Gemeenteschool Joseph Delclef en tekenacademie
Chaletstraat 1
Warmoesstraat 52
Van Bemmelstraat 1
Typologie(ën)
school
conservatorium/kunstacademie
conservatorium/kunstacademie
Ontwerper(s)
M. VANDERAUWERA – architect – 1856-1858
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Joost-ten-Node (DMS-DML - 1994-1997)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
1993-1995
id
Urban : 10573
Beschrijving
De bouwgrond werd in 1852 door de gemeente gekocht.
Dankzij een lening waren de in 1856 begonnen werken, n.o.v. de gemeentelijke arch. VANDERAUWERA, reeds twee jaar later beëindigd. De school bleek echter al snel te klein te zijn. In de Warmoesstraat Nr. 52 werden bijkomende klaslokalen voor meisjes en jongens gebouwd evenals de tekenschool uit 1864, waarvan een bronzen reliëf in de hal getuigt, gesigneerd door F. ROMBAUX. Het reliëf stelt een naaktstudie voor omringd door antiquiserende kunstobjecten en draagt het opschrift: "ECOLE DES / ARTS DU DESSIN / 1864-1914 / SAINT-JOSSE-TEN-NOODE".
De opening van de Van Bemmelstraat in 1879 maakte een nieuwe uitbreiding mogelijk, wederom noodzakelijk ondanks de overplaatsing van de meisjesklassen naar de Grensstraat. Verschillende - gewijzigde - plannen, waarvan de eerste van gemeentelijk arch. JACOBS, gingen aan deze vergroting vooraf. Pas in 1891 namen de werken een aanvang. De school breidde zich ditmaal richting Van Bemmelstraat uit. De overdekte binnenplaats en ommuring dateren van deze periode. De klaslokalen op de hoek van de Warmoesstraat en de Van Bemmelstraat volgen pas enkele jaren later, n.o.v. arch. G. VAN WASSENHOVEN van 1911.
Opvallend hier is het gebruik van gewapend beton. Niettegenstaande het grote tijdsverloop - meer dan vijftig jaar - getuigt het complex van een opmerkelijke homogeniteit die dankzij een recente restauratie nog beter tot uiting komt.
De neoclassicistisch geïnspireerde gevels, uniform bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en wit beschilderd en afgewisseld met contrasterende blauwe hardsteen voor de plint, kordonlijsten, lekdrempels en lateien, getuigen van een grote soberheid.
Dankzij een lening waren de in 1856 begonnen werken, n.o.v. de gemeentelijke arch. VANDERAUWERA, reeds twee jaar later beëindigd. De school bleek echter al snel te klein te zijn. In de Warmoesstraat Nr. 52 werden bijkomende klaslokalen voor meisjes en jongens gebouwd evenals de tekenschool uit 1864, waarvan een bronzen reliëf in de hal getuigt, gesigneerd door F. ROMBAUX. Het reliëf stelt een naaktstudie voor omringd door antiquiserende kunstobjecten en draagt het opschrift: "ECOLE DES / ARTS DU DESSIN / 1864-1914 / SAINT-JOSSE-TEN-NOODE".
De opening van de Van Bemmelstraat in 1879 maakte een nieuwe uitbreiding mogelijk, wederom noodzakelijk ondanks de overplaatsing van de meisjesklassen naar de Grensstraat. Verschillende - gewijzigde - plannen, waarvan de eerste van gemeentelijk arch. JACOBS, gingen aan deze vergroting vooraf. Pas in 1891 namen de werken een aanvang. De school breidde zich ditmaal richting Van Bemmelstraat uit. De overdekte binnenplaats en ommuring dateren van deze periode. De klaslokalen op de hoek van de Warmoesstraat en de Van Bemmelstraat volgen pas enkele jaren later, n.o.v. arch. G. VAN WASSENHOVEN van 1911.
Opvallend hier is het gebruik van gewapend beton. Niettegenstaande het grote tijdsverloop - meer dan vijftig jaar - getuigt het complex van een opmerkelijke homogeniteit die dankzij een recente restauratie nog beter tot uiting komt.
