Typologie(ën)

woning of opbrengsthuis (onbepaald)

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1600-1699

Juridisch statuut

Beschermd sinds 09 juni 2005

Stijlen

Traditionele architectuur

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32496
lees meer

Beschrijving

In den Gulden Arent, zie gebeeldhouwde gevelsteenStenen plaat of blok, aangebracht in of op een gevel, met opschrift. met arend en huisnaam boven de tweede bouwlaag. TraditioneelBak- en zandsteenstijlHet bakstenen metselwerk wordt gecombineerd met natuurstenen elementen (bv. voor de plint, rond de gevelopeningen, aan de kroonlijst, ...), terwijl in het interieur houten draagconstructies voorkomen. Deze gebouwen bezitten zadeldaken, vaak met trapgevels. (16e-18e eeuw).VakwerkbouwBij vakwerkbouw brengt men leem aan op een houten geraamte van stijl- en regelwerk, versterkt met vitswerk (tot 19e eeuw). diephuis met drie bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder gecombineerd zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met kruisende nokNok, hoogste punt van iets (nok of top). Nokbedekking, afdekking van de nok. en getuit aandak, uit de 17e eeuw.
Verhoogde halsgevelGevel waarvan de geveltop rechthoekig is en geflankeerd wordt door (gebeeldhouwde) vleugel- of klauwstukken., vermoedelijk opgetrokken uit bak- en zandsteen doch bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderd, met rechte muurankers. Aangepaste rechthoekige bovenvensters met lekdrempel (19e eeuw). Tweeledige geveltop aangegeven door een geprofileerde waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. GetrapteGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. eerste geleding waarin drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met kwarthol profiel aan de dagkantenBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind.: rondbogig centraal luik met doorgetrokken imposten, sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen., tussen rechthoekige zijvenstertjes. Barokke topgeleding waarin vlak omlijste ronde oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster., met flankerende volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., bekroond door een hoog gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Verbouwde begane grond.