Typologie(ën)

opbrengsthuis
café/brasserie/taverne

Ontwerper(s)

Charles THOMISSEarchitect1914

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016-2017

id

Urban : 35796
lees meer

Beschrijving

Hoekopbrengstgebouw in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl, oorspronkelijk met een café op de benedenverdieping, n.o.v. architect Charles Thomisse, 1914.

Dit perceel, evenals de andere hoek van de square (zie nr.4-5), behoorde tot de terreinen die het voorwerp waren van de wedstrijd die de gemeente in 1910 had uitgeschreven voor het ontwerp van de gebouwen langs de toekomstige Emile Bockstaelplein. Nr.207-209 werd aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog gebouwd – en in 1916 bekroond in de gevelwedstrijd die de gemeente Laken voor de jaren 1913 tot 1915 organiseerde – terwijl zijn analoge tegenhanger pas in 1923 werd ontworpen, door architect Albert Delcorde.

Het gebouw vormt het einde van een bijzonder homogene huizenrij in dezelfde stijl die begint op nr.159 Emile Bockstaellaan.

Gebouw van vier bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., met twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de square, een hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. onder topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de laan. Bakstenen gevel met elementen in witsteen en hardsteen. Commerciële benedenverdieping, thans met uitbouw. Toegangsdeur op de eerste en laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Op de verdiepingen van de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., trapezoïdale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. over twee bouwlagen, bekroond door een terras voor een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Laatste bouwlaag opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. met drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met dwarsregelEen dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op., bekroond door een topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster. waarvan het topstuk is verdwenen en waarop het jaartal moest staan; toppilastersOverhoekse pilaster ter bekroning van gevel.. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de hoek met balkons, voor drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op de eerste twee verdiepingen.
Aan de square, eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) verspringend. Aan de laan, tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) achter balkons. Balkons en terras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters., behalve de balkons in de laatste bouwlaag, met wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. en smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… traliewerk. Drie gemetselde dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster. onder trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt.. Twee houten dakkappelen onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. KroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bewaard. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.

Binnen, grote zaal op de hoek op de begane grond en op de eerste verdieping, met twee centrale gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd..

Bronnen

Archieven
SAB/IP II 684 (1903-1915).
SAB/OW Laken PV Reg. 155 (15.01.1914).

Tijdschriften
“Concours pour la construction de façades à ériger Place Communale et ses abords”, L’Emulation, 1910, p. 62.