Onderzoek en redactie
2009
Bekijk de weerhouden gebouwen
Loopt langs het noordelijk gedeelte van het Jubelpark van de Kortenberglaan naar de Ridderschapslaan en de IJzerlaan. De Leonardo da Vincistraat, Hobbemastraat en Murillostraat beginnen hier.
Het rooilijnenplan werd goedgekeurd bij K.B. van 20.06.1853. De straat liep toen langs het nieuwe exercitieveld dat door de stad Brussel voor het garnizoen aan het einde van de Wetstraat was aangelegd.
De naam van de straat verwijst naar de door de oudheid geïnspireerde periode van artistieke en culturele hernieuwing, die Europa van de 15e en 16e eeuw kenmerkte. De straat kreeg deze naam pas in het kader van de herinrichting van de plantsoenwijk, en werd goedgekeurd bij de collegiale besluiten van de stad Brussel van 14.04.1877 en 15.05.1877.
Het garnizoen verliet het exercitieveld in 1876. Twee jaar later stond de stad het midden van het terrein af aan de staat voor de festiviteiten van het vijftigjarig bestaan van België in 1880. In 1885 verwierf de staat de rest van het terrein dat zou omgevormd worden tot het huidige Jubelpark.
Net als de andere straten rond het park werd de Renaissancelaan bij K.B. van 22.05.1897 opgenomen in het grote wegennet van het domein van de staat. Bij deze gelegenheid werd de grens van het park verlegd tot binnen de dubbele rij bomen die het afbakent, zodat de laan 23 meter breed werd. De werken voor de aanleg van de laan moesten door de staat binnen de twee jaar na de sluiting van de wereldtentoonstelling van 1897, die op deze plaats werd georganiseerd, voltooid zijn: de laan werd genivelleerd en haar niveau werd sterk verlaagd. De definitieve oplevering van de werken van de laan en van de andere straten rond het Jubelpark, gebeurde in het begin van 1902.
Vroeger liep door de laan een tramlijn aan de kant van het park. In de jaren 1950 of 1960 werd op de hoek van de Kortenberglaan een ingang voor een premetrotunnel voor de trams gegraven. Deze bleef door de ingebruikname van de metro ongebruikt en werd na 1986 gesloten. De laan bestaat thans uit een tweerichtingsbaanvak, met daarnaast in het eerste deel een eenrichtingsbaanvak met parkings en in het tweede deel een voetgangersweg en fietspad.
De twee uiteinden van de laan werden het eerst bebouwd. Op de hoek met de Kortenberglaan werd na 1881 een L-vormige, door een tuin omringde uitspanning gebouwd voor dansgelegenheden. Deze constructie moest wijken voor een in 1929 ontworpen appartementsgebouw (zie nr. 1 en Kortenberglaan 43). Op het andere uiteinde lag het landgoed Buls: daar werd in 1856 een villa gebouwd op de hoek van een bebost trapeziumvormig terrein, in het oosten begrensd door de Ridderschapslaan en in het noorden door het einde van de Kardinaalsstraat. Deze laatste was toen nog een lange weg die vertrok in de Leuvensesteenweg en langs de oever van de grote vijver van Sint-Joost liep, om dan, via de Renaissancelaan uit te komen in het einde van de Notelaarsstraat. De villa werd in 1907 vervangen door een mooi opbrengsthuis (architect Émile Hellemans), dat op zijn beurt in 1969 werd vervangen door een appartementsgebouw (nr. 58, architect L. Peeters).
In 1890 schonk de stad een groot terrein tussen de Leonardo da Vincistraat en Hobbemastraat, aan de staat voor de bouw van Militaire School. Deze werd gebouwd vanaf 1899. De hoofdgebouwen beslaan het hele tweede gedeelte van de laan (zie nr. 27-33). Een groot deel van het daarop volgende terrein werd verworven door de paters dominicanen, die hier in 1901 een klooster bouwden en in 1904 een kerk (zie nr. 40).
De rest van de laan werd bebouwd met huizen in eclectische stijl, ontworpen tussen 1893 en 1904. In de jaren 1960 en 1970 werd een groot deel daarvan vervangen door appartementsgebouwen. Daaronder nr. 12-16, 19-20 en 21, alle drie ontworpen door de architecten Raoul J. Brunswyck en Odon Wathelet.
Tot de gesloopte huizen behoorden het nr. 20, in 1900 ontworpen door architect J. Caluwaers, het nr. 22, een atelierwoning ontworpen in 1896 door architect Henri Van Massenhove voor de schilder Constant Montald, en de nr. 50 tot 54, vijf huizen in 1903-1904 ontworpen door architect Antoine Otto. De gevels van nr. 47, een huis bekleed met panelen in keramische tegels met art-nouveaumotieven (architect Raymond Foucart, 1902), en 48-49, een indrukwekkend herenhuis met topgevel (architect Hubert Marcq, 1901), werden geïntegreerd in een residentieel complex van 1993 (architect J.-M. Gillet).
Het rooilijnenplan werd goedgekeurd bij K.B. van 20.06.1853. De straat liep toen langs het nieuwe exercitieveld dat door de stad Brussel voor het garnizoen aan het einde van de Wetstraat was aangelegd.
De naam van de straat verwijst naar de door de oudheid geïnspireerde periode van artistieke en culturele hernieuwing, die Europa van de 15e en 16e eeuw kenmerkte. De straat kreeg deze naam pas in het kader van de herinrichting van de plantsoenwijk, en werd goedgekeurd bij de collegiale besluiten van de stad Brussel van 14.04.1877 en 15.05.1877.
