184, 188.