Typologie(ën)

kerk/kathedraal/basiliek
beeldhouwwerk en herdenkingsmonument
orgel

Ontwerper(s)

Edmond SERNEELSarchitect1905-1923

Georges COCHAUX (-SEGARD)architect1905

Jean-Émile KERKHOFForgelbouwer1916

Juridisch statuut

Beschermd sinds 04 maart 2004

Stijlen

Neogotiek

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 15562
lees meer

Beschrijving

Kerk in neogotischeHistoriserende stijl (vanaf ca. 1860) die teruggrijpt naar de gotische vormentaal met o.m. spitsbogen, verticalisme, puntgevels, erkers, enz. Neotudor inspireert zich op de specifieke vormentaal van de overgangsperiode tussen gotiek en renaissance in Engeland onder de Tudors. stijl, in de traditie van de spitsboogstijl uit de 12e en 13e eeuw.

De bouw neemt een aanvang in 1905 n.o.v. de architect Edmond Serneels en Georges Cochaux. Bij gebrek aan voldoende financiële middelen, zou ze pas voltooid worden in 1935. In 1906 waren drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van de beuk en het koor voltooid. De inwijding vond plaats op 26 november van dat jaar; de kerk kreeg toen de naam Sint-Antonius van Padua. In 1930 drongen de parochiebewoners er bij de gemeenteraad op aan de kerk te voltooien. In 1931 werd de constructie van de laatste drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de toren, het baptisterium, de orgeltribune en van het ingangsportaal met monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. trap tegenover de Jules Maloulaan besproken.

Gevels met parementGevel- of muurbekleding. in arduinen breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van Namèche onder leien bedaking. Volgens uitgelengd plan, driebeukige kerk met middenbeuk van zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en koor van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met vlakke koorsluiting. Geen transept.

Asymmetrische voorgevel voorafgegaan door monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. trap die naar portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). leidt: centrale puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is., rechts geflankeerd door vierkante klokkentoren onder vierkante torenspits met kruis en kleine hoektorentjes, links ronde hoektoren onder kegeldak waarin draaitrap die naar orgeltribune leidt. Spitsboogportaal bestaande uit drie deuren en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd.. Middenbeuk verlicht door bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. en roosvenstersRozet, versiering met concentrische vorm, lijkend op een bloem; in ruime zin roosvenster, groot rondlicht, gevuld met gotisch maaswerk van rozetten, drie-, vier- en veelpassen in concentrische schikking en/of gevuld met glas-in-lood..

Parochiekerk Sint-Antonius van Padua, het koor, afgestempeld op 1909 (Verzameling postakaarten Dexia Bank).

Zijgevels met twee torentjes voorafgegaan door vier puntvormige kapelgevels onder leien zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met spitsboogvensters en bekronende nissenUitsparing in de dikte van een muur, kan rechthoekig zijn of onder een boog, achtervlak kan vlak, segmentvormig, halfrond of gebogen zijn; diepe nis voor standbeeld.. Aan weerszijden van het koor sacristie en kapel onder gecombineerd zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Koor verbouwd in 1964 n.o.v. architect Dom Grégoire Watelet. Rond 1965 constructie van een moderne kapel in linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en verbouwing koor, sacristie en kapel volgens plannen die goedgekeurd werden door de abdij van Maredsous.

Interieur
Gebruik van baksteen afgewisseld met natuurstenen banden voor zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. en colonnettenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd., gordelbogen, kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. en basementen en met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. wanden voor polychroom effect. Middenbeuk onder gebroken tongewelf met lambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, …, verlicht door lichtbeuk met spitsbogige drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. en één met rondbogige; per drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rondboogvensters. Zijbeuk met onderling verbanden kapellen onder gebroken en gelambriseerde tongewelven.

Meubilair
Heiligenbeelden vóór pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) van eerste drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Orgeltribune met stenen, opengewerkteOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van middeleeuwse inspiratie. Koor verlicht door drie spitsboogvensters en roosvensterRozet, versiering met concentrische vorm, lijkend op een bloem; in ruime zin roosvenster, groot rondlicht, gevuld met gotisch maaswerk van rozetten, drie-, vier- en veelpassen in concentrische schikking en/of gevuld met glas-in-lood. met glasramen door meester-glazenier Edouard Steyaert, geplaatst in 1927; de acht glasramen in de zijbeuken zijn het werk van meester-glazenier Colpaert. In 1949 discussies omtrent het plaatsen van twee glasramen in het baptisterium door Weemaes: het eerste glasraam met 'Mozes die water uit de rotsen slaat', het tweede met 'Het doopsel van Christus'.
Zijaltaar uit 1923 n.o.v. architect Edmond Serneels. In 1933 plaatsing van twee beelden in het portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule).; een H. Benedictus en een H. Antonius, beiden door beeldhouwer Vergaert. Twee decoratieve panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. met 'De verschijning van de Maagd in Lourdes' en 'Pius IX verkondigt het dogma van de onbevlekte ontvangenis' van schilder Jos Desmedt. Biechtstoel van beeldhouwer De Maertelaere uit 1934.

Parochiekerk Sint-Antonius van Padua, de onafgewerkte westgevel, s.d. (Verzameling postakaarten Dexia Bank).

Kruisweg op doek uit 1935 door Jos Desmedt. De in 1911 gewijde klokken van edelsmid Pirotte zijn verdwenen en vervangen. Tribune met neogotischHistoriserende stijl (vanaf ca. 1860) die teruggrijpt naar de gotische vormentaal met o.m. spitsbogen, verticalisme, puntgevels, erkers, enz. Neotudor inspireert zich op de specifieke vormentaal van de overgangsperiode tussen gotiek en renaissance in Engeland onder de Tudors. orgel vervaardigd door orgelbouwer Emile Kerkhoff in 1916.

Links van de grote kerktrap arduinen buste van architect Edmond Serneels op sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. in gelijkaardig materiaal met inscriptie: 'EDMOND SERNEELS / ARCHITECTE / 1875-1934'; werk van beeldhouwer De Valériola.

Bronnen

Archieven
KCML 1.1, Etterbeek. Sint-Antonius van Paduakerk.

Publicaties en studies
COEKELBERGHS, D., JANSSENS, W., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Brabant. Kanton Etterbeek, KIK, Brussel, 1978, p. 15.
Inventaire exhaustif des orgues en région bruxelloise, La Renaissance de l'Orgue, Brussel, 1992, p. 73.

Persartikels
BROU, W., “A Etterbeek…Saint-Antoine de Padoue” in Le Folklore brabançon, 226, 1980, pp. 177-183.

Websites
Orgels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest