Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Hubert MARCQarchitect1889

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 33583
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis, enkelhuistype, in neo-Vlaamse-renaissancestijl naar ontwerp van architect H. Marcq (cf. gevelsteenStenen plaat of blok, aangebracht in of op een gevel, met opschrift. sokkel), op banderol gedateerd “anno-1889”; drie bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder gecombineerde leien bedaking (nok loodrecht op en parallel met straat). 

Bak- en natuurstenen gevel met drie rechtse traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) opgenomen in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., uitlopend op fantasievolle getrapteGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. schoudergevel, met ingeschreven lob- en pinakelversiering, thans met verdwenen topstuk. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met geprofileerde bovendorpels, onder overspannende bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden.. Rijk decor met gebroken frontonsFronton waarvan het middendeel is doorbroken., sierankers(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief., diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen., punt-, wortelmotieven(Renaissance)ornament in de vorm van een afhangende, halve kegel of een rechtstaande wortel. en bolornamenten, waarvan fraaie toepassing in het kruisvensterVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld. in top en de vleugeldeur met bolkozijn als bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. Verder ceramiekpanelen in boogveldenEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …). en top en markerende brede balkonplaat met heden verdwenen balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Deurtravee beëindigd door uitgewerkte kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., onder houten puntvormig dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met windbord en spits .

Bronnen

Archieven
SAB/OW 11810 (1889).