Adolphe Buyllaan 128

Burgerhuis in modernistische stijl, n.o.v. architecten R. en F. Serin, 1939.

Beraapte gevel van vier bouwlagen, de laatste inspringend. Op de benedenverdieping, centraal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. links geflankeerd door een garagepoort, rechts door een terugwijkende rondbogige portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert.. De verdiepingen worden bijna volledig ingenomen door een ondiepe gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met afgeronde hoeken. Op de verdiepingen volgen de vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. de afgeronde vorm van de erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen.

Achteruitbouwstrook afgesloten door een muurtje en een bewaarde metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..