Koninklijke Militaire School
Renaissancelaan 27, 28, 29, 30, 31, 32, 33
Leonardo da Vincistraat 1, 5, 7, 9, 11
Hobbemastraat 2, 8
Kortenberglaan 115
Typologie(ën)
kapel
school
school
Ontwerper(s)
Henri MAQUET – architect – 1895-1913
VAN DIEVOET – architect – 1895-1913
AR-TE (ASSAR SA & TEAMS SA) – architectenbureau – 1994-2008
Stijlen
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreiding Oost (Apeb - 2006-2009)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2009
id
Urban : 18557
Beschrijving
Groot militair complex, in 1895 begonnen en in 1913 voltooid, in de monumentale neoclassicistische stijl die kenmerkend was voor het bewind van Leopold II. Het geheel werd tussen 1996 en 2008 gerenoveerd.
Geschiedenis
De Militaire School werd bij K.B. van 07.02.1834 opgericht op initiatief van koning Leopold I, die de organisatie ervan toevertrouwde aan generaal Jean Chapelié, een militair van Franse afkomst. Oorspronkelijk was ze gevestigd in de Naamsestraat (nr. 4-12), in de voormalige abdij van Koudenberg. In 1874 verhuisde de school en vestigde zich op het terrein van de voormalige abdij van Terkameren. In deze lokalen werd tevens de Krijgsschool gevestigd die bij K.B. van 12.11.1869 was opgericht en bestemd was voor de stafofficieren. Omwille van plaatsgebrek en de slechte staat van de gebouwen, ging de school een tiental jaar later op zoek naar een nieuwe locatie.
In de jaren 1900 vestigde de Koninklijke Militaire School zich in een uithoek van de Noord-Oostwijk, op een groot terrein tussen de Renaissancelaan, de Leonardo da Vincistraat, de Kortenberglaan en de Notelaarsstraat en Hobbemastraat. Dit terrein, dat veel uitgestrekter was dan de vorige locaties, was aanvankelijk niet voor deze functie bestemd. Het rooilijnenplan van architect Gédéon Bordiau, goedgekeurd bij K.B. van 20.12.1875, voorzag immers op deze plaats zeven huizenblokken aangelegd volgens dambordpatroon. Dankzij een doelbewuste verwervingspolitiek en onderhandelingen die het toenmalige Ministerie van Oorlog voerde met de Stad Brussel, werden deze verschillende huizenblokken samengevoegd tot één groot terrein.
Alles begon in 1889. De stad maakte zich zorgen over de trage ontwikkeling van de Noord-Oostwijk en uitte de wens dat de Militaire School zich in de Renaissancelaan zou vestigen om de ontplooiing van de wijk te bevorderen. Daarom stelde ze aan het Ministerie van Oorlog voor om meerdere terreinen die ze in drie op het plan van Bordiau voorziene huizenblokken bezat, gratis ter beschikking te stellen. Deze terreinen aan de Renaissancelaan kwamen overeen met de zuidelijke helft van de huidige Militaire School. De staat moest dus zelf nog de terreinen die in privéhanden waren of toebehoorden aan de 'Hospices et Secours de la Ville de Bruxelles', verwerven.
De locatie, aan de poorten van de stad, in de nabijheid van de Nationale Schietbaan die in 1889 op het plateau van Linthout, aan de huidige Reyerslaan werd ingehuldigd, kreeg de goedkeuring van het Ministerie van Oorlog. In 1890 echter, oordeelde de minister dat de voorgestelde oppervlakte niet volstond. Hij vroeg om uitbreiding van het terrein in de richting van het noorden met drie andere huizenblokken. Op één daarvan, gelegen langs wat de Van der Goesstraat zou worden, moest de Krijgsschool komen.
Tijdens de gemeenteraadszitting van 09.06.1890 stemde de stad toe om de gronden die ze bezat op het hele door het ministerie gevraagde terrein tussen de Renaissancelaan en de Van der Goesstraat, gratis af te staan. In 1895 bevestigde de minister van Oorlog definitief de keuze van deze locatie. Daarop werd een vestigingsplan opgesteld en werd een wedstrijd georganiseerd voor het ontwerp van de gevels van de gebouwen, waaraan elf kandidaten deelnamen. Een gevelontwerp gesigneerd door architect Henri Van Massenhove en gedateerd met 1902 is bewaard gebleven. Uiteindelijk werd Henri Maquet, architect van koning Leopold II belast met de architectuur van de gebouwen.
In 1899 verwierf het Departement van Oorlog de noordelijke punt van de huidige site, op de hoek van de Kortenberglaan en de Notelaarsstraat. Daarop werd bij collegiaal besluit van 02.10.1899 de Van der Goesstraat afgeschaft. In datzelfde jaar werd het vestigingsplan, gesigneerd door de technische dienst van de Genie, architect Van Dievoet en commandant Dubuisson, voorgelegd aan de stad. Het werd op 14.11.1900 bij ministerieel besluit goedgekeurd.
Voor de architectuur van het complex inspireerde Henri Maquet zich op de École militaire de Paris, in de 18e eeuw ontworpen door architect Jacques Ange Gabriel. Het was van begin af aan goed uitgerust met onder meer centrale verwarming, laboratoria en moderne installaties voor sportbeoefening en voor de cavalerie. In 1909 werden de nieuwe lokalen in gebruik genomen. De werken duurden voort tot in 1913.
Het jaar daarop werden de gebouwen opgevorderd door de Duitsers en de school sloot haar deuren. Op 16.11.1918 vertrokken de Duitsers nadat ze alle voorzieningen en installaties in de lokalen hadden gesloopt. De school heropende officieel op 08.12.1919.
Tijdens het interbellum kenden de wetenschappelijke installaties, en dan vooral de fysica- en scheikundelaboratoria, een sterke ontwikkeling. Naar aanleiding van zijn honderdjarig bestaan in 1935, mocht de school het epitheton Koninklijk aan zijn naam toevoegen. De benaming Koninklijke Militaire School werd bekrachtigd bij K.B. van 14.01.1936.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de gebouwen opnieuw door de Duitsers opgevorderd en werden bij hun vertrek eens te meer de installaties gesloopt of meegenomen. Wanneer de school in 1946 haar deuren weer opende, werd het onderwijs vernieuwd en werden de wetenschappelijke installaties grondig gemoderniseerd.
In de loop der jaren werden verschillende verbouwings- en vernieuwingswerken ondernomen. In 1962 werd aan de zuidkant van de manege een ‘centrum voor kernwetenschap' ingericht.
Op het einde van de jaren 1980 was er dringend nood aan een grondige renovatie. De infrastructuur was immers sterk verouderd, de gebouwen waren vervallen en niet aangepast aan moderne behoeften. Er was ook sprake van een acuut plaatsgebrek. Tussen het begin van de 20e eeuw en de jaren 1990 was het aantal leerlingen immers gestegen van 450 naar 800, en dus bijna verdubbeld. Daarnaast verliet de voormalige Krijgsschool – die in 1978 was omgedoopt in Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie – in 1991 de locatie om zich in Laken te vestigen in de voormalige Koninklijke Cadettenschool. Dit maakte een reorganisatie van de ruimten noodzakelijk.
Op 01.07.1991 lanceerde de krijgsmacht een architectuurwedstrijd voor de herstructurering van de Koninklijke Militaire School. Het doel was het ontwerpen van een globaal voorstel voor de renovatie van de gebouwen met een architecturale waarde en de vervanging van andere.
