Sint-Bonifaasstraat 15
Ernest Solvaystraat 18
Sint-Bonifaasstraat 17, 19, 20, 22
Ernest Solvaystraat 12, 14, 16, 19, 20, 22
Typologie(ën)
woning
gelijkvloers met handelszaak
gelijkvloers met handelszaak
Ontwerper(s)
Ernest BLEROT – architect – 1900-1901
Stijlen
Art nouveau
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Inventaris van sgrafitti (GERPM)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2007-2009
id
Urban : 19053
Beschrijving
Op kruising van Sint-Bonifaasstraat en Ernest Solvaystraat, opmerkelijk geheel van elf gebouwen in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession., ontworpen voor verschillende opdrachtgevers door architect Ernest Blerot, waarvan signatuur op sommige gevels te zien is. De bouwaanvragen werden in 1900 ingediend, met uitzondering van die voor Ernest Solvaystraat nr. 12, die van 1901 dateert.
E. Blerot ontwierp dit belangrijke geheel op het moment dat hij voor weduwe Elsom een huizenrij van zeventien woningen bouwde in de Vanderschrickstraat in Sint-Gillis (zie nr. 1 tot 25 in de Vanderschrickstraat, Jean Volderslaan nr. 42-46, 48 en Waterloosesteenweg nr. 13, 15). Met uitzondering van de sgraffiti zijn sommige Elsense gevels - en zeker hun details - vergelijkbaar aan die van Sint-Gillis, een procédé dat de architect toeliet om de opdrachten met de vereiste spoed uit te voeren.
De gebouwen staan op analoge percelen en hebben een identieke typologie (handelsruimte op de benedenverdieping en privé-woning op ), volume (drie bouwlagen en twee of drie traveeën) en grondplan (twee of drie vertrekken in enfilade, bereikbaar via een laterale gang met trap). De hoekgebouwen hebben echter een mijtervormig plan met rechts het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met verspringende bouwlagen. De aandacht van de architect gaat voornamelijk uit naar de gevelafwerking. De gevels onderscheiden zich door architectonische en decoratieve details, ontleend aan de de natuur of de middeleeuwse architectuur (pinakels, kruisbloemen, puntgevelsGevel waarvan de top driehoekig is., bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden., complexe erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., sgraffiti). Zoals gewoonlijk bij Blerot kreeg het schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bijzondere aandacht.
Sint-Bonifaasstraat nr. 15 – Ernest Solvaystraat nr. 18 en Sint-Bonifaasstraat nr. 20. Twee tegenover elkaar liggende hoekgebouwen, i.o.v. mijnheer De Groef. Symmetrische gevels, gedifferentieerd door contrast tussen baksteen, hardsteen en witsteen en door de verdeling en het ritme van de muuropeningen. De identieke erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. benadrukken de hoeken met de Ernest Solvaystraat. Volgens de plannen tellen deze gebouwen niet drie maar twee verdiepingen. Ze werden blijkbaar tijdens de uitvoering met een bouwlaag verhoogd. De behandeling van de winkelpuien, met uitstalramen over vrijwel de hele breedte van benedenverdieping, is opmerkelijk.
Sint-Bonifaasstraat nr. 15 – Ernest Solvaystraat nr. 18. Gevel met vier bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Sint-Bonifaasstraat, brede hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Ernest Solvaystraat; in laatstgenoemde verspringende bouwlagen voor trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. naar appartementen op verdiepingen; toegangsdeur geflankeerd door vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Bakstenen gevel met elementen in hardsteen en witsteen. Op rechte hoek van hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. twee smalle erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. boven elkaar: die in tweede bouwlaag polygonaal, die in derde bouwlaag driehoekig, allebei met tentdak. SgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). thans verdwenen.
Sint-Bonifaasstraat nr. 20. Vier bouwlagen en blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Ernest Solvaystraat, brede hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Sint-Bonifaasstraat, waarvan laatste met verspringende bouwlagen voor trap naar appartementen op verdiepingen; toegangsdeur geflankeerd door getralied vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Bakstenen gevel met elementen in hardsteen en witsteen. Muuropeningen onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. of steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster.. Op linkerhoek van hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. twee smalle houten erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. boven elkaar: die in tweede bouwlaag polygonaal, die in derde bouwlaag driehoekig, allebei met tentdak. Tussen vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. voor trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. en bovenop topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. diverse sgraffiti, thans zwart overschilderd; vier van hen zijn voorstellingen van Azië, Afrika, Noord-Amerika en Zuid-Amerika in de vorm van licht geklede jonge vrouwen; op de vijfde, ter hoogte van de topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., is een middeleeuws personage te zien met pijlkoker en in het midden het jaartal.
