Typologie(ën)
woning of opbrengsthuis (onbepaald)
Ontwerper(s)
Henry VAES – architect – 1905
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Art nouveau
Eclectisme met pittoresk karakter
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Etterbeek (DMS-DML - 1994-1997)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
1993-1995
id
Urban : 15124
Beschrijving
Vier huizen in eclectische stijl en art-nouveaus-elementen n.o.v. arch. Henry VAES en i.o.v. Henry de le Court, rechter bij de rechtbank van eerste aanleg in Brussel, 1905.
Nr. 183. Eclectisch pand met invloed van cottagestijl. Onzichtbaar vanaf straatkant, toegankelijk via lange gang met glazen overkapping achter deur van Nr. 185. Naar tuin gerichte hoofdgevel in baksteen met twee bouwlagen en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), van mekaar gescheiden door schoorsteen. Hoge arduinen, rustiek gebosseerde sokkel waarvan de hoogte is aangepast aan het niveauverschil van het bouwterrein met verschillende openingen. Bredere linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder afgeknotte puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met pseudo-vakwerk waarin vierlicht; brede gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met bekronend balkon. Steekboogvensters op uitstekende lekdrempels. Typische houten roedenverdeling.
Interieur: onmiddellijk links van vestibule veelhoekig bijgebouw, rijkelijk versierd met houtwerk (lambriseringen, schouw, deur) in neogotische stijl; de ruimte wordt overvloedig verlicht door vier muuropeningen, boven tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. bolkozijnen met houten roedenverdeling, onder tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. kruiskozijn met glas-in-lood, binnenluiken met briefpanelen en bewerkt hang- en sluitwerk. Centraal glasraam met voorstelling in beschilderde glas van de vier evangelisten en van de H. Aleidis, Barbara, Catharina en Cecilia. Polygonale hal met vleugeldeuren die toegang verlenen tot de verschillende ruimtes. Verzorgde decoratie: houten trapleuning, gesculpteerde trappaalHoofdbaluster aan de eerste trede van een trap. met opmerkelijke gestileerde vleermuis; friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). in beschilderd stukwerk waarop vleermuizen met uitgestrekte vleugels; mozaïeken vloer. In één van de ruimtes op de begane grond, schouw in grijs en beige marmer in geometriserende art-nouveaustijl met daarop opschrift: "A DIEU FOI AUX AMIS FOYER".
Nr. 185. Huis in geometriserende art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession.. Gevel met drie bouwlagen in kunststeen, voorzien van decoratieve gebosseerde elementen in blauwe hardsteen op arduinen plint. Op begane grond drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. steekboogvensters en steekboogdeur tussen twee zijlichten met ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. en gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuiltjes; inrijpoort met ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. met visgraatmotief die op aanzetstukken met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. rust. Hierachter bevindt zich de lange gang die naar het achteraan gelegen Nr. 183 leidt. Op eerste verdieping bolkozijn met breed steekbogig licht boven tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt., rechts breed vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. In laatste bouwlaag rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder gestrekte waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen., rechts drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. voorzien van balkon met ijzeren leuning op metalen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. die verlengd worden en tot aan de vensterleuningLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. van de muuropeningen op de eerste verdieping leiden. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met twee dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. waaronder één dat kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreekt.
Nr. 187. Eclectisch pand met art-nouveau-invloed. Gevel in lichte baksteen in contrasterende banden van drie bouwlagen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. oorspronkelijk gelijkaardig aan die van Nr. 189 doch met winkelpui (n.o.v. arch. E. DESPRETZ, 1941). Verdiepingen gevat tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder brede steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. die tegen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). aanleunt. Op eerste verdieping bolkozijn tussen kloosterkozijnen; op tweede verdieping twee steekboogvensters. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst. verder geschraagd door laterale lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries).. Pannen zadeldakDak met twee hellende dakvlakken..
Nr. 189. Huis in eclectische stijl met art-nouveau-invloed. Gevel in witte baksteen met banden in rode baksteen. Drie bouwlagen onder pannen zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Arduinen plint met metselverbandWijze waarop bakstenen aan de buitenzijde van een muur zijn gerangschikt.. Breed en hoog steekboogvenster en rechthoekige deur met bovenvenster in eerste bouwlaag. Op eerste verdieping drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder steekbogige ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. Op tweede verdieping drie rondboogvensters onder gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rondbogen. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op houten uitgelengde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..
