Typologie(ën)

woning met kunstenaarsatelier

Ontwerper(s)

Antoine WIERTZschilder1850-1853

Statut juridique

Beschermd sinds 23 oktober 1997

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2011-2013

id

Urban : 21432
lees meer

Beschrijving

Voormalig atelier met woning en grote tuin, gebouwd i.o.v. de Belgische Staat door en voor kunstschilder Antoine Wiertz, 1850-1853. Sinds 1866 ingericht als museum, gewijd aan de schilder.

Geschiedenis
Antoine Wiertz (Dinant, 1806 – Elsene, 1865) was een schilder van historie-, genre- en portretstukken. Hij staat bekend om zijn monumentale doeken met veelal mythologische taferelen. Voorts was hij een begenadigd beeldhouwer en productief schrijver.

Wiertzmuseum, interieur van het atelier (foto 2012).

Reeds vanaf het eind van de jaren 1840 werd Wiertz geplaagd door de zoektocht naar een geschikte atelierruimte voor het maken van zijn grote werken. Met de moed der wanhoop richtte hij zich in 1850 tot Minister van Binnenlandse Zaken, Charles Rogier, om zijn atelier op kosten van de staat te laten oprichten. In ruil schonk hij een aantal van zijn grootse werken aan de staat. Volgens Wiertz kon het gebouw eveneens gebruikt worden als museum, tentoonstellingsruimte of atelier voor andere kunstenaars.

In juli 1850 werd een overeenkomst gesloten tussen Wiertz en de Staat. In ruil voor een drietal werken werd 30.000 fr. ter beschikking gesteld voor de bouw van het atelier. In 1851 kocht Wiertz het perceel aan de Vautierstraat aan. Ondanks het gebruik van goedkope materialen bleken de fondsen voor de voltooiing van het project algauw ontoereikend. Opnieuw in ruil voor een aantal werken van Wiertz maakte de staat in 1853 opnieuw een som vrij voor de voltooiing van het atelier. Twee jaar later was de ruwbouw zo goed als af, maar diende de afwerking (bepleistering, vloeren,…) nog worden aangevat. Naast de woning met achterliggend atelier liet Wiertz tegen de noordelijke atelierwand een folly plaatsen. Deze pseudo-ruïne was een vrije interpretatie van Wiertz van de Poseidontempel van Paestum.
Onderhoud van de woning en het atelier van Wiertz zouden sinds 1853 op de kosten van de staat gebeuren.

In 1861 werd een derde contract met de staat gesloten. Wiertz vreesde dat door verlenging van de rue Remorquer (huidige Wiertzstraat) zijn atelier ingesloten zou geraken door huizen. In ruil voor Le Phare de Golgothe kon hij de aanpalende grond kopen.
Vlak voor zijn dood, in 1865, maakte Wiertz duidelijk dat hij zijn volledige oeuvre aan de staat naliet, onder de uitdrukkelijke wens dat alle doeken in het atelier bleven. Bijna een jaar later besloot men het atelier toch als museum in te richten. De eerste conservator was Hendrik Conscience (zie ook gedenkplaat).

Tussen 1868 en 1872 kreeg het museum een nieuwe toegang, werd de woning aangepast voor de conservator en werd links de conciërgewoning gebouwd (huidige ingang). In 1872 ommuurde men de hoger gelegen tuin n.o.v. architect Willame. Een jaar later verdween een deel van nepruïne aan de noordelijke gevel van het atelier. Deze folly zou vermoedelijk reeds rond de jaren 1930 grotendeels verdwenen zijn, thans rest enkel overwoekerd fragment.
Sinds de bouw van het complex diende men voorturend aanpassing- en herstellingswerken door te voeren.

Wiertzmuseum, luchtfoto van het complex (Brussel UrbIS ® © - Verdeling: CIBG, Kunstlaan 20, 1000 Brussel).

Beschrijving
Voormalige woning (A) met achterliggend atelier (B) en conciërgewoning (C) op groots perceel met ommuurd en beboomd park in landschappelijke stijl (D).
Het complex bevat het grootste deel van Wiertz creaties: bescheiden doeken tot monumentale werken, schetsen, aantekeningen, beeldhouwwerken, enz.

Rechthoekig hoofdvolume bestaande uit woning en atelier met bebouwde oppervlakte van 705 m².

Woning (A) met neoclassicistische inslag, met drie bouwlagen, drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) breed, twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) diep en onder plat zinken dak. Gevels in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Rechthoekige muuropeningen; in eerste twee bouwlagen per traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) binnen dezelfde nis en oorspronkelijk voorzien van luiken; centrale toegang, thans met houten portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen naar oorspronkelijk model.
Sober interieur met over drie bouwlagen, centrale circulatiezone met slechts één kamer aan weerzijden ervan. Atelier toegankelijk via kamers van benedenverdieping.

Atelier (B) opgevat als grote rechthoekige loods (ca. 36 x 15 m) onder afgevlakt zinken zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met lichtstroken in kunststof (voorheen glas). BlindeZonder opening; blind venster, schijnopening. buitenmuren met steunberen. Oorspronkelijk enkel poort aan zuidelijke muur, thans de toegang vanuit voormalige conciërgerie naar atelier.
Sober interieur. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. muren en parket in visgraatmotief onder houten ankerbalkgebinte met ijzeren trekkers. Naast poort naar conciërgerie, enkel vleugeldeur en kleinere deur naar voormalige woning. Bewaarde trompe-l'œilmuurschildering n.h.v. Wiertz: halfnaakte vrouw spiedend achter deurkier.

Wiertzmuseum, kunstenaarswoning met achterliggend atelier (foto 2013).

Voormalige conciërgewoning (C) in neoclassicistische stijl, thans hoofdingang tot het museum. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel met twee bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Benedenverdieping met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met luiken en vleugeldeur. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .
Achter conciërgewoning, enfilade van drie zenithaal verlichte kamers.

Park (D) met slingerende grindpaden en één restant van vroegere folly, met name tuinhuisje in vorm van afgeknotte zuil, maar thans volledig overwoekerd. Hoger gelegen tuin ommuurd en geritmeerd door geboste pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..
Smeedijzeren toegangshek tussen geblokte pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) verlenen via trappen toegang tot hoger gelegen voormalige conciërgewoning. Pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) oorspronkelijk bekroond met thans verdwenen siervazen.

Wiertzmuseum, tuin met folie, G. Herman, [i]63 reproductions photocolographiques du Musée Wiertz[/i], pl.50 (s.d.).

Beschermd als monument (museum) en landschap (tuin) op 23.10.1997

Bronnen

Publicaties en studies
BRAUMAN, A., DEMANET, M., Le Parc Léopold (1850-1950). Le Zoo, la cité scientifique et la ville, AAM, Brussel, 1985.
VAN SANTVOORT, L., Het 19de-eeuwse kunstenaarsatelier in Brussel (doctoraal proefschrift, sectie Kunstwetenschappen en Archeologie, VUB), Brussel, 1995-1996, volume A, nr. 1850/1.

Websites
Wiertzmuseum