Sint-Bonifaasstraat nr. 17. Gevel met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. en in witte baksteen met elementen in hardsteen en witsteen. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. geflankeerd door dunne driehoekige pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en bekroond met topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., een typisch element voor de ontwerpen van Blerot, net zoals de spitsboog boven de toegangsdeur. Getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op verdiepingen doorlopende balkons met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met plantenmotieven voor glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.; dat van tweede verdieping lichtjes gewelfd. Op topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. vier sgraffiti, thans wit overschilderd; sgraffiti boven toegangsdeur gerestaureerd: gestileerde florale motieven, passend bij de architectuur en het ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw.. Opmerkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... van handelspui bewaard.
Sint-Bonifaasstraat nr. 19. Gebouwd i.o.v. mijnheer De Groef. Asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Bakstenen gevel met witstenen en hardstenen elementen. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. hoger dan toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht.; in laatstgenoemde verspringende bouwlagen. Meeste muuropeningen getoogd. In tweede bouwlaag balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met plantenmotieven. Vijf sgraffitopanelen met florale motieven en vrouwenportretten: op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., en op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. van hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel.. Bewaarde houten deur met smeedijzeren traliewerk. Oorspronkelijke handelsruimte werd tot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. verbouwd volgens toelating van 1924. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Sint-Bonifaasstraat nr. 22. Asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Gevel in gele baksteen met elementen in hardsteen en witsteen. Op hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. trapezoïdale houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., bekroond met terras; smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met plantenmotieven; traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bekroond met breed en hoog houten dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.. BoogveldEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …). boven toegangsdeur met sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). in symbolistische stijl (symmetrische vrouwenbustes rond jaartal 1900 in stralenkrans); overschilderd in felle kleuren die totaal verschillen van oorspronkelijke tinten.
Ernest Solvaystraat nr. 12. Was eigendom van E. Blérot. Opmerkelijke witstenen gevel – de enige van het geheel – met hardstenen elementen. Erg kenmerkende en dynamische gevel: asymmetrie van benedenverdieping, bekroond met gewelfd beschilderd paneel, contrasteert met compositie van verdiepingen; deze is georganiseerd rond centrale as met over twee bouwlagen gestapelde driehoekige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. Grote concave en gebogen sierlijst verbindt venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van eerste verdieping met bovenste gedeelte van erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in tweede bouwlaag, een voor Blerot typisch formeel element. Getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met stenen sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. onder getrapt spitsboogvormig buitenwelfvlak. Sgraffiti (bloemen, guirlandes en arabeskenOrnament met slingerende grondlijn, bekleed met bladeren, bloemen, vruchten, gedeelten van mensen- of dierenbeelden in grillige vormen, maar op sierlijke wijze geschikt en aaneengestrengeld. op lichte achtergrond) op twee valse venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in hoogste bouwlaag en op panelen tussen zijvensters van derde en vierde bouwlaag.
Uitstalraam op benedenverdieping rechts geflankeerd door terugwijkende portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met twee deuren: toegangsdeur naar verdiepingen en deur naar winkelruimte op 45° t.o.v. toegangsdeur, waardoor circulatie naar verdiepingen vergemakkelijkt wordt en de handelsruimte vergroot wordt. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .
Ernest Solvaystraat nr. 14. Asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Gevel in gele baksteen met elementen in hardsteen en witsteen. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. hoger dan toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. en met bekroningen. Balkons volgens verkleinende ordonnantie, die van derde bouwlaag lichtjes gewelf; smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met gestileerde plantenmotieven die typisch zijn voor de architect. Getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog.. Onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). met bloemen en bladeren in groen en okeren siena.
In 1972 werd oorspronkelijke winkelpui vervangen door huidige.