Nr. 183. Eclectisch pand met invloed van cottagestijl. Onzichtbaar vanaf straatkant, toegankelijk via lange gang met glazen overkapping achter deur van Nr. 185. Naar tuin gerichte hoofdgevel in baksteen met twee bouwlagen en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), van mekaar gescheiden door schoorsteen. Hoge arduinen, rustiek gebosseerde sokkel waarvan de hoogte is aangepast aan het niveauverschil van het bouwterrein met verschillende openingen. Bredere linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder afgeknotte puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met pseudo-vakwerk waarin vierlicht; brede gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met bekronend balkon. Steekboogvensters op uitstekende lekdrempels. Typische houten roedenverdeling.
Interieur: onmiddellijk links van vestibule veelhoekig bijgebouw, rijkelijk versierd met houtwerk (lambriseringen, schouw, deur) in neogotische stijl; de ruimte wordt overvloedig verlicht door vier muuropeningen, boven tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. bolkozijnen met houten roedenverdeling, onder tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. kruiskozijn met glas-in-lood, binnenluiken met briefpanelen en bewerkt hang- en sluitwerk. Centraal glasraam met voorstelling in beschilderde glas van de vier evangelisten en van de H. Aleidis, Barbara, Catharina en Cecilia. Polygonale hal met vleugeldeuren die toegang verlenen tot de verschillende ruimtes. Verzorgde decoratie: houten trapleuning, gesculpteerde trappaalHoofdbaluster aan de eerste trede van een trap. met opmerkelijke gestileerde vleermuis; friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). in beschilderd stukwerk waarop vleermuizen met uitgestrekte vleugels; mozaïeken vloer. In één van de ruimtes op de begane grond, schouw in grijs en beige marmer in geometriserende art-nouveaustijl met daarop opschrift: "A DIEU FOI AUX AMIS FOYER".
Nr. 185. Huis in geometriserende art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession.. Gevel met drie bouwlagen in kunststeen, voorzien van decoratieve gebosseerde elementen in blauwe hardsteen op arduinen plint. Op begane grond drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. steekboogvensters en steekboogdeur tussen twee zijlichten met ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. en gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuiltjes; inrijpoort met ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. met visgraatmotief die op aanzetstukken met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. rust. Hierachter bevindt zich de lange gang die naar het achteraan gelegen Nr. 183 leidt. Op eerste verdieping bolkozijn met breed steekbogig licht boven tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt., rechts breed vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. In laatste bouwlaag rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder gestrekte waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen., rechts drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. voorzien van balkon met ijzeren leuning op metalen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. die verlengd worden en tot aan de vensterleuningLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. van de muuropeningen op de eerste verdieping leiden. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met twee dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. waaronder één dat kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreekt.
Nr. 187. Eclectisch pand met art-nouveau-invloed. Gevel in lichte baksteen in contrasterende banden van drie bouwlagen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. oorspronkelijk gelijkaardig aan die van Nr. 189 doch met winkelpui (n.o.v. arch. E. DESPRETZ, 1941). Verdiepingen gevat tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder brede steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. die tegen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). aanleunt. Op eerste verdieping bolkozijn tussen kloosterkozijnen; op tweede verdieping twee steekboogvensters. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst. verder geschraagd door laterale lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries).. Pannen zadeldakDak met twee hellende dakvlakken..
Nr. 189. Huis in eclectische stijl met art-nouveau-invloed. Gevel in witte baksteen met banden in rode baksteen. Drie bouwlagen onder pannen zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Arduinen plint met metselverbandWijze waarop bakstenen aan de buitenzijde van een muur zijn gerangschikt.. Breed en hoog steekboogvenster en rechthoekige deur met bovenvenster in eerste bouwlaag. Op eerste verdieping drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder steekbogige ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. Op tweede verdieping drie rondboogvensters onder gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rondbogen. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op houten uitgelengde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..
Bronnen
Archieven
GAEtt./OW 2608 (1941), 17906 (1905).