Typologie(ën)

woning of opbrengsthuis (onbepaald)

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1600-1699

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Traditionele architectuur
Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 33193
lees meer

Beschrijving

Oorspronkelijk dubbelhuisGebouw waarvan de kamers geordend zijn langs beide zijden van de centrale toegangsas. in Barok uit het einde van de 17e eeuw, met vermoedelijk drie bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bekroond door een geveltop of dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.. Reeds verbouwde classicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. gevel in 1831 evenwel met behouden ordonnantie; pui en mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. uit het eerste kwart van de 20e eeuw. Bewaarde hardstenen booglijst en sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. van de voormalige rondboogpoort met imposten in de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Verkleinende bovenvensters in doorgetrokken platte bandomlijstingen, die verdiepte panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. vormen op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. - waarin ca. 1910 nog balustersVaasvormige spijl van een borstwering. en panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. -, met bijkomende waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. op de tweede bouwlaag.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 24383 (1831).
KIK, 104343 A.