Ernest Solvaystraat nr. 16. Drie smalle traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Gevel in witte baksteen met elementen in witsteen en hardsteen. Op centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met rechte aandaken. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) tussen smalle pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. die naast centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) hoger zijn en bekroond met gesculpteerd stenen element. Op centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) balkons met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met gestileerde plantenmotieven die typisch zijn voor de architect. Getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Gevel versierd met meerdere spiegels met sgraffiti (florale motieven, arabeskenOrnament met slingerende grondlijn, bekleed met bladeren, bloemen, vruchten, gedeelten van mensen- of dierenbeelden in grillige vormen, maar op sierlijke wijze geschikt en aaneengestrengeld. en lofwerkVersiering van beeld- en houtsnijwerk in de vorm van bladeren. in oker, bruin en groen) die uitgespaard zijn in de lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries)., bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. en reliëfs van verschillende gevelelementen. Bewaarde handelspui.
Ernest Solvaystraat nr. 19. Gebouwd i.o.v. mevrouw Washer. Drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Gevel in witte baksteen met hardstenen elementen. Boven handelspui, twee hoofdtraveeënBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met elkaar verbonden door gewelfde topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. en geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met gesculpteerde stenen bekroning. In tweede bouwlaag doorlopend balkon voor glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. en met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met smeedijzeren gestileerde plantenmotieven die typisch zijn voor de architect. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., onder spitsboogvormige bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden..
Talrijke sgraffitopanelen boven venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. (diverse gestileerde florale motieven in lichte kleuren) en op de topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. (vrouwenprofiel dat aan bloemen ruikt). Bewaarde houten handelspui.
Ernest Solvaystraat nr. 20. Asymmetrische compositie. Gevel in witte baksteen met hardstenen en witstenen elementen. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. hoger dan toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. en geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met bekroning. Houten trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond met terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met gestileerde plantenmotieven die typisch zijn voor de architect. Sgraffitopanelen in oker, rood, geel en terrasiena op topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., (vrouwenprofielen tussen bloemen en arabesken), borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en impost van deur, deze laatste met jaartal ‘1900'. Bewaarde handelspui.
Ernest Solvaystraat nr. 22. In opdracht van mevrouw Washer. Gevel in witte baksteen met hardstenen en witstenen elementen. Drie smalle traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bekroond met topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met rechte aandaken. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., die van hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. hoger en met gesculpteerde stenen bekroning. Op hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. tevens balkons met gebogen hoeken en smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met gestileerde plantaardige motieven die typisch zijn voor de architect. Getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op imposten en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. sgraffiti met lofwerkVersiering van beeld- en houtsnijwerk in de vorm van bladeren. van bloemen en stengels waarin vogels verwerkt zijn (in oker, bruin en groen). Bewaarde houten handelspui. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. waarschijnlijk van latere datum.
Beschermd op 05.03.1998
E. Blerot ontwierp dit belangrijke geheel op het moment dat hij voor weduwe Elsom een huizenrij van zeventien woningen bouwde in de Vanderschrickstraat in Sint-Gillis (zie nr. 1 tot 25 in de Vanderschrickstraat, Jean Volderslaan nr. 42-46, 48 en Waterloosesteenweg nr. 13, 15). Met uitzondering van de sgraffiti zijn sommige Elsense gevels - en zeker hun details - vergelijkbaar aan die van Sint-Gillis, een procédé dat de architect toeliet om de opdrachten met de vereiste spoed uit te voeren.
De gebouwen staan op analoge percelen en hebben een identieke typologie (handelsruimte op de benedenverdieping en privé-woning op ), volume (drie bouwlagen en twee of drie traveeën) en grondplan (twee of drie vertrekken in enfilade, bereikbaar via een laterale gang met trap). De hoekgebouwen hebben echter een mijtervormig plan met rechts het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met verspringende bouwlagen. De aandacht van de architect gaat voornamelijk uit naar de gevelafwerking. De gevels onderscheiden zich door architectonische en decoratieve details, ontleend aan de de natuur of de middeleeuwse architectuur (pinakels, kruisbloemen, puntgevelsGevel waarvan de top driehoekig is., bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden., complexe erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., sgraffiti). Zoals gewoonlijk bij Blerot kreeg het schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bijzondere aandacht.
