Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Beschermd sinds 04 december 1997

Stijlen

Art nouveau
Neorenaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 103
lees meer

Beschrijving

Herenhuis in geometrische art-nouveaustijl, 1904, gesigneerd op onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. ‘(Benjamin) De Lestré(-Fabribeckers) / Arch(itec)te'.

Symmetrische gevel van vier bouwlagen met één enkele traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op verdiepingen. Lichte bakstenen gevel met wit- en hardstenen elementen. Gedrongen benedenverdieping met twee muuropeningen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. met getoogd binnenwelfvlakWelfvlak aan de binnenzijde van een boog of gewelf.: opengewerkte deur en getralied vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Verdiepingen tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. gevat. Gewelfde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op uitgelengde consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., bekroond door terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen geprofileerde postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering., groot hoefijzerboogvormig drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. In vierde bouwlaag rechthoekig drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder ontlastingsbogenBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.; centraal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen stenen wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere.. Terugkerend motief van concentrische cirkels boven drie gestileerde stangen op de gevel en het ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw.. Stenen gewelfde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met acroteria. Prachtig bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdeling. Houten rolluikkasten in tweede bouwlaag.

Interieur: deels bewaard. Typische deuren, mozaïekvloeren op benedenverdieping, geprofileerde plafonds. In trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., Moorse consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. versierd met kastanjebladeren. Salon met rijkelijke neo-Vlaamse renaissanceVlaams renaissance (vanaf 16e eeuw). Stijl die elementen uit de Italiaanse renaissance toepast op de traditionele bak- en zandsteenstijl. De neo-Vlaamse renaissance (ca 1860-1914) grijpt vanuit een nationalistische tendens terug naar de Vlaamse renaissance en haar specifieke ornamentiek. De stijl kenmerkt zich door een polychroom materiaalgebruik en een volumespel d.m.v. erkers, torentjes, trapgevels, enz. decor: cassettenplafond, muren bekleed met imitatieleder van Cordoba, indrukwekkende schoorsteenmantelHouten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw. in rode marmer. Twee schoorsteenmantels in neo-Egyptische- en empirestijl in achterkamer van tweede bouwlaag. Achtergevel met halfronde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld..

Bescherming 04.12.1997.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 302 (1904).

Publicaties en studies
BORSI, F., WIESER, H., Bruxelles capitale de l'Art Nouveau, fr. vert. J.-M. Van der Meerschen, Mark Vokaer éditeur, Brussel, 1992 (Collectie Europe 1900), p. 285.
Gevrijwaarde monumenten en landschappen, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Mardaga, 1999, p. 285.