Het garnizoen verliet het exercitieveld in 1876. Twee jaar later stond de stad het midden van het terrein af aan de staat voor de festiviteiten van het vijftigjarig bestaan van België in 1880. In 1885 verwierf de staat de rest van het terrein dat zou omgevormd worden tot het huidige Jubelpark.
Net als de andere straten rond het park werd de Renaissancelaan bij K.B. van 22.05.1897 opgenomen in het grote wegennet van het domein van de staat. Bij deze gelegenheid werd de grens van het park verlegd tot binnen de dubbele rij bomen die het afbakent, zodat de laan 23 meter breed werd. De werken voor de aanleg van de laan moesten door de staat binnen de twee jaar na de sluiting van de wereldtentoonstelling van 1897, die op deze plaats werd georganiseerd, voltooid zijn: de laan werd genivelleerd en haar niveau werd sterk verlaagd. De definitieve oplevering van de werken van de laan en van de andere straten rond het Jubelpark, gebeurde in het begin van 1902.
Vroeger liep door de laan een tramlijn aan de kant van het park. In de jaren 1950 of 1960 werd op de hoek van de Kortenberglaan een ingang voor een premetrotunnel voor de trams gegraven. Deze bleef door de ingebruikname van de metro ongebruikt en werd na 1986 gesloten. De laan bestaat thans uit een tweerichtingsbaanvak, met daarnaast in het eerste deel een eenrichtingsbaanvak met parkings en in het tweede deel een voetgangersweg en fietspad.
De twee uiteinden van de laan werden het eerst bebouwd. Op de hoek met de Kortenberglaan werd na 1881 een L-vormige, door een tuin omringde uitspanning gebouwd voor dansgelegenheden. Deze constructie moest wijken voor een in 1929 ontworpen appartementsgebouw (zie nr. 1 en Kortenberglaan 43). Op het andere uiteinde lag het landgoed Buls: daar werd in 1856 een villa gebouwd op de hoek van een bebost trapeziumvormig terrein, in het oosten begrensd door de Ridderschapslaan en in het noorden door het einde van de Kardinaalsstraat. Deze laatste was toen nog een lange weg die vertrok in de Leuvensesteenweg en langs de oever van de grote vijver van Sint-Joost liep, om dan, via de Renaissancelaan uit te komen in het einde van de Notelaarsstraat. De villa werd in 1907 vervangen door een mooi opbrengsthuis (architect Émile Hellemans), dat op zijn beurt in 1969 werd vervangen door een appartementsgebouw (nr. 58, architect L. Peeters).
In 1890 schonk de stad een groot terrein tussen de Leonardo da Vincistraat en Hobbemastraat, aan de staat voor de bouw van Militaire School. Deze werd gebouwd vanaf 1899. De hoofdgebouwen beslaan het hele tweede gedeelte van de laan (zie nr. 27-33). Een groot deel van het daarop volgende terrein werd verworven door de paters dominicanen, die hier in 1901 een klooster bouwden en in 1904 een kerk (zie nr. 40).
De rest van de laan werd bebouwd met huizen in eclectische stijl, ontworpen tussen 1893 en 1904. In de jaren 1960 en 1970 werd een groot deel daarvan vervangen door appartementsgebouwen. Daaronder nr. 12-16, 19-20 en 21, alle drie ontworpen door de architecten Raoul J. Brunswyck en Odon Wathelet.
Tot de gesloopte huizen behoorden het nr. 20, in 1900 ontworpen door architect J. Caluwaers, het nr. 22, een atelierwoning ontworpen in 1896 door architect Henri Van Massenhove voor de schilder Constant Montald, en de nr. 50 tot 54, vijf huizen in 1903-1904 ontworpen door architect Antoine Otto. De gevels van nr. 47, een huis bekleed met panelen in keramische tegels met art-nouveaumotieven (architect Raymond Foucart, 1902), en 48-49, een indrukwekkend herenhuis met topgevel (architect Hubert Marcq, 1901), werden geïntegreerd in een residentieel complex van 1993 (architect J.-M. Gillet).
Bronnen
Archieven
ARA, Ministerie van Openbare Werken, Wegen, 188.
SAB/OW 87716 (1982), 93887 (1986); 12-16: 80628 (1969); 19-20: 96959 (1965); 20: 20150 (1900); 21: 86131 (1973); 22: 2631 (1896); 47: 20162 (1902); 48-49: 20163 (1901); 47-51: 105580 (1993); 40, 51: 20164 (1903); 52, 53: 20830 (1903); 54: 20165 (1904); 55-56: 20166 (1903); 58: 8943 (1856), 4167 (1907), 85580 (1969).
SAB/Bulletin communal de Bruxelles, 1877, t. I, p. 315; 1897, t. I, pp. 361-362;1897, t. II, p. 5; 1899, t. II, p. 711.
Publicaties en studies
DELIENS, P., Rond-Point Schuman. Histoire du quartier Nord-Est à Bruxelles, d'Ambiorix à nos jours, Brussel, 1982, p. 55.
HEYMANS, V., Le quartier des Squares. Marguerite, Ambiorix, Marie-Louise, Gutenberg, coll. Bruxelles, Ville d'Art et d'Histoire, 13, 1995, pp. 24-25.
Kaarten / plannen
Bruxelles et ses environs, Institut cartographique militaire, 1881 (Koninklijke Bibliotheek van België, Kaarten en Plannen).