Sint-Bonifaasstraat nr. 15 – Ernest Solvaystraat nr. 18 en Sint-Bonifaasstraat nr. 20. Twee tegenover elkaar liggende hoekgebouwen, i.o.v. mijnheer De Groef. Symmetrische gevels, gedifferentieerd door contrast tussen baksteen, hardsteen en witsteen en door de verdeling en het ritme van de muuropeningen. De identieke erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. benadrukken de hoeken met de Ernest Solvaystraat. Volgens de plannen tellen deze gebouwen niet drie maar twee verdiepingen. Ze werden blijkbaar tijdens de uitvoering met een bouwlaag verhoogd. De behandeling van de winkelpuien, met uitstalramen over vrijwel de hele breedte van benedenverdieping, is opmerkelijk.
Sint-Bonifaasstraat nr. 15 – Ernest Solvaystraat nr. 18. Gevel met vier bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Sint-Bonifaasstraat, brede hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Ernest Solvaystraat; in laatstgenoemde verspringende bouwlagen voor trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. naar appartementen op verdiepingen; toegangsdeur geflankeerd door vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Bakstenen gevel met elementen in hardsteen en witsteen. Op rechte hoek van hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. twee smalle erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. boven elkaar: die in tweede bouwlaag polygonaal, die in derde bouwlaag driehoekig, allebei met tentdak. SgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). thans verdwenen.
Sint-Bonifaasstraat nr. 20. Vier bouwlagen en blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Ernest Solvaystraat, brede hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Sint-Bonifaasstraat, waarvan laatste met verspringende bouwlagen voor trap naar appartementen op verdiepingen; toegangsdeur geflankeerd door getralied vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Bakstenen gevel met elementen in hardsteen en witsteen. Muuropeningen onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. of steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster.. Op linkerhoek van hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. twee smalle houten erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. boven elkaar: die in tweede bouwlaag polygonaal, die in derde bouwlaag driehoekig, allebei met tentdak. Tussen vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. voor trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. en bovenop topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. diverse sgraffiti, thans zwart overschilderd; vier van hen zijn voorstellingen van Azië, Afrika, Noord-Amerika en Zuid-Amerika in de vorm van licht geklede jonge vrouwen; op de vijfde, ter hoogte van de topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., is een middeleeuws personage te zien met pijlkoker en in het midden het jaartal.
Sint-Bonifaasstraat nr. 17. Gevel met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. en in witte baksteen met elementen in hardsteen en witsteen. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. geflankeerd door dunne driehoekige pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en bekroond met topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., een typisch element voor de ontwerpen van Blerot, net zoals de spitsboog boven de toegangsdeur. Getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op verdiepingen doorlopende balkons met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met plantenmotieven voor glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.; dat van tweede verdieping lichtjes gewelfd. Op topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. vier sgraffiti, thans wit overschilderd; sgraffiti boven toegangsdeur gerestaureerd: gestileerde florale motieven, passend bij de architectuur en het ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw.. Opmerkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... van handelspui bewaard.
Sint-Bonifaasstraat nr. 19. Gebouwd i.o.v. mijnheer De Groef. Asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Bakstenen gevel met witstenen en hardstenen elementen. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. hoger dan toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht.; in laatstgenoemde verspringende bouwlagen. Meeste muuropeningen getoogd. In tweede bouwlaag balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met plantenmotieven. Vijf sgraffitopanelen met florale motieven en vrouwenportretten: op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., en op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. van hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel.. Bewaarde houten deur met smeedijzeren traliewerk. Oorspronkelijke handelsruimte werd tot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. verbouwd volgens toelating van 1924. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Sint-Bonifaasstraat nr. 22. Asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Gevel in gele baksteen met elementen in hardsteen en witsteen. Op hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. trapezoïdale houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., bekroond met terras; smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met plantenmotieven; traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bekroond met breed en hoog houten dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.. BoogveldEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …). boven toegangsdeur met sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). in symbolistische stijl (symmetrische vrouwenbustes rond jaartal 1900 in stralenkrans); overschilderd in felle kleuren die totaal verschillen van oorspronkelijke tinten.
