Typologie(ën)

woning of opbrengsthuis (onbepaald)

Ontwerper(s)

Robert ALLARDarchitect1925

Antoine AULBURarchitect1911-1918

Em. DERECKarchitect1911-1918

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 15240
lees meer

Beschrijving

Nr 18. Eclectisch pand n.o.v. arch. A. AULBUR - die de gevel tekende - en E. DERECK, 1911-1918.

Vier bouwlagen en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Lijstgevel in rode baksteen met veelvuldig gebruik van natuursteen op arduinen plint waarin twee kleine rechthoekige keldervensters. Ingangstravee met rechthoekige deur, stijlen met paneeldecoratie, bekronend frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met tandlijst en acroterie in de vorm van palmettenVersiering in de vorm van een palmblad.; op verdieping venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. resp. korfbogig, rechthoekig onder latei op aanzetstukken en hoefijzerboogvormig. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. in licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. Op begane grond twee korfboogvensters onder waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. op pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; consolevormende sleutels die trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. van eerste verdieping schragen. Hierin korfboogvenster en twee rechthoekige zijlichten; bekronend balkon met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. DrielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. in laatste twee bouwlagen, rechthoekig op tweede verdieping, korfbogig en met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in metselwerk op laatste verdieping. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..

Garages en bijgebouwen uit 1925, n.o.v. arch. Robert ALLARD (huidige Nr. 17). Bekronende trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. uit 1941, deur op begane grond ter vervanging van garagepoort.

Bronnen

Archieven
GAEtt./OW 3089 (1911), 6400 (1925), 880 (1941).