Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Henri HANNAERTSaannemer, architect, timmerman / schrijnwerker1900

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 74
lees meer

Beschrijving

Ensemble van twee huizen in eclectische stijl met polychroom parementGangbaar geveltype in België tussen 1890 en 1914, gekenmerkt door een speelse verwerking van kleurrijke materialen en tal van ornamenten; vaak gevels met een asymmetrische compositie. en asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. n.o.v. arch. Henri Hannaerts, 1900.

Verspringende traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op nr. 34. Bakstenen gevel met hard- en witstenen elementen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met diverse bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder uitspringende latei. Oorspronkelijke balkons volgens verkleinende ordonnantie met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., bewaard op nr. 34 en omgebouwd tot erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. (1911) op nr. 32. Gevels versierd met sgraffiti: bladmotieven en kastanjebolsters op friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). boven benedenverdieping en op panelen boven venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van hoogste bouwlaag van nr. 32; eikenbladeren en feniks op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van nr. 34. Oorspronkelijk schrijn- en ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw.. Deur onder dubbel impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. op nr. 32, onder impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met glas-in-lood: bloemmotief op nr. 34.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 2022 (1900), 25 (1911).

Publicaties en studies
Inventaire des sgraffites. Saint-Gilles, GERPM - SC asbl, s.l., s.d., fiches 34-35.