Typologie(ën)
kliniek/hospitaal/ziekenhuis
burgerwoning
burgerwoning
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1911
INCONNU - ONBEKEND – 1904
Stijlen
Eclectisme
Neogotiek
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2013-2015
id
Urban : 23478
Beschrijving
Dit gebouw bestaat uit een kliniek in neogotische stijl en een woning in eclectische stijl uit respectievelijk 1904 en 1911. Het wordt thans door het Centre Médical du Solbosch ingenomen.
Woning. Bakstenen gevel met hardstenen elementen van drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Steekboogvensters. Ter hoogte van de eerste twee bouwlagen, zijtraveeën achter een trapezoïdale voorbouw van twee bouwlagen; banden met decoratieve keramiektegels. Op de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), toegangsdeur die vroeger bereikbaar was via een trap; erboven, balkons waarvan alleen de ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van het balkon op de eerste verdieping is bewaard; de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van het tweede balkon was doorlopend en omsloot de terrassen op de laterale voorbouwen. Deur en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen. Het ondervlak van het mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. was oorspronkelijk volledig beglaasd. Garagepoort van latere datum in de kelderverdieping (1930).
Kliniek. Bakstenen gevel met hardstenen elementen van drie bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met per twee of drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. steekboogvensters met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.; de traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) worden geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., met driehoekige basis in de laatste twee bouwlagen. Op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), rondbogige toegang bekroond door een kleine serlianaDrielicht met centraal hoger venster onder rondboog en laterale vensters onder architraaf. waarin vroeger een Mariabeeld stond. Deur en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen. Oorspronkelijke dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder tentdak vervangen.
In de loop der jaren onderging het gebouw verscheidene wijzigingen als gevolg van inwendige verbouwingen en de toevoeging van een bijgebouw en van verhogingen.
Woning. Bakstenen gevel met hardstenen elementen van drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Steekboogvensters. Ter hoogte van de eerste twee bouwlagen, zijtraveeën achter een trapezoïdale voorbouw van twee bouwlagen; banden met decoratieve keramiektegels. Op de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), toegangsdeur die vroeger bereikbaar was via een trap; erboven, balkons waarvan alleen de ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van het balkon op de eerste verdieping is bewaard; de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van het tweede balkon was doorlopend en omsloot de terrassen op de laterale voorbouwen. Deur en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen. Het ondervlak van het mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. was oorspronkelijk volledig beglaasd. Garagepoort van latere datum in de kelderverdieping (1930).
Kliniek. Bakstenen gevel met hardstenen elementen van drie bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met per twee of drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. steekboogvensters met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.; de traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) worden geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., met driehoekige basis in de laatste twee bouwlagen. Op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), rondbogige toegang bekroond door een kleine serlianaDrielicht met centraal hoger venster onder rondboog en laterale vensters onder architraaf. waarin vroeger een Mariabeeld stond. Deur en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen. Oorspronkelijke dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder tentdak vervangen.
In de loop der jaren onderging het gebouw verscheidene wijzigingen als gevolg van inwendige verbouwingen en de toevoeging van een bijgebouw en van verhogingen.
Bronnen
Archieven
GAE/DS 4-110.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid