Typologie(ën)
café/brasserie/taverne
cinema/bioscoop
cinema/bioscoop
Ontwerper(s)
C. HUBERTY – architect – 1927
Louis LEEMANS – architect – 1931
Juridisch statuut
Afgebroken en/of verbouwd in 2017
Stijlen
Art deco
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 33644
Beschrijving
In oorsprong biljart- en bowlingzaal van de «Taverne Impérial», één geheel met de aanpalende bioscoop «Splendid», naar ontwerp van architect C. Huberty van 1927; volledige vernieuwing en uitbreiding van het bestaande «Théâtre Pathé» van 1908. Later opgesplitst en meermaals verbouwd : de vroegere taverne heden met winkelfunctie; de bioscoop onder meer tot «Cinéac», heden met meerdere zalen (zie Adolphe Maxlaan nr. 148-156).
Constructie met structuur van gewapend beton en oorspronkelijk bescheiden art deco-gevelfront. Tot huidige vorm aangepast met bijkomend decor, luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. en attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. in pseudotraditionele Ardeense stijl, naar ontwerp van architect L. Leemans van 1931, in opdracht van de «Rôtisserie Ardennaise». Beraapte opstand in imitatie-vakwerkbouw, met kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., en drieledige in- en uitgezwenkte geveltop met leienbekleding, links geflankeerd door een heden afgetopt hoektorentje. Twee brede polygonale openingen - nooduitgang van de bioscoop links, cafépui met luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. rechts - op de begane grond. Drie rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met typisch glas-in- lood bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden., links met bloembak, op de verdieping. Bewaarde muurschilderingen met volkse taferelen in het interieur.
Constructie met structuur van gewapend beton en oorspronkelijk bescheiden art deco-gevelfront. Tot huidige vorm aangepast met bijkomend decor, luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. en attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. in pseudotraditionele Ardeense stijl, naar ontwerp van architect L. Leemans van 1931, in opdracht van de «Rôtisserie Ardennaise». Beraapte opstand in imitatie-vakwerkbouw, met kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., en drieledige in- en uitgezwenkte geveltop met leienbekleding, links geflankeerd door een heden afgetopt hoektorentje. Twee brede polygonale openingen - nooduitgang van de bioscoop links, cafépui met luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. rechts - op de begane grond. Drie rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met typisch glas-in- lood bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden., links met bloembak, op de verdieping. Bewaarde muurschilderingen met volkse taferelen in het interieur.
Bronnen
Archieven
SAB/OW33679 (1927), 38827 (1931).