Er namen negen studiebureaus deel aan de wedstrijd. Het studiebureau TRACTEBEL DEVELOPMENT N.V. samen met de architectenassociatie AR.TE (ASSAR N.V., TEAMS N.V.), werd als laureaat gekozen. De bouwtoelating werd in 1994 afgeleverd. De werken werden gespreid tussen 1996 en 2008, om de continue werking van de school te verzekeren.
Tegelijkertijd werden zeven gebouwen van het complex beschermd bij Gewestelijk Besluit van de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 23.03.1994.
Inplanting
Oorspronkelijk was het terrein in vier kwartieren verdeeld. Het grootste, dat van de Militaire School met ingang in de Renaissancelaan, besloeg grosso modo het zuidelijk gedeelte van het terrein. De andere drie lagen op het noordelijk gedeelte: dat van de Applicatieschool, toegankelijk via het nr. 11 van de Leonardo da Vincistraat, dat van de Krijgsschool op het nr. 115 van de Kortenberglaan en het kwartier van de Cavalerie aan de Notelaarsstraat en Hobbemastraat.
De cadetten volgden een cursus van twee jaar aan de Militaire School en dan twee en een half jaar aan de Applicatieschool. De Krijgsschool was voorbehouden voor stafofficieren. De Cavalerie stond ter beschikking van de drie scholen en van het personeel ervan.
Kwartier van de Militaire School
Langs de Renaissancelaan stonden drie gebouwen. Het centraal gelegen hoofdgebouw (B) bestond op de benedenverdieping uit kantoren, twee examenzalen, een leeszaal en een bibliotheek. Een eretrap leidt naar de eerste verdieping waar zich nog steeds het kantoor van de generaal die aan het hoofd staat van de school, een groot auditorium en de kapel bevinden.
In de zijgebouwen (A en C) bevinden zich telkens vier dienstwoningen met privétuin. In vleugel A verbleven oorspronkelijk de commandant en de tweede commandant van de school, de kapitein-instructeur en de adjunct officier-instructeur. In vleugel C verbleven de studiedirecteur, de betaalofficier, de studie-inspecteur en de arts.
Achter gebouw B ligt het rechthoekige ereplein. Oorspronkelijk was dit aan de kant van de Hobbemastraat begrensd door de ziekenboeg van de leerlingen (H) en zijn tuin.
Achter het ereplein lagen vier blokken voor de kadettten (D, E, F en G) rond het grote, zogenaamde plein van de Militaire School. Op de benedenverdieping van de parallelle blokken E en G bevonden zich respectievelijk de refter, die met de keukens in het souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. in verbinding stond, en de overdekte recreatiezaal. In blok D was een schermzaal, een wapenzaal, een leeszaal en een speelzaal. In blok F waren auditoria, en scheikunde- en fysicalaboratoria ondergebracht. Op de eerste verdieping van de vier gebouwen waren kantoren, auditoria en studiezalen. De slaapzalen voor de cadetten lagen op de tweede verdieping.
Langs de kant van de Leonardo da Vincistraat en Hobbemastraat lagen de gebouwen K en I. In gebouw K dat van gebouw E was gescheiden door het binnenplein van de wasserij, waren de ondergeschikte functies van de school ondergebracht. Aan de noordkant grensden aan deze vleugel machinekamers en stookruimten en ook een overdekt zwembad. Gebouw I was van gebouw G gescheiden door het gymnastiekplein. Op de benedenverdieping bevond zich hier een gymnastiekzaal en op de verdieping een tekenzaal.
Kwartier van de Applicatieschool
Rond de tuin van de Applicatieschool liggen vier gebouwen. In gebouw M, op nr. 11 van de Leonardo da Vincistraat bevonden zich onder meer de eetzaal, de rookzaal, de examenzaal en schermzaal. De drie andere gebouwen (O, P en Q) hadden op de benedenverdieping studiezalen, auditoria en kantoren. Op de verdiepingen lagen de slaapkamers van de cadetten. Parallel aan blok O, aan de kant van de militaire school, lag gebouw N, met de musea voor mechanica, artillerie, constructie, vestingbouw en geologie.
Kwartier van de Krijgsschool
Op nr. 115 van de Kortenberglaan ligt het hoofdgebouw van de Krijgsschool (R), waarin de leiding van deze instelling was ondergebracht, naast een bibliotheek, leeszaal, kantine en rookzaal van de leerling-officieren. Oorspronkelijk lagen drie andere gebouwen rond een tuin: in het zuiden de klaslokalen (S), in het noorden de stallingen (U); in het oosten een klein gebouw met centrale portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. (T) dat als dienstgebouw fungeerde.
Kwartier van de Cavalarie
Het kwartier van de Cavalerie lag aan straatzijde op het noord-noordoostelijk gedeelte van het terrein. In het gebouw Z in de Kortenberglaan waren dienstruimten ondergebracht. De stallingen (X en Y) lagen langs de Notelaarsstraat en Hobbemastraat, grenzend aan het binnenplein van de Cavalerie. In het meer zuidwaarts gelegen gebouw V was de manege, van de Applicatieschool gescheiden door een rijbaan, een openluchtmanege met hindernissen.
Beschrijving
De sobere en monumentale gebouwen van de Militaire School zijn geïnspireerd door de antieke architectuur, maar bezitten ook zekere typische elementen van de tijd van Leopold II. Hoewel de gevels verschillen, hebben ze gemeenschappelijk kenmerken: centraal of lateraal gegroepeerde uitspringende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. waarvan sommige tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. of onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. of frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Op sommige gebouwen zorgen trofeeënNabootsing van oorlogs- of jachttrofeeën die oorspronkelijk werden opgehangen; later veelal als zuiver decoratief motief gebruikt met dezelfde onderwerpen of uitgebreid met zinnebeelden van de kunsten, de ambachten,… voor een martiaal aspect.
Met uitzondering van de meer prestigieuze gebouwen aan de Renaissancelaan, hebben de verschillende vleugels bakstenen gevels met hardstenen elementen. De meeste hebben drie bouwlagen onder een schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde., vaak met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en schouwen. Het interieur van de vandaag nog bestaande gebouwen werd grondig gerenoveerd en het schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... werd vervangen.
Kwartier van de Militaire School
De gevels van de gebouwen A, B en C aan de Renaissancelaan zijn bijzonder verzorgd en monumentaal. Ze zijn volledig uitgevoerd in Franse steen. De gebouwen met twee en een halve bouwlaag zijn symmetrisch geordend. De centrale vleugel is bijzonder groot en met de twee lagere zijvleugels verbonden via een volume van één bouwlaag met telkens een ingang.
De traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) zijn volgens een klassieke ordonnantie regelmatig geritmeerd. Benedenverdieping met uitwaaierende schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en rondboogvormige muuropeningen. Op verdiepingen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gevat in inspringende omlijsting. In tweede bouwlaag borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met balustersVaasvormige spijl van een borstwering.. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. bekroond met attiekbalustrade. Rijke ornamentatie met sleutels met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., panelen met trofeeNabootsing van oorlogs- of jachttrofeeën die oorspronkelijk werden opgehangen; later veelal als zuiver decoratief motief gebruikt met dezelfde onderwerpen of uitgebreid met zinnebeelden van de kunsten, de ambachten,… of guirlande. Bewaarde deuren.
In gebouwen A en C telkens vier woningen. Aan de kant van de laan tellen ze acht traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), of twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) per woning; laterale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en met balkon op dubbele consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Centrale woningen telkens met deur in voorgevel; twee andere met ingang in zijgevel.
