Gemeentelijke scholen nr. 9 en 10 en voormalige Baden van Vorst
Berthelotstraat 34
de Fierlantstraat 35
Montenegrostraat 155-159
Typologie(ën)
school
Ontwerper(s)
Charles RIFFLART – architect – 1930-1938
Isidore ZIELONKA – architect – 1975
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Vorst (DPC-DCE - 2014-2020)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Geschiedenis
De snelle bevolkingsgroei van de Sint-Antoniuswijk in het begin van de twintigste eeuw leidde tot een heus schooltekort. De gemeenteraad van Vorst keurde op de zitting van september 1919 een reeks voorprojecten goed voor een nieuw schoolcomplex in de wijk. Verschillende jaren later, op de gemeenteraadszitting van 12.08.1930, werd het project definitief goedgekeurd door de gemeente en de toenmalige Schepen van Openbare Werken Léon Wielemans. De plannen voorzagen een grootschalig schoolcomplex binnenin het huizenblok van de de Fierlantstraat, de Montenegrostraat, de Berthelotstraat en de de Mérodestraat. Naast een kleuter- en basisschool voor meisjes langs de Fierlantstraat en een sportzaal en basisschool voor jongens langs de Montenegrostraat werd ook een zwembad voorzien met baden en douches langs de Berthelotstraat. Het zwembad deed niet alleen dienst als schoolzwembad, maar ook als openbaar zwembad.
De werken startten in 1930 door de aannemers Alphonse en Jérôme Van Coillie en De Ridder en d’Hondt, die concessiehouders waren van Hennebique, een bedrijf gespecialiseerd in gewapend beton. Eens de fundamenten gelegd voor het volledige complex, concentreerde de werf zich op het schoolgebouw waarvan de kleuterschool in 1934 zijn deuren opende, de meisjesschool in 1935 en de jongensschool het daaropvolgende jaar in 1936. De ruwbouwwerken aan het zwembad waren in 1937 afgewerkt. Een nieuw bouwdossier, goedgekeurd bij de gemeenteraad van 18.05.1938, voorzag de interieurinrichting van het zwembad met de sanitaire installaties zowel als het meubilair, die ontworpen waren door dezelfde architect Charles Rifflart. De Tweede Wereldoorlog leidde echter tot een onderbreking van de werf waardoor het zwembad pas in 1947 afgewerkt kon worden en uiteindelijk ook geopend werd voor het publiek.
Het meest innovatieve en toen sterk geapprecieerde aspect van het schoolontwerp was de speelplaats die zich niet binnenin de huizenblok bevond maar wel aan de hoek van de Montenegro- en Berthelotstraat en enkel afgesloten werd door een lage muur. Hierdoor konden de kinderen ook buiten de schooluren van de open ruimte genieten om veilig te spelen.
Naast de klaslokalen die voorzien waren van brede gangen en het ruime speelplein omvatte het schoolcomplex tevens tekenzalen, vergaderzalen, burelen, een museum, een ruimte voor de schooldokter, twee overdekte speelpleinen die ook dienstdeden als feestzaal, een turnzaal en een conciërge. De architectuur valt op door zijn eenvoud en functionaliteit. Zo werden de klassen verlicht door grote muuropeningen en verwarmd door moderne convectoren die een optimale luchtcirculatie voorzagen. De afwerkingen zoals onder meer de lambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … in groene en okerkleurige keramische tegels die in alle klassen en gemeenschappelijke ruimtes werden voorzien, moesten voor een aangename sfeer zorgen. Ook het schoolmeubilair zou deels door de architect Rifflart ontworpen zijn. Het gebouw van architect Isidore Zielonka werd langs de hoek van de Montenegrostraat en de de Fierlantstraat gebouwd om te voldoen aan de groeiende eisen van de school: het nieuwe gebouw werd voorzien van een overdekte speelplaats, een turnzaal en extra klaslokalen.
Twee afzonderlijke gebouwen, in de de Fierlantstraat en de Montenegrostraat, van meestal één bouwlaag onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., waarachter langsgevels die elkaar haaks kruisen. Gevels in zalmkleurige baksteen van Venlo versierd met elementen in witsteen en granitoplint.
