Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Franz D'OURSarchitect1906

Stijlen

Eclectisme
Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Etterbeek (DMS-DML - 1994-1997)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 15227
lees meer

Beschrijving

Huis in neo-Vlaamse renaissancestijl n.o.v. arch. Franz D'OURS die eigenaar van de bouwgrond was, 1906.

Drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Gevel in rode baksteen van Boom en Euvillesteen op stenen plint met vier kleine steekbogige kelderlichten met traliewerk. Op begane grond steekbogige muuropeningen in hoekblokomlijsting onder gebogen waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. ,vleugeldeur. Op eerste verdieping centrale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met kloosterkozijn en drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. boven tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.; bekronend balkon met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. tussen bakstenen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. met bolornament; in zijtraveeën twee identieke kloosterkozijnen. In laatste bouwlaag drie identieke kloosterkozijnen waaronder centraal deurvenster; rondboogtimpanen met metselwerk zoals op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. Sierankers. Zijtraveeën van verdiepingen ingeschreven in doorlopende  nis met hoekblokomlijsting. Op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van zijtravee van laatste bouwlaag twee stenen panelen met opschrift "ANNO" en "1906". FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries).. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). centraal doorbroken door kloosterkozijn onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.; aan weerszijden hiervan twee kleine dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken..

Bronnen

Archieven
GAEtt./OW 1499 (1906-1907).