Typologie(ën)

school

Ontwerper(s)

François POELS1904

W.P. RAESarchitect1982

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neo-Vlaamse renaissance
naoorlogs modernisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2022-2023

id

Urban : 24854
lees meer

Beschrijving

Aan rechterzijde van het perceel herenwoning in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met neo-Vlaamse renaissance-elementen naar ontwerp van architect François Poels, 1904. Gebouwd in opdracht van Jean-Frédéric Giele en zijn echtgenote Joséphine Versé. Aan linkerzijde van het perceel en binnenin het bouwblok monumentaalZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. geheel van verschillende schoolgebouwen naar ontwerp van architect W.P. Raes, 1982.

Geschiedenis
Thans maakt het gebouw deel uit van het Koninklijk Technisch Atheneum (K.T.A.) dat in 1956 werd geopend als Rijkstechnische normaalschool voor meisjes. Een lang gebouw van één bouwlaag werd toen achteraan de herenwoning gebouwd. In 1982 werd dit gebouw afgebroken en vervangen door de huidige schoolgebouwen.

Beschrijving
Voormalige herenwoning

Driegevelwoning met twee bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de straat, onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. DakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met tuitgevelPuntgevel bekroond met smalle rechthoekige hals; bij zeventiende eeuwse voorbeelden vaak steunend op schouderstukken. bekroond door pinakelSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje. in laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Gevel in hardsteen en witte steen. Rechthoekige muuropeningen, deze op de verdieping met schouderboogvormige kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog. en onder boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.; op de benedenverdieping met geriemde zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. en met balusterborstwering, op de eerste verdieping met rechthoekige stenen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door terras met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen stenen structuur; glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met rondbogenBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. in tuitgevelPuntgevel bekroond met smalle rechthoekige hals; bij zeventiende eeuwse voorbeelden vaak steunend op schouderstukken.; sieranker(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief.. Doorlopend  balkon met stenen balusterborstwering in twee eerste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Twee dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  deels bewaard.

Zijgevel grotendeels blindZonder opening; blind venster, schijnopening..

Volgens de oorspronkelijke bouwplannen werd het interieur in verschillende eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. ingericht, salon in Lodewijk XVI-stijl, eetzaal in neo-Vlaamse renaissancestijl en wintertuinGrotendeels met glas dichtgezette houten of metalen uitbouw van een huis; leefruimte met voornamelijk palmen en exotische planten. in art nouveaustijl.

Schoolgebouwen

Langs straatzijde één of drie bouwlagen, binnenin het perceel drie bouwlagen, allen onder plat dak. Gevels in geelbruine en zwarte baksteen met hardstenen elementen. Gebouwen langs de straat grotendeels met gesloten gevels. Links gebouw met trapvormig volume in tweekleurige betonnen platen geaccentueerd door uitkragende kolommenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd.. Gebouwen binnenin het perceel voorzien van vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters..



Bronnen

Publicaties en studies
Paulus, G., Jette, Guides des communes de la Région Bruxelloise, CFC-éditions, Bruxelles, 2000, pp. 60-61.