Drie centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van gebouw B in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met ingang; gehouwen sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. met trofeeNabootsing van oorlogs- of jachttrofeeën die oorspronkelijk werden opgehangen; later veelal als zuiver decoratief motief gebruikt met dezelfde onderwerpen of uitgebreid met zinnebeelden van de kunsten, de ambachten,…; impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met waaiervormig metalen motief. Aan zijkanten op sokkel twee beelden van beeldhouwer Pierre Braecke: de godin en de god van de oorlog: links Minerva met een zwaard en rechts Mars met een staf bekroond met een staande leeuw. Sculpturen bekroond met een medaillonRonde of ovale cartouche. waarin gestileerd monogram van Leopold II: twee tegenover elkaar staande letters ‘L' onder een kroontje. Op verdiepingen monumentale zuilen met Ionisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.; laterale zuilen dubbel; bekroond door hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met inscriptie ‘ECOLE MILITAIRE' onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. TimpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. met bas-reliëf van beeldhouwer Jean Hérain, voorstelling: ‘Onder bescherming van Mars doet België beroep op vaderlandsliefde, kunsten en wetenschappen om de leiders van zijn legioenen te vormen' (Histoire de l'École militaire. 1834-1934, p. 109).
De achtergevel en zijgevels van gebouw B hernemen in vereenvoudigde vorm de indeling van de voorgevel. De rechterzijgevel, waarachter het koor van de kapel ligt, is deels blindZonder opening; blind venster, schijnopening..
Het interieur van gebouw B is goed bewaard. Het gebouw wordt doorkruist door twee gangen onder tongewelf; de gang in het verlengde van de ingang is berijdbaar, de andere ligt parallel aan de voorgevel. In het midden van het gebouw kruisen de gangen elkaar en vormen daar een hal onder een rond vlak plafond, geritmeerd door zuilen met Ionisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. onder een hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Hierop rusten rondbogen met daartussen met trofeeënNabootsing van oorlogs- of jachttrofeeën die oorspronkelijk werden opgehangen; later veelal als zuiver decoratief motief gebruikt met dezelfde onderwerpen of uitgebreid met zinnebeelden van de kunsten, de ambachten,… gehouwen zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is.. De plafondschildering herinnert aan de veldslagen van de Eerste Wereldoorlog. Een in 1922 ingehuldigd gedenkteken is gewijd aan de professoren en leerlingen die tijdens deze oorlog voor het vaderland sneuvelden. Het werd ontworpen door beeldhouwer Jacques Marin en architect Caluwaers en bestaat uit vier, op de hoeken geplaatste bronzen platen; op drie daarvan staan de namen van de gesneuvelden, de vierde is een reliëf van een allegorische figuur.
Op het einde van de linkergang bevindt zich een eretrap. Deze is van wit marmer en rechthoekig en ontworpen naar het voorbeeld van die van de École militaire van Parijs. In de metalen leuning is het monogram van Leopold II verwerkt. Op de muren een tweetalige eervolle vermelding, die door koning Albert I na de Eerste Wereldoorlog aan de school werd toegekend. Op de verdieping zijn de ruimten tussen de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. versierd met trofeeënNabootsing van oorlogs- of jachttrofeeën die oorspronkelijk werden opgehangen; later veelal als zuiver decoratief motief gebruikt met dezelfde onderwerpen of uitgebreid met zinnebeelden van de kunsten, de ambachten,…, terwijl de keellijst van het plafond beschilderd is met blazoenen. Op de muur tegenover de trap bevinden zich gedenktekens ter ere van generaal Eugène Cuvelier, ontworpen door Jacques Marin, en van luitenant-generaal Georges Leman, ontworpen door César Scroutels.
Het grote auditorium, op de eerste verdieping is in neoclassicistische stijl. De muren zijn geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met Ionische kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. onder een hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. In het oosten en westen een tribune met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Podium in het noorden geflankeerd door nissen. Plafond met keellijst en bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. De zaal was oorspronkelijk ingericht met houten lessenaars.
De kapel is eveneens in neoclassicistische stijl. Ze is aan drie kanten afgeboord met een tribune met balustradeHekwerk van spijlen of balusters., naar analogie met kapellen in sommige Franse kastelen. De ruimte wordt geritmeerd door zuilen en pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., die van eerste bouwlaag met Ionisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen., die van tribune composiet. Plafond met keellijst met medaillonsRonde of ovale cartouche.. Houten preekstoel op zuilvormige sokkel. Gebrandschilderde ramen ontworpen door Spreters. Die van eerste bouwlaag met voorstellingen van heilige militairen of de patroonheiligen van verschillende wapens: Sint-Joris, Jeanne d'Arc, Karel de Grote, Sint-Michiel, Sint-Maarten, Sint-Ludovicus, Sint-Barbara en Sint-Mauritius. Die van de tweede bouwlaag met trofeeënNabootsing van oorlogs- of jachttrofeeën die oorspronkelijk werden opgehangen; later veelal als zuiver decoratief motief gebruikt met dezelfde onderwerpen of uitgebreid met zinnebeelden van de kunsten, de ambachten,…, en het centrale glasraam van het koor met de Christusfiguur.
Op het ereplein staan twee bustes: in het oosten een in 1866 door Charles Van Pemberg ontworpen bronzen beeld van generaal Jean Chapelié, oprichter van de school; in het westen een door Charles-Auguste Fraikin ontworpen buste van generaal Jean-Baptiste Liagre.
Traveeën van Blokken D, E, F en G met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..
Aan de kant van het plein bevindt zich in de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van blok F, de ingang voorafgegaan door enkele traptreden; stenen dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met ingewerkt horloge.
Centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van lange gevels van blok D geflankeerd door stenen kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; stenen dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..
In benedenverdiepingen van parallelle blokken E en G respectievelijk refter en overdekte recreatieruimte. Ze waren identiek ingedeeld met twee rijen zuilen onder een cassetteplafond.
De Gebouwen K, H en I werden gesloopt. Het zwembad in gebouw K was overdekt met een zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met metalen gebinte. Gebouw H, met de ziekenboeg, was een klein gebouw met twee bouwlagen met aan tuinzijde twee laterale vooruitspringende volumes, met elkaar verbonden door een metalen galerij met dunne zuilen. In het noordelijk gedeelte van gebouw I bevond zich een gymnastiekzaal met wandrekken en een tribune, onder een hoog mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met zichtbaar gebinte. In het zuidelijk gedeelte lag een tekenzaal onder tongewelf en met amfitheater met trappen.
Kwartier van de Applicatieschool
Gebouw M, gelegen aan de Leonardo da Vincistraat, telt twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder een mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Laterale en centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en onder tentdak. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., sommige ter vervanging van oorspronkelijke œils-de-bœuf.
Verzorgde voorgevel. Benedenverdieping van traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. in hardsteen; venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op verdieping onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met gehouwen timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met balustersVaasvormige spijl van een borstwering.. In het midden klein terras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. bekroond met vuurpotOrnament in de vorm van een vuurpot.. Centrale uitsprong bekroond met attiekbalustrade; stenen dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. rustend op twee kariatidenOndersteuning in de vorm van een vrouwenfiguur, hetzij met onderlichaam, hetzij met taps toelopende pijler of pilaster (herme).. Laterale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. versierd met trofeeNabootsing van oorlogs- of jachttrofeeën die oorspronkelijk werden opgehangen; later veelal als zuiver decoratief motief gebruikt met dezelfde onderwerpen of uitgebreid met zinnebeelden van de kunsten, de ambachten,…. Bewaarde dubbele vleugeldeur.