Straatgevels met nadruk op horizontale lijn door ingewerkte bloembakken, borstweringen en hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Rechthoekige muuropeningen. Hoofdingangen ingesloten in concave omlijstingen met halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt. waarvan centrale voorzien van metalen art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. verlichtingsarmaturen, geheel onder luifelsAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.. Talrijke geometrische art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. elementen.
Drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de Fierlantstraat. Eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met hoofdingang naar speelplaats, twee volgende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) voorzien van drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Twee gelijke dakkapellen in de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de Montenegrostraat, waarvan derde en vierde met twee bouwlagen waarachter conciërgewoning. Eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. voorzien van impostvensters, tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met hoofdingang in portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. naar centrale hal. Verticaal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. tussen twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van de conciërgewoning. Vijfde travee als lage aanbouw met schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Breed vijfdelig dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is..
Langsgevels volgens repeterend schema van drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met borstweringen voorzien van uitspringend cordonlijst die centraal onderbroken wordt door smal venster. Deurtraveeën met dubbele deuren onder luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. en horizontaal geleed trapvenster.
Gevel loodrecht op de Montenegrostraat van 12 traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en drie bouwlagen plus een volwaardige kelderverdieping. De hoogste bouwlaag werd in een latere periode toegevoegd.
Gevel loodrecht op de de Fierlantstraat van 3 traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en twee bouwlagen plus een volwaardige kelderverdieping. De tweede bouwlaag werd in een latere periode toegevoegd.
Beschrijving gebouw Isidore Zielonka
Twee bouwlagen en lange gesloten gevels onder plat dak. Gevels in oranjegekleurde baksteen met elementen in beton en hardstenen plint. Licht vooruitspringende verdieping ondersteund door consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..
Langs de de Fierlantstraat vensteropeningen op de verdiepingen in driehoekige inkepingen. Langs de Montenegrostraat grote vensteropeningen met afgeschuinde benedenhoeken die de sportzaal verlichten.
Beschrijving Baden van Vorst
Brede gevel van één of twee bouwlagen met souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. onderverdeeld in centraal hoger en breder gedeelte en twee quasi symmetrische zijdelen, geheel onder plat dak. Nadruk op de horizontale lijn door de brede vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. en de sterk overkragende (kroon)lijsten. Wit bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel met elementen in hardsteen. Rechthoekige muuropeningen. Centraal gedeelte met negen, gekoppelde en smalle vensteropeningen op de twee bouwlagen. Zijdelen met twee brede vensteropeningen op de eerste bouwlaag en in uiterste delen van de tweede bouwlaag pergola onder stenen balkstructuur. In eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) kader geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. waarin een bloemmotief. Brede ingangspoort onder luifel in laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Geometrische ornamentenNiet-zelfstandig sierelement om een voorwerp of gebouw op te luisteren. in ingangspoort en langs de vensteropeningen. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen m.u.v. de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Bronnen
Archieven
GAV/DS 19755 (1975).
GAV/OW niet geklasseerd.
Publicaties en studies
CORDEIRO, P., BASYN J.-M. en PATRICO, T., Etude des bassins de natation situés en
Région Bruxelloise, KCML, Brussel, 2006, II-63-81.
MEYFROOTS,
G., Een architectuurhistorische en
typologische studie van de openbare en publieke toegankelijke zwembaden en
badinrichtingen van het huidig Brussels Gewest van circa 1850 tot 1960 (licentiaatsverhandeling),
Vrije Universiteit Brussel, 1995-1996.
Tijdschriften
‘La brique, matériau ancien et nouveau’, Bâtir, 8, 1933, p. 310 (image
«Ecole à Forest (en cours d’exécution), architecte Ch. Rifflart»).
Deletang, M., ’Groupe Scolaire Rue de Fierlant à Forest. Architecte Rifflart’, Bâtir, 45, 1936, pp. 811-812.
‘Zwembad-diskotheek in volkswijk Vorst’, Het nieuwsblad, 19 december, 1989.
‘La mosquée bruxelloise comme projet’, Bulletin
de Clara, 2, 2014, pp. 43, 44, 58-63.
Website
http://archiwebture.citechaillot.fr/fonds/FRAPN02_BAH46/inventaire/objet-25183)