Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Charles RIFFLARTarchitect1908

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neogotiek

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 28833
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met neogotischeHistoriserende stijl (vanaf ca. 1860) die teruggrijpt naar de gotische vormentaal met o.m. spitsbogen, verticalisme, puntgevels, erkers, enz. Neotudor inspireert zich op de specifieke vormentaal van de overgangsperiode tussen gotiek en renaissance in Engeland onder de Tudors. elementen gesigneerd en gedateerd op sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. «Ch. [arles] Rifflart Arch. [19]08».

Asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. van twee bouwlagen. Gevel in oranjekleurige baksteen met witstenen elementen op hardstenen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. bekroond door puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. waarin trapvormig baksteenreliëf. Korfboogvormige muuropeningen. DrielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op benedenverdieping met stenen monelenStenen vensterstijl.. TweelichtTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. op verdieping met balkon en ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Klein balkon in puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.. Muuropeningen in toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met gestileerde sluitstenenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., mansarde met dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen maar met behoud van oorspronkelijk model.

Bronnen

Archieven
GAV/DS 4736 (1908).