In midden van achtergevel, thans muuropening zonder schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... onder brede I-balkIJzeren latei met I-profiel.; stenen dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken en gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., geflankeerd door œils-de-bœuf. Uiterste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en op benedenverdieping met dubbel kruisvensterVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld..
De gebouwen O, P en Q hebben strengere gevels. Hun daken zijn gerenoveerd en de dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. zijn vervangen door dakvlakvenstersIn het dakvlak ingewerkt venster.. Op benedenverdieping dubbele kruisvenstersVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld.. Gebouw P aan de kant van het plein met hardstenen dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met horloge onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..
Het gebouw van de musea (N) werd gesloopt en wordt thans ingenomen door een binnenplaats.
Kwartier van de Krijgsschool
Gebouw R is het enige nog bestaande oude gebouw. Het heeft twee bouwlagen onder een mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. De gevel aan de kant van de Koudenberglaan is de meest verzorgde: hardstenen schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op de benedenverdieping en verdiepingen in witte baksteen en hardsteen. Op de vier hoeken pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. in witte baksteen en hardsteen.
In het midden van voor- en achtergevel, drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. onder tentdak; op benedenverdieping ingang en op verdieping drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..
Sokkel van voorgevel met rustica. Op verdieping borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met balustersVaasvormige spijl van een borstwering.. In centraal gedeelte laterale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. bekroond met trofeeNabootsing van oorlogs- of jachttrofeeën die oorspronkelijk werden opgehangen; later veelal als zuiver decoratief motief gebruikt met dezelfde onderwerpen of uitgebreid met zinnebeelden van de kunsten, de ambachten,…; boven ingang schild met de kop van Gorgo; centraal drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met klein terras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.; frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. versierd met een schild met het monogram van Leopold II omgeven door een lauwerenkrans. FrontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. bekroond met hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). waarin de vermelding ‘ECOLE de GUERRE', onder een gehouwen trofeeNabootsing van oorlogs- of jachttrofeeën die oorspronkelijk werden opgehangen; later veelal als zuiver decoratief motief gebruikt met dezelfde onderwerpen of uitgebreid met zinnebeelden van de kunsten, de ambachten,…. Attiekbalustrade doorbroken door dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Bewaarde deur.
In midden van achtergevel thans muuropening zonder schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... onder brede I-balkIJzeren latei met I-profiel.. DrielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. bekroond met uurwerk. Drie œils-de-bœuf, waarvan grootste onder trofeeNabootsing van oorlogs- of jachttrofeeën die oorspronkelijk werden opgehangen; later veelal als zuiver decoratief motief gebruikt met dezelfde onderwerpen of uitgebreid met zinnebeelden van de kunsten, de ambachten,…. Laterale dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. thans vervangen door dakvlakvenstersIn het dakvlak ingewerkt venster..
Het kleine portiekvormige dienstgebouw (T), werd verplaatst naar de Hobbemastraat nr. 8 en fungeert vandaag als ingang van de school.
Kwartier van de Cavalerie
Dit kwartier is volledig verdwenen. De stallen hadden topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. De manege was een groot gebouw onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met grote venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..
Renovatie
Tegelijkertijd met het renovatieproject dat in 1991 van start ging, werd een procedure voor bescherming van zeven gebouwen opgestart, die in 1994 was afgerond. Ze betrof de totaliteit van de gebouwen A, B en C, het plein van de Militaire School en ook de gevels van blokken D, E, F en G, die hierop uitkomen.
De renovatie van het complex begon in 1996. Naast de beschermde gebouwen, werden ook de blokken M, O, P, Q en R bewaard. De andere werden vervangen door nieuwbouw in postmodernistische stijl. Met hun bakstenen gevels en repetitief karakter proberen deze te harmoniëren met de strenge en monumentale architectuur van de oude gebouwen.
De academische functies die oorspronkelijk over de verschillende scholen verdeeld waren en de andere functies van het gebouwd werden herschikt.
Tijdens de eerste fase van het project, van 1996 tot 1999, werd het PRIL-SPORT-complex gebouwd. Het ligt op het noordelijk gedeelte van het terrein en vervangt het Cavaleriekwartier. Zoals zijn acroniem doet vermoeden gaat het om ‘parking, restaurant, infirmerie en logement' en een sportcomplex. Dit ligt ondergronds en omvat onder meer een multifunctionele sportzaal en een zwembad. Dit nieuwe gebouw strekt zich uit van het midden van de Hobbemastraat tot aan de Notelaarsstraat, waar het een cirkelboog vormt rond een tuin. Op het einde van de Hobbemastraat ligt een hoog beglaasd atrium.
Het hoogteverschil tussen gebouw R, aan de Leonardo da Vincistraat en het PRIL-complex werd gecorrigeerd door de aanleg van muurtjes in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. waartussen paden lopen. In het midden van de tuin bevindt zich een rotonde, die de ingang vormt van het sportcomplex.
Ten zuiden van gebouw M, loodrecht op de Leonardo da Vincistraat, bevindt zich een conferentiecentrum met drie volledig beglaasde gevels. In de Hobbemastraat (H) en Leonardo da Vincistraat (K) werden twee nieuwe symmetrische vleugels gebouwd, de eerste herbergt de dienstruimten, de andere de laboratoria. Ze zijn door middel van een beglaasde doorgang respectievelijk verbonden met blok G en E. Het niet in het oorspronkelijke programma voorziene gebouw K, werd pas in 2004 ontworpen en voltooid in 2008. De blokken D, E, F en G en M, O, P en Q werden in de loop van de jaren 2000 gerenoveerd, en ingericht met leslokalen, laboratoria en kantoren. In 2005 werd gebouw R verhuurd aan de staf van de Europese Unie, die het interieur verbouwde en er een veiligheidspaviljoen aan toevoegde.
In het midden van de Hobbemastraat werd een nieuwe ingang van de school aangelegd. Hij wordt gemarkeerd door de portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. van het oude gebouw T van de Krijgsschool. Vanaf de straat biedt de ingang uitzicht op de binnenkant van het complex, wat past bij de politiek van openheid die voortaan door de school wordt gevoerd. De vervanging van de oorspronkelijke omheiningmuren door hekwerk, past eveneens in deze politiek. Ter hoogte van deze ingang zijn de zuidelijke en noordelijke zones met elkaar verbonden door middel van een wandelgang die begint in gebouw H, boven de portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. loopt en door de eerste verdieping van het PRIL-gebouw.
Beschermd op 23.03.1994.
Geschiedenis
De Militaire School werd bij K.B. van 07.02.1834 opgericht op initiatief van koning Leopold I, die de organisatie ervan toevertrouwde aan generaal Jean Chapelié, een militair van Franse afkomst. Oorspronkelijk was ze gevestigd in de Naamsestraat (nr. 4-12), in de voormalige abdij van Koudenberg. In 1874 verhuisde de school en vestigde zich op het terrein van de voormalige abdij van Terkameren. In deze lokalen werd tevens de Krijgsschool gevestigd die bij K.B. van 12.11.1869 was opgericht en bestemd was voor de stafofficieren. Omwille van plaatsgebrek en de slechte staat van de gebouwen, ging de school een tiental jaar later op zoek naar een nieuwe locatie.
In de jaren 1900 vestigde de Koninklijke Militaire School zich in een uithoek van de Noord-Oostwijk, op een groot terrein tussen de Renaissancelaan, de Leonardo da Vincistraat, de Kortenberglaan en de Notelaarsstraat en Hobbemastraat. Dit terrein, dat veel uitgestrekter was dan de vorige locaties, was aanvankelijk niet voor deze functie bestemd. Het rooilijnenplan van architect Gédéon Bordiau, goedgekeurd bij K.B. van 20.12.1875, voorzag immers op deze plaats zeven huizenblokken aangelegd volgens dambordpatroon. Dankzij een doelbewuste verwervingspolitiek en onderhandelingen die het toenmalige Ministerie van Oorlog voerde met de Stad Brussel, werden deze verschillende huizenblokken samengevoegd tot één groot terrein.