De neoclassicistisch geïnspireerde gevels, uniform bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en wit beschilderd en afgewisseld met contrasterende blauwe hardsteen voor de plint, kordonlijsten, lekdrempels en lateien, getuigen van een grote soberheid.
Gevel Chaletstraat: oudste deel, dubbelhuisopstand van twee bouwl., van mekaar gescheiden door brede arduinen kordonlijst. Breed middenrisaliet bekroond door een driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. onder zware onderbroken kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop.. Begane grond met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. waarin vijf rondbogige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., het laatste geplaatst boven vleugeldeur. Eerste verdieping geaccentueerd door een monumentaal rondbogig drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met pilastervormende tussenstijlen, onderbroken door een zware kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).; geprofileerde rondboogomlijsting met schijfmotieven, aan weerszijden geflankeerd door twee brede pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met paneeldecoratie. Linker- en rechtervleugel met hoekrisaliet van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Begane grond met rondboogvensters, op eerste verdieping rechthoekige ramen met roedenverdeling. Eenvoudige friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met bedekte steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel., houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en attiekbekroning.
Gevel Warmoesstraat: drie eerste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) analoog aan die van de Chaletstraat, deurvorm incluis. De vier volgende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) behoren tot de tweede bouwfase. Rechthoekige muuropeningen in beide bouwlagen. AttiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. waarin venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met roedenverdeling.
Ingang tekenacademie in linkertravee: hoge vleugeldeur met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. aan weerszijden geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en smalle zijlichten, het geheel onder zware arduinen latei. Hierboven breed vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met roedenverdeling in stucwerkomlijsting onder zwaar entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. in blauwe hardsteen; sterk uitspringende panelen op muurdammen. Centraal attiekvenster tussen twee zijvensters.
Het deel van de school dat de hoek vormt van de Warmoesstraat en de Van Bemmelstraat (1911) combineert de opstand van het oudste gedeelte met de attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. en de rondboogvensters van de begane grond. Het omvat in totaal zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) + één hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. (Van Bemmelstraat). Een muur met bewerkt smeedijzeren hekken aan de Van Bemmelstraat sluit de binnenplaats af. De achtergevels van de gebouwen in de Chaletstraat en Warmoesstraat die uitkijken op deze binnenplaats zijn grotendeels een herhaling van de gevelopstand aan de voorzijde. De binnenplaats wordt links geflankeerd door een dwars gelegen vleugel met een gevel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in de Van Bemmelstraat.
Interieur: heeft talrijke wijzigingen ondergaan, o.a. toevoeging van scheidingswanden waardoor de oorspronkelijke structuur van de overdekte binnenplaats onzichtbaar is geworden. Heden in restauratie.
Bronnen
Archieven
GASJ/DS/OW 29, 83, 91, 133 (s.d.).
BC, Rapport sur l'administration et les affaires de la commune. Session 1855-1856, pp.9-10.
GR 22.10.1858, 07.12.1858, 07.12.1881, 19.07.1882, 16.04.1884, 07.05.1884, 01.08.1887, 05.03.1888, 12.03.1888, 13.05.1889, 01.06.1891, 12.04.1911.
Verzameling van Dexia Bank
Publicaties en studies
JURION-DE WAHA, F., La mémoire des pierres. Découvrez l'architecture scolaire à Bruxelles, Fondation Roi Baudouin, Brussel, 1987, pp.61-62.
BC, Rapport sur l'administration et les affaires de la commune. Session 1855-1856, pp.9-10.
GR 22.10.1858, 07.12.1858, 07.12.1881, 19.07.1882, 16.04.1884, 07.05.1884, 01.08.1887, 05.03.1888, 12.03.1888, 13.05.1889, 01.06.1891, 12.04.1911.
Verzameling van Dexia Bank
Publicaties en studies
JURION-DE WAHA, F., La mémoire des pierres. Découvrez l'architecture scolaire à Bruxelles, Fondation Roi Baudouin, Brussel, 1987, pp.61-62.