Ernest Solvaystraat nr. 12. Was eigendom van E. Blérot. Opmerkelijke witstenen gevel – de enige van het geheel – met hardstenen elementen. Erg kenmerkende en dynamische gevel: asymmetrie van benedenverdieping, bekroond met gewelfd beschilderd paneel, contrasteert met compositie van verdiepingen; deze is georganiseerd rond centrale as met over twee bouwlagen gestapelde driehoekige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. Grote concave en gebogen sierlijst verbindt venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van eerste verdieping met bovenste gedeelte van erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in tweede bouwlaag, een voor Blerot typisch formeel element. Getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met stenen sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. onder getrapt spitsboogvormig buitenwelfvlak. Sgraffiti (bloemen, guirlandes en arabeskenOrnament met slingerende grondlijn, bekleed met bladeren, bloemen, vruchten, gedeelten van mensen- of dierenbeelden in grillige vormen, maar op sierlijke wijze geschikt en aaneengestrengeld. op lichte achtergrond) op twee valse venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in hoogste bouwlaag en op panelen tussen zijvensters van derde en vierde bouwlaag.
Uitstalraam op benedenverdieping rechts geflankeerd door terugwijkende portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met twee deuren: toegangsdeur naar verdiepingen en deur naar winkelruimte op 45° t.o.v. toegangsdeur, waardoor circulatie naar verdiepingen vergemakkelijkt wordt en de handelsruimte vergroot wordt. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .
Ernest Solvaystraat nr. 14. Asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Gevel in gele baksteen met elementen in hardsteen en witsteen. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. hoger dan toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. en met bekroningen. Balkons volgens verkleinende ordonnantie, die van derde bouwlaag lichtjes gewelf; smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met gestileerde plantenmotieven die typisch zijn voor de architect. Getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog.. Onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). met bloemen en bladeren in groen en okeren siena.
In 1972 werd oorspronkelijke winkelpui vervangen door huidige.
Ernest Solvaystraat nr. 16. Drie smalle traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Gevel in witte baksteen met elementen in witsteen en hardsteen. Op centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met rechte aandaken. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) tussen smalle pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. die naast centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) hoger zijn en bekroond met gesculpteerd stenen element. Op centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) balkons met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met gestileerde plantenmotieven die typisch zijn voor de architect. Getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Gevel versierd met meerdere spiegels met sgraffiti (florale motieven, arabeskenOrnament met slingerende grondlijn, bekleed met bladeren, bloemen, vruchten, gedeelten van mensen- of dierenbeelden in grillige vormen, maar op sierlijke wijze geschikt en aaneengestrengeld. en lofwerkVersiering van beeld- en houtsnijwerk in de vorm van bladeren. in oker, bruin en groen) die uitgespaard zijn in de lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries)., bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. en reliëfs van verschillende gevelelementen. Bewaarde handelspui.
Ernest Solvaystraat nr. 19. Gebouwd i.o.v. mevrouw Washer. Drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Gevel in witte baksteen met hardstenen elementen. Boven handelspui, twee hoofdtraveeënBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met elkaar verbonden door gewelfde topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. en geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met gesculpteerde stenen bekroning. In tweede bouwlaag doorlopend balkon voor glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. en met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met smeedijzeren gestileerde plantenmotieven die typisch zijn voor de architect. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., onder spitsboogvormige bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden..
Talrijke sgraffitopanelen boven venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. (diverse gestileerde florale motieven in lichte kleuren) en op de topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. (vrouwenprofiel dat aan bloemen ruikt). Bewaarde houten handelspui.
Ernest Solvaystraat nr. 20. Asymmetrische compositie. Gevel in witte baksteen met hardstenen en witstenen elementen. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. hoger dan toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. en geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met bekroning. Houten trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond met terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met gestileerde plantenmotieven die typisch zijn voor de architect. Sgraffitopanelen in oker, rood, geel en terrasiena op topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., (vrouwenprofielen tussen bloemen en arabesken), borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en impost van deur, deze laatste met jaartal ‘1900'. Bewaarde handelspui.
Ernest Solvaystraat nr. 22. In opdracht van mevrouw Washer. Gevel in witte baksteen met hardstenen en witstenen elementen. Drie smalle traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bekroond met topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met rechte aandaken. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., die van hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. hoger en met gesculpteerde stenen bekroning. Op hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. tevens balkons met gebogen hoeken en smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met gestileerde plantaardige motieven die typisch zijn voor de architect. Getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op imposten en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. sgraffiti met lofwerkVersiering van beeld- en houtsnijwerk in de vorm van bladeren. van bloemen en stengels waarin vogels verwerkt zijn (in oker, bruin en groen). Bewaarde houten handelspui. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. waarschijnlijk van latere datum.
