Typologie(ën)
woning of opbrengsthuis (onbepaald)
Ontwerper(s)
G. VANDERBORST – 1850-1853
Stijlen
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 32484
Beschrijving
Opbrengsthuis in
neoclassicistische stijl naar een ontwerp van architect G. Vanderborst,
1850, waarvoor bouwaanvraag van 1853.
Drie bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde gevel, geleed door kordonvormende lekdrempels. Tweede bouwlaag gemarkeerd door geprofileerde booglijsten op onderling verbonden imposten en pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., waarin rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder verdiept en blindZonder opening; blind venster, schijnopening. boogveldEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …).. Rechthoekige vensters met geriemde omlijsting op de lagere derde bouwlaag. GietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. leuningen. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met spiegelfries. Benedenverdieping verbouwd, oorspronkelijk links deur en winkelpui met zij-ingang, onder doorlopend entablement op pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..
Drie bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde gevel, geleed door kordonvormende lekdrempels. Tweede bouwlaag gemarkeerd door geprofileerde booglijsten op onderling verbonden imposten en pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., waarin rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder verdiept en blindZonder opening; blind venster, schijnopening. boogveldEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …).. Rechthoekige vensters met geriemde omlijsting op de lagere derde bouwlaag. GietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. leuningen. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met spiegelfries. Benedenverdieping verbouwd, oorspronkelijk links deur en winkelpui met zij-ingang, onder doorlopend entablement op pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..
Bronnen
Archieven
SAB/OW 11228 (1850, 1853).