Alles begon in 1889. De stad maakte zich zorgen over de trage ontwikkeling van de Noord-Oostwijk en uitte de wens dat de Militaire School zich in de Renaissancelaan zou vestigen om de ontplooiing van de wijk te bevorderen. Daarom stelde ze aan het Ministerie van Oorlog voor om meerdere terreinen die ze in drie op het plan van Bordiau voorziene huizenblokken bezat, gratis ter beschikking te stellen. Deze terreinen aan de Renaissancelaan kwamen overeen met de zuidelijke helft van de huidige Militaire School. De staat moest dus zelf nog de terreinen die in privéhanden waren of toebehoorden aan de 'Hospices et Secours de la Ville de Bruxelles', verwerven.
De locatie, aan de poorten van de stad, in de nabijheid van de Nationale Schietbaan die in 1889 op het plateau van Linthout, aan de huidige Reyerslaan werd ingehuldigd, kreeg de goedkeuring van het Ministerie van Oorlog. In 1890 echter, oordeelde de minister dat de voorgestelde oppervlakte niet volstond. Hij vroeg om uitbreiding van het terrein in de richting van het noorden met drie andere huizenblokken. Op één daarvan, gelegen langs wat de Van der Goesstraat zou worden, moest de Krijgsschool komen.
Tijdens de gemeenteraadszitting van 09.06.1890 stemde de stad toe om de gronden die ze bezat op het hele door het ministerie gevraagde terrein tussen de Renaissancelaan en de Van der Goesstraat, gratis af te staan. In 1895 bevestigde de minister van Oorlog definitief de keuze van deze locatie. Daarop werd een vestigingsplan opgesteld en werd een wedstrijd georganiseerd voor het ontwerp van de gevels van de gebouwen, waaraan elf kandidaten deelnamen. Een gevelontwerp gesigneerd door architect Henri Van Massenhove en gedateerd met 1902 is bewaard gebleven. Uiteindelijk werd Henri Maquet, architect van koning Leopold II belast met de architectuur van de gebouwen.
In 1899 verwierf het Departement van Oorlog de noordelijke punt van de huidige site, op de hoek van de Kortenberglaan en de Notelaarsstraat. Daarop werd bij collegiaal besluit van 02.10.1899 de Van der Goesstraat afgeschaft. In datzelfde jaar werd het vestigingsplan, gesigneerd door de technische dienst van de Genie, architect Van Dievoet en commandant Dubuisson, voorgelegd aan de stad. Het werd op 14.11.1900 bij ministerieel besluit goedgekeurd.
Voor de architectuur van het complex inspireerde Henri Maquet zich op de École militaire de Paris, in de 18e eeuw ontworpen door architect Jacques Ange Gabriel. Het was van begin af aan goed uitgerust met onder meer centrale verwarming, laboratoria en moderne installaties voor sportbeoefening en voor de cavalerie. In 1909 werden de nieuwe lokalen in gebruik genomen. De werken duurden voort tot in 1913.
Het jaar daarop werden de gebouwen opgevorderd door de Duitsers en de school sloot haar deuren. Op 16.11.1918 vertrokken de Duitsers nadat ze alle voorzieningen en installaties in de lokalen hadden gesloopt. De school heropende officieel op 08.12.1919.
Tijdens het interbellum kenden de wetenschappelijke installaties, en dan vooral de fysica- en scheikundelaboratoria, een sterke ontwikkeling. Naar aanleiding van zijn honderdjarig bestaan in 1935, mocht de school het epitheton Koninklijk aan zijn naam toevoegen. De benaming Koninklijke Militaire School werd bekrachtigd bij K.B. van 14.01.1936.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de gebouwen opnieuw door de Duitsers opgevorderd en werden bij hun vertrek eens te meer de installaties gesloopt of meegenomen. Wanneer de school in 1946 haar deuren weer opende, werd het onderwijs vernieuwd en werden de wetenschappelijke installaties grondig gemoderniseerd.
In de loop der jaren werden verschillende verbouwings- en vernieuwingswerken ondernomen. In 1962 werd aan de zuidkant van de manege een ‘centrum voor kernwetenschap' ingericht.
Op het einde van de jaren 1980 was er dringend nood aan een grondige renovatie. De infrastructuur was immers sterk verouderd, de gebouwen waren vervallen en niet aangepast aan moderne behoeften. Er was ook sprake van een acuut plaatsgebrek. Tussen het begin van de 20e eeuw en de jaren 1990 was het aantal leerlingen immers gestegen van 450 naar 800, en dus bijna verdubbeld. Daarnaast verliet de voormalige Krijgsschool – die in 1978 was omgedoopt in Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie – in 1991 de locatie om zich in Laken te vestigen in de voormalige Koninklijke Cadettenschool. Dit maakte een reorganisatie van de ruimten noodzakelijk.
Op 01.07.1991 lanceerde de krijgsmacht een architectuurwedstrijd voor de herstructurering van de Koninklijke Militaire School. Het doel was het ontwerpen van een globaal voorstel voor de renovatie van de gebouwen met een architecturale waarde en de vervanging van andere.
Er namen negen studiebureaus deel aan de wedstrijd. Het studiebureau TRACTEBEL DEVELOPMENT N.V. samen met de architectenassociatie AR.TE (ASSAR N.V., TEAMS N.V.), werd als laureaat gekozen. De bouwtoelating werd in 1994 afgeleverd. De werken werden gespreid tussen 1996 en 2008, om de continue werking van de school te verzekeren.
Tegelijkertijd werden zeven gebouwen van het complex beschermd bij Gewestelijk Besluit van de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 23.03.1994.
Inplanting
Oorspronkelijk was het terrein in vier kwartieren verdeeld. Het grootste, dat van de Militaire School met ingang in de Renaissancelaan, besloeg grosso modo het zuidelijk gedeelte van het terrein. De andere drie lagen op het noordelijk gedeelte: dat van de Applicatieschool, toegankelijk via het nr. 11 van de Leonardo da Vincistraat, dat van de Krijgsschool op het nr. 115 van de Kortenberglaan en het kwartier van de Cavalerie aan de Notelaarsstraat en Hobbemastraat.
De cadetten volgden een cursus van twee jaar aan de Militaire School en dan twee en een half jaar aan de Applicatieschool. De Krijgsschool was voorbehouden voor stafofficieren. De Cavalerie stond ter beschikking van de drie scholen en van het personeel ervan.
Kwartier van de Militaire School
Langs de Renaissancelaan stonden drie gebouwen. Het centraal gelegen hoofdgebouw (B) bestond op de benedenverdieping uit kantoren, twee examenzalen, een leeszaal en een bibliotheek. Een eretrap leidt naar de eerste verdieping waar zich nog steeds het kantoor van de generaal die aan het hoofd staat van de school, een groot auditorium en de kapel bevinden.
In de zijgebouwen (A en C) bevinden zich telkens vier dienstwoningen met privétuin. In vleugel A verbleven oorspronkelijk de commandant en de tweede commandant van de school, de kapitein-instructeur en de adjunct officier-instructeur. In vleugel C verbleven de studiedirecteur, de betaalofficier, de studie-inspecteur en de arts.
