Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

Pierre COOMANSaannemer1898-1899

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 61
lees meer

Beschrijving

Ensemble van zes huizen van gelijke omvang in eclectische stijl met polychroom parementGangbaar geveltype in België tussen 1890 en 1914, gekenmerkt door een speelse verwerking van kleurrijke materialen en tal van ornamenten; vaak gevels met een asymmetrische compositie. en asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. n.o.v. aannemer Pierre Coomans; eerste drie van 1899, volgende drie van 1898.

Twee bouwlagen onder mansarde. Gevels in rode of witte baksteen met hardstenen elementen. Muuropeningen in omlijsting met hoekblokken. Mansarde met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., veelal met uitkragend dakstoeltje.

Nr. 18 en 20. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder I-balkenIJzeren latei met I-profiel. en ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.; erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met houten front (vervangen op nr. 18) op I-balkIJzeren latei met I-profiel. en zijwanden in metselwerk. Huizen onderscheiden zich vooral door plaats van erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.: in toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. en bekroond met gemetseld dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. op nr. 18; in hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. en breder op nr. 20. Gevel van nr. 18 heden wit geschilderd. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. op nr. 20. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen op nr. 18.

Nr. 22, 24, 26. Steekboogvensters onder archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. op verdiepingen. Deuren onder impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met glas-in-lood: geometrische motieven op nr. 22, ondergaande zon en papegaaien op nr. 24 en plantmotieven op nr. 28. Balkon in hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., doorgaans met stenen wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. en ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. (vervangen op nr. 24). Op nr. 28, dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. vervangen (1927) en dakverdieping toegevoegd. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  gedeeltelijk vervangen. Gevel op nr. 26 geïndividualiseerd met gemetselde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., voortgezet in dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder hoog torenachtig tentdak. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdeling en geslepen glas.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 18, 20, 22: 1717 (1899); 24, 26, 28: 1510 (1898); 28: 29 (1927).