Typologie(ën)
woning met kunstenaarsatelier
bijgebouwen
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1840-1858
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Inventaris(sen)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Geschiedenis
Vóór de aanleg van de Ooststraat was dit huis een vierkante villa gelegen aan de achterzijde van een lang terrein haaks op de Haachtsesteenweg, aangelegd als tuin met twee ovale vijvers afgeboord door weggetjes. De villa had aan de zijkant vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met aan de steenweg een uitspringend toegangsportaal met zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd.. Achteraan was een L-vormig volume met twee ateliers aangebouwd.
![Detail uit [i]Plan de la commune de Schaerbeek 1876[/i], met zicht op het eigendom Verboeckhoven (Nationaal Geografisch Instituut).](/medias/500/buildings/10303086_0027_W01.jpg)
Tussen 1881 en 1892 werd een gedeelte van het eigendom, gelegen op de hoek met de steenweg, verkocht als bouwterreinen met rooilijn aan de nieuwe Ooststraat. In 1892 werd het overblijvende gedeelte, waaronder de gebouwen, verkocht in dertien loten, waaronder de percelen van de huidige nr. 15 tot 25 en 29 tot 35, deze laatste ter vervanging van de ateliers. De villa werd bewaard, maar haar noordgevel lag thans aan de straat. In 1897 voegde architect Oscar Simon twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in dezelfde stijl toe, rechts van deze gevel, waardoor een koetsdoorgang ontstond vóór het oorspronkelijke portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). van de westgevel, die behouden bleef. Achteraan bouwde hij tevens stallingen die nog altijd bestaan. In 1923 splitsten de aannemers Varlet Frères, de eigenaars, de villa op in twee woningen, de eerste met twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) (nr. 27a), met een deur in de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de tweede met vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) (nr. 27), en ze overkapten het geheel met een mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken..
Beschrijving
Twee bouwlagen en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de eerste vier gebouwd tussen 1840 en 1858, de twee volgende toegevoegd in 1897. Benedenverdieping met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Op de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), toegangsdeur uit 1923 ter vervanging van het oorspronkelijke vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), inrijpoort bekroond door een balkon met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. voor een glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Mansarde uit 1923, met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. KroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., deuren en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met metalen roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. op nr. 27a bewaard.
Interieur. Op nr. 27a, in het midden, bewaard trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. van de oorspronkelijke villa of ingericht in 1923 ter vervanging ervan. Op nr. 27, op de benedenverdieping, drie in elkaar lopende kamers achter de eerste twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Achter de twee volgende, koetsdoorgang waarvan de toegang met zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. in zwart marmer is bewaard – echter zonder het bekronende terras – en waaruit achteraan een trap uit 1923 naar de verdiepingen vertrekt.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 86-27, 86-33.
GAS/OW 86.
Publicaties en studies
DENHAENE, G., L'expansion de Bruxelles au XIXe siècle. Naissance du Faubourg de Schaerbeek: histoire et images, vzw PatriS, Brussel, 2002, p. 62.
MERTENS, A., ROZEZ, “Haecht (chaussée de)”, Annuaire du Commerce et de l'Industrie de Belgique, Province de Brabant, Bruxelles et sa banlieue, Brussel, Établissements généraux d'imprimerie, 1859-1860 tot 1881.
Kaarten / plannen
Atlas des chemins vicinaux de Schaerbeek, begin jaren 1840.
POPP, P. C., Atlas du Royaume de Belgique, plan parcellaire de la commune de Schaerbeek, ca. 1858.
Plan de la commune de Schaerbeek 1876, Nationaal Geografisch Instituut.
Bruxelles et ses environs, Militair Cartografisch Instituut, 1881.
Bruxelles et ses environs, Militair Cartografisch Instituut, 1893.
Plan de la commune de Schaerbeek 1899.