Achter gebouw B ligt het rechthoekige ereplein. Oorspronkelijk was dit aan de kant van de Hobbemastraat begrensd door de ziekenboeg van de leerlingen (H) en zijn tuin.
Achter het ereplein lagen vier blokken voor de kadettten (D, E, F en G) rond het grote, zogenaamde plein van de Militaire School. Op de benedenverdieping van de parallelle blokken E en G bevonden zich respectievelijk de refter, die met de keukens in het souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. in verbinding stond, en de overdekte recreatiezaal. In blok D was een schermzaal, een wapenzaal, een leeszaal en een speelzaal. In blok F waren auditoria, en scheikunde- en fysicalaboratoria ondergebracht. Op de eerste verdieping van de vier gebouwen waren kantoren, auditoria en studiezalen. De slaapzalen voor de cadetten lagen op de tweede verdieping.
Langs de kant van de Leonardo da Vincistraat en Hobbemastraat lagen de gebouwen K en I. In gebouw K dat van gebouw E was gescheiden door het binnenplein van de wasserij, waren de ondergeschikte functies van de school ondergebracht. Aan de noordkant grensden aan deze vleugel machinekamers en stookruimten en ook een overdekt zwembad. Gebouw I was van gebouw G gescheiden door het gymnastiekplein. Op de benedenverdieping bevond zich hier een gymnastiekzaal en op de verdieping een tekenzaal.
Kwartier van de Applicatieschool
Rond de tuin van de Applicatieschool liggen vier gebouwen. In gebouw M, op nr. 11 van de Leonardo da Vincistraat bevonden zich onder meer de eetzaal, de rookzaal, de examenzaal en schermzaal. De drie andere gebouwen (O, P en Q) hadden op de benedenverdieping studiezalen, auditoria en kantoren. Op de verdiepingen lagen de slaapkamers van de cadetten. Parallel aan blok O, aan de kant van de militaire school, lag gebouw N, met de musea voor mechanica, artillerie, constructie, vestingbouw en geologie.
Kwartier van de Krijgsschool
Op nr. 115 van de Kortenberglaan ligt het hoofdgebouw van de Krijgsschool (R), waarin de leiding van deze instelling was ondergebracht, naast een bibliotheek, leeszaal, kantine en rookzaal van de leerling-officieren. Oorspronkelijk lagen drie andere gebouwen rond een tuin: in het zuiden de klaslokalen (S), in het noorden de stallingen (U); in het oosten een klein gebouw met centrale portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. (T) dat als dienstgebouw fungeerde.
Kwartier van de Cavalarie
Het kwartier van de Cavalerie lag aan straatzijde op het noord-noordoostelijk gedeelte van het terrein. In het gebouw Z in de Kortenberglaan waren dienstruimten ondergebracht. De stallingen (X en Y) lagen langs de Notelaarsstraat en Hobbemastraat, grenzend aan het binnenplein van de Cavalerie. In het meer zuidwaarts gelegen gebouw V was de manege, van de Applicatieschool gescheiden door een rijbaan, een openluchtmanege met hindernissen.
Beschrijving
De sobere en monumentale gebouwen van de Militaire School zijn geïnspireerd door de antieke architectuur, maar bezitten ook zekere typische elementen van de tijd van Leopold II. Hoewel de gevels verschillen, hebben ze gemeenschappelijk kenmerken: centraal of lateraal gegroepeerde uitspringende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. waarvan sommige tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. of onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. of frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Op sommige gebouwen zorgen trofeeënNabootsing van oorlogs- of jachttrofeeën die oorspronkelijk werden opgehangen; later veelal als zuiver decoratief motief gebruikt met dezelfde onderwerpen of uitgebreid met zinnebeelden van de kunsten, de ambachten,… voor een martiaal aspect.
Met uitzondering van de meer prestigieuze gebouwen aan de Renaissancelaan, hebben de verschillende vleugels bakstenen gevels met hardstenen elementen. De meeste hebben drie bouwlagen onder een schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde., vaak met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en schouwen. Het interieur van de vandaag nog bestaande gebouwen werd grondig gerenoveerd en het schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... werd vervangen.
Kwartier van de Militaire School
De gevels van de gebouwen A, B en C aan de Renaissancelaan zijn bijzonder verzorgd en monumentaal. Ze zijn volledig uitgevoerd in Franse steen. De gebouwen met twee en een halve bouwlaag zijn symmetrisch geordend. De centrale vleugel is bijzonder groot en met de twee lagere zijvleugels verbonden via een volume van één bouwlaag met telkens een ingang.
De traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) zijn volgens een klassieke ordonnantie regelmatig geritmeerd. Benedenverdieping met uitwaaierende schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en rondboogvormige muuropeningen. Op verdiepingen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gevat in inspringende omlijsting. In tweede bouwlaag borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met balustersVaasvormige spijl van een borstwering.. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. bekroond met attiekbalustrade. Rijke ornamentatie met sleutels met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., panelen met trofeeNabootsing van oorlogs- of jachttrofeeën die oorspronkelijk werden opgehangen; later veelal als zuiver decoratief motief gebruikt met dezelfde onderwerpen of uitgebreid met zinnebeelden van de kunsten, de ambachten,… of guirlande. Bewaarde deuren.
In gebouwen A en C telkens vier woningen. Aan de kant van de laan tellen ze acht traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), of twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) per woning; laterale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en met balkon op dubbele consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Centrale woningen telkens met deur in voorgevel; twee andere met ingang in zijgevel.
Drie centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van gebouw B in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met ingang; gehouwen sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. met trofeeNabootsing van oorlogs- of jachttrofeeën die oorspronkelijk werden opgehangen; later veelal als zuiver decoratief motief gebruikt met dezelfde onderwerpen of uitgebreid met zinnebeelden van de kunsten, de ambachten,…; impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met waaiervormig metalen motief. Aan zijkanten op sokkel twee beelden van beeldhouwer Pierre Braecke: de godin en de god van de oorlog: links Minerva met een zwaard en rechts Mars met een staf bekroond met een staande leeuw. Sculpturen bekroond met een medaillonRonde of ovale cartouche. waarin gestileerd monogram van Leopold II: twee tegenover elkaar staande letters ‘L' onder een kroontje. Op verdiepingen monumentale zuilen met Ionisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.; laterale zuilen dubbel; bekroond door hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met inscriptie ‘ECOLE MILITAIRE' onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. TimpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. met bas-reliëf van beeldhouwer Jean Hérain, voorstelling: ‘Onder bescherming van Mars doet België beroep op vaderlandsliefde, kunsten en wetenschappen om de leiders van zijn legioenen te vormen' (Histoire de l'École militaire. 1834-1934, p. 109).
De achtergevel en zijgevels van gebouw B hernemen in vereenvoudigde vorm de indeling van de voorgevel. De rechterzijgevel, waarachter het koor van de kapel ligt, is deels blindZonder opening; blind venster, schijnopening..
Het interieur van gebouw B is goed bewaard. Het gebouw wordt doorkruist door twee gangen onder tongewelf; de gang in het verlengde van de ingang is berijdbaar, de andere ligt parallel aan de voorgevel. In het midden van het gebouw kruisen de gangen elkaar en vormen daar een hal onder een rond vlak plafond, geritmeerd door zuilen met Ionisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. onder een hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Hierop rusten rondbogen met daartussen met trofeeënNabootsing van oorlogs- of jachttrofeeën die oorspronkelijk werden opgehangen; later veelal als zuiver decoratief motief gebruikt met dezelfde onderwerpen of uitgebreid met zinnebeelden van de kunsten, de ambachten,… gehouwen zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is.. De plafondschildering herinnert aan de veldslagen van de Eerste Wereldoorlog. Een in 1922 ingehuldigd gedenkteken is gewijd aan de professoren en leerlingen die tijdens deze oorlog voor het vaderland sneuvelden. Het werd ontworpen door beeldhouwer Jacques Marin en architect Caluwaers en bestaat uit vier, op de hoeken geplaatste bronzen platen; op drie daarvan staan de namen van de gesneuvelden, de vierde is een reliëf van een allegorische figuur.
