Typologie(ën)

kerk/kathedraal/basiliek

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neogotiek

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2007-2009

id

Urban : 19169
lees meer

Beschrijving

Driebeukige niet-georiënteerde kerk met toren en bijgebouw in vroeg-gotische neostijl, 1873.

Geschiedenis.
De Anglicanen zijn al tweehonderd jaar in Brussel aanwezig. Aanvankelijk kwamen ze samen in privé-woningen, later, na Slag bij Waterloo, werden de eerste reguliere congregaties opgericht. De congregatie van deze kerk kwam voordien in Augustijnenkerk (1816-1830), vervolgens in de Koninklijke Kapel (1825-1873) en later op de verdieping het Café d'Horloge (Naamse Poort, gesloopt) samen. Hun eerste predikant, Evan Jenkins, was tevens kapelaan van Leopold I. Zijn zoon (Charles Jenkins) en kleinzoon (John) waren verantwoordelijke voor de bouw van Church of the Resurrection die op 23 oktober 1874 werd ingewijd. De kerk werd in 1958 verlaten bij de samenvoeging van de congregatie met deze van de Church of Christ tot de huidige Church of the Holy Trinity (zie Kapitein Crespelstraat nr. 29). Later werd de kerk deel van winkelruimte op de Elsense Steenweg nr. 19.

De Stassartstraat 16-18, opstand, GAE/DS 95-16-18 (1873).

Beschrijving.
Gevel onderscheidt bijgebouw, toren, schip en zijbeuk. Gevels van bijgebouw en schip conform rooilijn gebouwd. Schuin inspringende gevels van toren en zijbeuk volgen daarentegen de oriëntatie van de kerk. Achter bijgebouw vroeger kleine driehoekige binnentuin (thans dichtgebouwd).
Kerk zelf bestaat uit breed schip met korte rechthoekige koorsluiting en korte zijbeuken, aan de linkerkant voorafgegaan door toren.

Oorspronkelijk bakstenen gevels met witstenen elementen (omlijstingen, aandaken, enz.) onder leien (zadel)daken. Voorgevels werden later bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. met similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Vierlobbige steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel..
Bijgebouw van twee bouwlagen. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op benedenverdieping en spitsboogvensters met houten traceerwerk op verdieping. OculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. in tuitgevelPuntgevel bekroond met smalle rechthoekige hals; bij zeventiende eeuwse voorbeelden vaak steunend op schouderstukken..
Vierkante toren van vier bouwlagen onder plat dak (oorspronkelijke overhoeks ingesnoerde torenspits verdwenen). Meestal spitsboogopeningen. Portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). voorafgegaan door koertje met smeedijzeren hekwerk. In hoogste bouwlaag aan vier zijden spitse tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. met galmborden.
Gevel van het schip onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met schouderstukken en versneden steunberen. Op benedenverdieping centraal uitspringend portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). onder tuitgevelPuntgevel bekroond met smalle rechthoekige hals; bij zeventiende eeuwse voorbeelden vaak steunend op schouderstukken. en gedeeltelijk steunend op zuilen met knopkapitelen. Dubbele ingang onder zwaar maaswerk met drielobben en rozet; eiken deuren met sierlijk smeedijzeren beslagVerzameling van metalen elementen op een deur of raam.. In tweede bouwlaag twee grote spitsboogvensters met onder andere rozetten in maaswerk. Rozet in puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.. Aansluitende gevel met blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. spitsboog sluit zijbeuk af.

De Stassartstraat 16-18, kerk rond 1900 (Verzameling van Dexia Bank).

Interieur.
Schip van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met scheibogen op benedenverdieping en lichtbeuk met tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst.. Zuilen met knoppenkapiteel en schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  in grijsgroene marmerimitatie. Zichtbare houten dakstructuur met drielobbige spanten op colonnetten. Spitse triomfboog met aansluitend koor met rechthoekige koorafsluiting.
Eenvoudige niet-figuratieve glas-in-loodramen.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 95-18.
Publicaties en studies
COX, R., Anglicans in Brussels, Brussel, 1999.