Beschermd op 05.03.1998
Bronnen
Archieven
Sint-Bonifaasstraat: GAE/DS 17: 266-17; 19: 266-19; 15 Sint-Bonifaasstraat–18 Ernest Solvaystraat: 118-18-20.
Ernest Solvaystraat: GAE/DS 14: 118-14; 19: 118-19-22; 22: 118-19-22.
Publicaties en studies
BORSI, F., WIESER, H., Bruxelles capitale de l'Art Nouveau, Franse vertaling J.-M. Van der Meerschen, 2e ed., Mark Vokaer éd., Brussel, 1992 (Collection Europe 1900), pp. 103-111.
CULOT, M., VAN LOO, A., Musée des Archives d'Architecture Moderne, AAM, Brussel, 1986, pp. 88-91.
DEL MARMOL, B., DELSAUTE, J.-L., et al., Le quartier Saint-Boniface, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 1998 (Bruxelles, Ville d'Art et d'Histoire, 23), pp. 16-21.
DIERKENS-AUBRY, F., VANDENBREEDEN, J., Art Nouveau en Belgique, architectures et intérieurs, éd. Racine, Brussel, 1995.
MOINY, A., La ferronnerie de façade d'Ernest Blerot à Bruxelles (de 1897 à 1909) et sa signification architecturale (Licentiaatsthesis in de archeologie en kunstgeschiedenis), UCL, Louvain-la-Neuve, 1987.
Monuments et Sites protégés, Pierre Mardaga éditeur, 1999, pp. 105-106.
Sint-Bonifaasstraat: Inventaire des sgraffites. Ixelles, GERPM–SC ASBL, s.l., s.d.: 17: fiche 33; 20: fiche 34; 22: fiche 93.
Ernest Solvaystraat: Inventaire des sgraffites. Ixelles, GERPM–SC ASBL, s.l., s.d.: 12: fiche 35; 14: fiche 36; 16: fiche 37; 19: fiche 38; 20: fiche 39; 22: fiche 40.
Tijdschriften
REHME, W., Die architektur der neuen freien schule, Baumgartner's Bauchhandlung, Leipzig, 1901, pl. 89.
Sint-Bonifaasstraat: GAE/DS 17: 266-17; 19: 266-19; 15 Sint-Bonifaasstraat–18 Ernest Solvaystraat: 118-18-20.
Ernest Solvaystraat: GAE/DS 14: 118-14; 19: 118-19-22; 22: 118-19-22.
Publicaties en studies
BORSI, F., WIESER, H., Bruxelles capitale de l'Art Nouveau, Franse vertaling J.-M. Van der Meerschen, 2e ed., Mark Vokaer éd., Brussel, 1992 (Collection Europe 1900), pp. 103-111.
CULOT, M., VAN LOO, A., Musée des Archives d'Architecture Moderne, AAM, Brussel, 1986, pp. 88-91.
DEL MARMOL, B., DELSAUTE, J.-L., et al., Le quartier Saint-Boniface, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 1998 (Bruxelles, Ville d'Art et d'Histoire, 23), pp. 16-21.
DIERKENS-AUBRY, F., VANDENBREEDEN, J., Art Nouveau en Belgique, architectures et intérieurs, éd. Racine, Brussel, 1995.
MOINY, A., La ferronnerie de façade d'Ernest Blerot à Bruxelles (de 1897 à 1909) et sa signification architecturale (Licentiaatsthesis in de archeologie en kunstgeschiedenis), UCL, Louvain-la-Neuve, 1987.
Monuments et Sites protégés, Pierre Mardaga éditeur, 1999, pp. 105-106.
Sint-Bonifaasstraat: Inventaire des sgraffites. Ixelles, GERPM–SC ASBL, s.l., s.d.: 17: fiche 33; 20: fiche 34; 22: fiche 93.
Ernest Solvaystraat: Inventaire des sgraffites. Ixelles, GERPM–SC ASBL, s.l., s.d.: 12: fiche 35; 14: fiche 36; 16: fiche 37; 19: fiche 38; 20: fiche 39; 22: fiche 40.
Tijdschriften
REHME, W., Die architektur der neuen freien schule, Baumgartner's Bauchhandlung, Leipzig, 1901, pl. 89.