Op het einde van de linkergang bevindt zich een eretrap. Deze is van wit marmer en rechthoekig en ontworpen naar het voorbeeld van die van de École militaire van Parijs. In de metalen leuning is het monogram van Leopold II verwerkt. Op de muren een tweetalige eervolle vermelding, die door koning Albert I na de Eerste Wereldoorlog aan de school werd toegekend. Op de verdieping zijn de ruimten tussen de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. versierd met trofeeënNabootsing van oorlogs- of jachttrofeeën die oorspronkelijk werden opgehangen; later veelal als zuiver decoratief motief gebruikt met dezelfde onderwerpen of uitgebreid met zinnebeelden van de kunsten, de ambachten,…, terwijl de keellijst van het plafond beschilderd is met blazoenen. Op de muur tegenover de trap bevinden zich gedenktekens ter ere van generaal Eugène Cuvelier, ontworpen door Jacques Marin, en van luitenant-generaal Georges Leman, ontworpen door César Scroutels.
Het grote auditorium, op de eerste verdieping is in neoclassicistische stijl. De muren zijn geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met Ionische kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. onder een hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. In het oosten en westen een tribune met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Podium in het noorden geflankeerd door nissen. Plafond met keellijst en bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. De zaal was oorspronkelijk ingericht met houten lessenaars.
De kapel is eveneens in neoclassicistische stijl. Ze is aan drie kanten afgeboord met een tribune met balustradeHekwerk van spijlen of balusters., naar analogie met kapellen in sommige Franse kastelen. De ruimte wordt geritmeerd door zuilen en pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., die van eerste bouwlaag met Ionisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen., die van tribune composiet. Plafond met keellijst met medaillonsRonde of ovale cartouche.. Houten preekstoel op zuilvormige sokkel. Gebrandschilderde ramen ontworpen door Spreters. Die van eerste bouwlaag met voorstellingen van heilige militairen of de patroonheiligen van verschillende wapens: Sint-Joris, Jeanne d'Arc, Karel de Grote, Sint-Michiel, Sint-Maarten, Sint-Ludovicus, Sint-Barbara en Sint-Mauritius. Die van de tweede bouwlaag met trofeeënNabootsing van oorlogs- of jachttrofeeën die oorspronkelijk werden opgehangen; later veelal als zuiver decoratief motief gebruikt met dezelfde onderwerpen of uitgebreid met zinnebeelden van de kunsten, de ambachten,…, en het centrale glasraam van het koor met de Christusfiguur.
Op het ereplein staan twee bustes: in het oosten een in 1866 door Charles Van Pemberg ontworpen bronzen beeld van generaal Jean Chapelié, oprichter van de school; in het westen een door Charles-Auguste Fraikin ontworpen buste van generaal Jean-Baptiste Liagre.
Traveeën van Blokken D, E, F en G met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..
Aan de kant van het plein bevindt zich in de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van blok F, de ingang voorafgegaan door enkele traptreden; stenen dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met ingewerkt horloge.
Centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van lange gevels van blok D geflankeerd door stenen kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; stenen dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..
In benedenverdiepingen van parallelle blokken E en G respectievelijk refter en overdekte recreatieruimte. Ze waren identiek ingedeeld met twee rijen zuilen onder een cassetteplafond.
De Gebouwen K, H en I werden gesloopt. Het zwembad in gebouw K was overdekt met een zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met metalen gebinte. Gebouw H, met de ziekenboeg, was een klein gebouw met twee bouwlagen met aan tuinzijde twee laterale vooruitspringende volumes, met elkaar verbonden door een metalen galerij met dunne zuilen. In het noordelijk gedeelte van gebouw I bevond zich een gymnastiekzaal met wandrekken en een tribune, onder een hoog mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met zichtbaar gebinte. In het zuidelijk gedeelte lag een tekenzaal onder tongewelf en met amfitheater met trappen.
Kwartier van de Applicatieschool
Gebouw M, gelegen aan de Leonardo da Vincistraat, telt twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder een mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Laterale en centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en onder tentdak. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., sommige ter vervanging van oorspronkelijke œils-de-bœuf.
Verzorgde voorgevel. Benedenverdieping van traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. in hardsteen; venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op verdieping onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met gehouwen timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met balustersVaasvormige spijl van een borstwering.. In het midden klein terras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. bekroond met vuurpotOrnament in de vorm van een vuurpot.. Centrale uitsprong bekroond met attiekbalustrade; stenen dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. rustend op twee kariatidenOndersteuning in de vorm van een vrouwenfiguur, hetzij met onderlichaam, hetzij met taps toelopende pijler of pilaster (herme).. Laterale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. versierd met trofeeNabootsing van oorlogs- of jachttrofeeën die oorspronkelijk werden opgehangen; later veelal als zuiver decoratief motief gebruikt met dezelfde onderwerpen of uitgebreid met zinnebeelden van de kunsten, de ambachten,…. Bewaarde dubbele vleugeldeur.
In midden van achtergevel, thans muuropening zonder schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... onder brede I-balkIJzeren latei met I-profiel.; stenen dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken en gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., geflankeerd door œils-de-bœuf. Uiterste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en op benedenverdieping met dubbel kruisvensterVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld..
De gebouwen O, P en Q hebben strengere gevels. Hun daken zijn gerenoveerd en de dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. zijn vervangen door dakvlakvenstersIn het dakvlak ingewerkt venster.. Op benedenverdieping dubbele kruisvenstersVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld.. Gebouw P aan de kant van het plein met hardstenen dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met horloge onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..
Het gebouw van de musea (N) werd gesloopt en wordt thans ingenomen door een binnenplaats.
Kwartier van de Krijgsschool
Gebouw R is het enige nog bestaande oude gebouw. Het heeft twee bouwlagen onder een mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. De gevel aan de kant van de Koudenberglaan is de meest verzorgde: hardstenen schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op de benedenverdieping en verdiepingen in witte baksteen en hardsteen. Op de vier hoeken pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. in witte baksteen en hardsteen.
In het midden van voor- en achtergevel, drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. onder tentdak; op benedenverdieping ingang en op verdieping drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..
Sokkel van voorgevel met rustica. Op verdieping borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met balustersVaasvormige spijl van een borstwering.. In centraal gedeelte laterale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. bekroond met trofeeNabootsing van oorlogs- of jachttrofeeën die oorspronkelijk werden opgehangen; later veelal als zuiver decoratief motief gebruikt met dezelfde onderwerpen of uitgebreid met zinnebeelden van de kunsten, de ambachten,…; boven ingang schild met de kop van Gorgo; centraal drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met klein terras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.; frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. versierd met een schild met het monogram van Leopold II omgeven door een lauwerenkrans. FrontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. bekroond met hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). waarin de vermelding ‘ECOLE de GUERRE', onder een gehouwen trofeeNabootsing van oorlogs- of jachttrofeeën die oorspronkelijk werden opgehangen; later veelal als zuiver decoratief motief gebruikt met dezelfde onderwerpen of uitgebreid met zinnebeelden van de kunsten, de ambachten,…. Attiekbalustrade doorbroken door dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Bewaarde deur.
