

Typologie(ën)
portiek/poort
café/brasserie/taverne
café/brasserie/taverne
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1700-1725
INCONNU - ONBEKEND – 1770
Stijlen
Régence
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denk bijvoorbeeld aan het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke landschappen die uit verschillende componenten zijn samengesteld voorkomen.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 31055
Beschrijving
Deur in getoogde
omlijsting met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en links impost, geprofileerde tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt., gebogen
druiplijst met horizontale aanzetten en blindZonder opening; blind venster, schijnopening. bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden., ca. 1700-1725.
Verleent toegang tot de Hertog van Savoyegang met
achterin gelegen L-vormig gebouw van drie bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., wellicht
voorheen de gelijknamige herberg (?).
Wit bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevels van respectievelijk twee en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); opschrift “T.I.B. 1770” op gevelsteenStenen plaat of blok, aangebracht in of op een gevel, met opschrift. van noordgevel. Getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in vlakke omlijsting met kwarthol profiel en sluitsteen op de eerste twee bouwlagen. Haast vierkante venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de vermoedelijk later bijgebouwde derde bouwlaag, aangeduid door muurankers en verhoogde bakstenen noordelijke zijtuitgevel met sporen van vroegere bouwnaad en muurvlechtingen. Deur ten westen in getoogde vlakke omlijsting (ca. 1700-1725): neuten, geprofileerde imposten verbonden door tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt., sluitsteen en gebogen druiplijst met horizontale aanzetten. Deur ten noorden in gelijkaardige omlijsting als venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. (ca. 1725-1775).
Wit bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevels van respectievelijk twee en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); opschrift “T.I.B. 1770” op gevelsteenStenen plaat of blok, aangebracht in of op een gevel, met opschrift. van noordgevel. Getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in vlakke omlijsting met kwarthol profiel en sluitsteen op de eerste twee bouwlagen. Haast vierkante venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de vermoedelijk later bijgebouwde derde bouwlaag, aangeduid door muurankers en verhoogde bakstenen noordelijke zijtuitgevel met sporen van vroegere bouwnaad en muurvlechtingen. Deur ten westen in getoogde vlakke omlijsting (ca. 1700-1725): neuten, geprofileerde imposten verbonden door tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt., sluitsteen en gebogen druiplijst met horizontale aanzetten. Deur ten noorden in gelijkaardige omlijsting als venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. (ca. 1725-1775).
Bronnen
Websites
BALat KIK-IRPA