Typologie(ën)

woning of opbrengsthuis (onbepaald)
kapel

Ontwerper(s)

Henri VAN LEUVENarchitect1913

INCONNU - ONBEKEND1864

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neogotiek
Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 10244
lees meer

Beschrijving

Oorspronkelijk pand met twee bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), heropgebouwd in 1864, twee bouwlagen toegevoegd in 1912.

Bepleisterde en beschilderde lijstgevel op stenen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. met vier kelderopeningen. Vleugeldeur.

In 1913 liet de "Association des filles de Saint-François de Salle" die het huis een jaar ervoor had laten verbouwen, achter het huis een neogotischeHistoriserende stijl (vanaf ca. 1860) die teruggrijpt naar de gotische vormentaal met o.m. spitsbogen, verticalisme, puntgevels, erkers, enz. Neotudor inspireert zich op de specifieke vormentaal van de overgangsperiode tussen gotiek en renaissance in Engeland onder de Tudors. kapel en sacristie bijbouwen n.o.v. arch. H. VAN LEUVEN. De bakstenen zijgevel van deze kapel bezit een portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. van zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met kortbogen die steunen op verdikte arduinen zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. met een Toscaans kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. waarboven een smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… sieranker(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief.. Verdieping met vier centrale drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. en tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. in de zijtraveeën; spitsboogvensters met glas-in-lood voorzien van geometrische motieven onder gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. korfbogenBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen..

Sacristie met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. waarboven een spitsbogig timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd.. Aan het uiteinde van de portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert., Lourdesgrot in cement.

Interieur kapel
: één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met gebroken tongewelf en lunetten. Koor met spitsbooggewelf. Een houten trap leidt naar eveneens houten tribune. 

Bronnen

Archieven
GASJ/DS/OW 136 (1864), 8496 (1912), 8572 (1913).