In midden van achtergevel thans muuropening zonder schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... onder brede I-balkIJzeren latei met I-profiel.. DrielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. bekroond met uurwerk. Drie œils-de-bœuf, waarvan grootste onder trofeeNabootsing van oorlogs- of jachttrofeeën die oorspronkelijk werden opgehangen; later veelal als zuiver decoratief motief gebruikt met dezelfde onderwerpen of uitgebreid met zinnebeelden van de kunsten, de ambachten,…. Laterale dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. thans vervangen door dakvlakvenstersIn het dakvlak ingewerkt venster..
Het kleine portiekvormige dienstgebouw (T), werd verplaatst naar de Hobbemastraat nr. 8 en fungeert vandaag als ingang van de school.
Kwartier van de Cavalerie
Dit kwartier is volledig verdwenen. De stallen hadden topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. De manege was een groot gebouw onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met grote venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..
Renovatie
Tegelijkertijd met het renovatieproject dat in 1991 van start ging, werd een procedure voor bescherming van zeven gebouwen opgestart, die in 1994 was afgerond. Ze betrof de totaliteit van de gebouwen A, B en C, het plein van de Militaire School en ook de gevels van blokken D, E, F en G, die hierop uitkomen.
De renovatie van het complex begon in 1996. Naast de beschermde gebouwen, werden ook de blokken M, O, P, Q en R bewaard. De andere werden vervangen door nieuwbouw in postmodernistische stijl. Met hun bakstenen gevels en repetitief karakter proberen deze te harmoniëren met de strenge en monumentale architectuur van de oude gebouwen.
De academische functies die oorspronkelijk over de verschillende scholen verdeeld waren en de andere functies van het gebouwd werden herschikt.
Tijdens de eerste fase van het project, van 1996 tot 1999, werd het PRIL-SPORT-complex gebouwd. Het ligt op het noordelijk gedeelte van het terrein en vervangt het Cavaleriekwartier. Zoals zijn acroniem doet vermoeden gaat het om ‘parking, restaurant, infirmerie en logement' en een sportcomplex. Dit ligt ondergronds en omvat onder meer een multifunctionele sportzaal en een zwembad. Dit nieuwe gebouw strekt zich uit van het midden van de Hobbemastraat tot aan de Notelaarsstraat, waar het een cirkelboog vormt rond een tuin. Op het einde van de Hobbemastraat ligt een hoog beglaasd atrium.
Het hoogteverschil tussen gebouw R, aan de Leonardo da Vincistraat en het PRIL-complex werd gecorrigeerd door de aanleg van muurtjes in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. waartussen paden lopen. In het midden van de tuin bevindt zich een rotonde, die de ingang vormt van het sportcomplex.
Ten zuiden van gebouw M, loodrecht op de Leonardo da Vincistraat, bevindt zich een conferentiecentrum met drie volledig beglaasde gevels. In de Hobbemastraat (H) en Leonardo da Vincistraat (K) werden twee nieuwe symmetrische vleugels gebouwd, de eerste herbergt de dienstruimten, de andere de laboratoria. Ze zijn door middel van een beglaasde doorgang respectievelijk verbonden met blok G en E. Het niet in het oorspronkelijke programma voorziene gebouw K, werd pas in 2004 ontworpen en voltooid in 2008. De blokken D, E, F en G en M, O, P en Q werden in de loop van de jaren 2000 gerenoveerd, en ingericht met leslokalen, laboratoria en kantoren. In 2005 werd gebouw R verhuurd aan de staf van de Europese Unie, die het interieur verbouwde en er een veiligheidspaviljoen aan toevoegde.
In het midden van de Hobbemastraat werd een nieuwe ingang van de school aangelegd. Hij wordt gemarkeerd door de portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. van het oude gebouw T van de Krijgsschool. Vanaf de straat biedt de ingang uitzicht op de binnenkant van het complex, wat past bij de politiek van openheid die voortaan door de school wordt gevoerd. De vervanging van de oorspronkelijke omheiningmuren door hekwerk, past eveneens in deze politiek. Ter hoogte van deze ingang zijn de zuidelijke en noordelijke zones met elkaar verbonden door middel van een wandelgang die begint in gebouw H, boven de portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. loopt en door de eerste verdieping van het PRIL-gebouw.
Beschermd op 23.03.1994.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 4171 (1899-1907), 68280 (1959), 74801 (1962), 94129 (1991).
SAB/Bulletin communal de Bruxelles, 1890, dl. I, pp. 620-623; 1891, dl. I, pp. 514-515; 1895, dl. I, pp. 109-110; 1899, dl. I, pp. 203-204, dl. II, pp. 235-236.
Archief van de Koninklijke Militaire School.
Archief van het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis.
Publicaties en studies
150 ans d'École militaire. Mémorial 1834-1984, 1984.
École militaire de Belgique, Imprimerie de l'Institut cartographique militaire, Brussel, [1928].
Histoire de l'École militaire. 1834-1934, Marcel Hayez (imprimeur), Brussel, 1935.
Koninlijke Militaire School, Open Monumentendag, 13.09.1992.
Tijdschriften
HANKAR, P., ‘Le Concours des façades de l'École militaire', L'Émulation, 1895, 12, col. 182-184.
L'Émulation, 1910, pl. I tot IV.
‘École royale militaire. Une grande école belge', Le Patriote illustré, 21 maart 1954, pp. 361 e.v.
‘Historique de l'École royale militaire', Forum. Force terrestre, 2, 1988, p. 14.
‘De Koninklijke Militaire School, gisteren en vandaag', Vox. Militair weekblad, 9204, 28 januari 1992, pp. 10-15.
Websites
www.assar.com
htOW://www.army-chaplaincy.be/nl/om_en_rondom/view.php?id=92
htOW://www.rma.ac.be/index.php?option=com_content&view=article&id=16&Itemid=37&lang=fr
SAB/OW 4171 (1899-1907), 68280 (1959), 74801 (1962), 94129 (1991).
SAB/Bulletin communal de Bruxelles, 1890, dl. I, pp. 620-623; 1891, dl. I, pp. 514-515; 1895, dl. I, pp. 109-110; 1899, dl. I, pp. 203-204, dl. II, pp. 235-236.
Archief van de Koninklijke Militaire School.
Archief van het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis.
Publicaties en studies
150 ans d'École militaire. Mémorial 1834-1984, 1984.
École militaire de Belgique, Imprimerie de l'Institut cartographique militaire, Brussel, [1928].
Histoire de l'École militaire. 1834-1934, Marcel Hayez (imprimeur), Brussel, 1935.
Koninlijke Militaire School, Open Monumentendag, 13.09.1992.
Tijdschriften
HANKAR, P., ‘Le Concours des façades de l'École militaire', L'Émulation, 1895, 12, col. 182-184.
L'Émulation, 1910, pl. I tot IV.
‘École royale militaire. Une grande école belge', Le Patriote illustré, 21 maart 1954, pp. 361 e.v.
‘Historique de l'École royale militaire', Forum. Force terrestre, 2, 1988, p. 14.
‘De Koninklijke Militaire School, gisteren en vandaag', Vox. Militair weekblad, 9204, 28 januari 1992, pp. 10-15.
Websites
www.assar.com
htOW://www.army-chaplaincy.be/nl/om_en_rondom/view.php?id=92
htOW://www.rma.ac.be/index.php?option=com_content&view=article&id=16&Itemid=37&lang=fr
Opmerkelijke bomen in de nabijheid