Typologie(ën)

burgerwoning
herenhuis

Ontwerper(s)

Claude FISCOingenieur-architect1774

Juridisch statuut

Beschermd sinds 10 juni 1963

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 33663
lees meer

Beschrijving

Eerste toepassing van een urbanistisch-architecturaal totaalproject in de Brusselse binnenstad - zij het op bescheiden schaal met karakteristiek symmetrisch en vrij gesloten uitzicht, in navolging van de grotere klassieke Franse stedenbouwkundige 18e eeuwse-realisaties.
Aangelegd ter plaatse van de vroegere «blekerij» (sinds 16e eeuw), in 1772 door een immobiliëngroep onder leiding van metselaar-architect Josse Massion opgekocht voor de aanleg van een openbaar plein met omringende woningen en hotels. Project omwille van speculatieve redenen en stadsverfraaiingszorg overgedragen aan de Stad, die, bij octrooi van keizerin
Maria-Theresia, in 1772 toelating verkreeg de gronden van de vroegere blekerij op de kopen, en, bij besluit van de Soevereine Raad van Brabant, in 1773 kon overgaan tot onteigening. Pleinaanleg en architecturaal concept werden door de Stad toevertrouwd aan ingenieur-architect Claude Fisco, toenmalig opzichter van openbare werken. In 1774 openbare verkoop van 56 percelen en uitvaardiging van het bouwreglement met gedetailleerde voorschriften onder meer betreffende fundering, afwatering, gemene muren, materialengebruik, afmetingen, compositie, dakhelling, gevelbepleistering en -beschildering. Bebouwing in 1776 voltooid.

Aanvankelijke benaming «Sint-Michielsplein», onder het Frans Bewind tijdelijk vervangen door «Place
de la Blanchisserie» (cf. supra). Huidige benaming ter herinnering aan de slachtoffers van de Omwenteling van 1830, begraven onder het plein, en waarvoor in 1838 een monument werd opgericht. Plein aanvankelijk gekasseid, in 1802 met linden beplant; in 1839 heraangelegd met twee omheinde tuintjes en omringende lantaarns, in 1841 verfraaid met fonteinen, in 1864 vervangen door waterbekkens. In 1897-1898 oprichting van twee gedenktekens ter ere van de dichter Jenneval en graaf F. de Mérode, in 1980 respectievelijk meer noord- en zuidwaarts verplaatst, gelijktijdig met de herinrichting van het plein door de Stad namelijk vervanging van de plantsoenen door nieuwe kasseiing en verfraaiing met afpaling, zitbanken en lantaarns. Gevelwanden herschilderd in 1930 en 1952. Bouwblok Martelaarsplein nr. 21-23/Rozenstraat nr. 2-6/Sint-Michielsstraat nr. 34-35 door de Stad in 1977-1978 gerestaureerd. Restauratie van het martelarenmonument in 1979-1983 door de Regie der Gebouwen. Restauratie en renovatie van het gehele gebouwenensemble met de aansluitende gevelwanden aan de invalsstraten (cf. infra), voor de pleinwanden 6-8, 19-20 en 9-14, 21-23 recent aangevat in opdracht van de Immobilière Deka s.a., naar ontwerp van de architectenbureaus Fisco 88 (M. Baudon) en M. & C. Marijnissen & assoc.

Martelaarsplein 9-14 (foto 2015).

Homogeen architecturaal ensemble samengesteld uit symmetrische pleinwanden- fungerend als scherm voor zes eenvoudige huizenblokken met regelmatige horizontaliserende opstanden en geaccentueerde hoek- en middenpanden respectievelijk aan de lange en korte pleinzijden. Gevelfronten volgens bouwvoorschriften van 1774 met verwerking van arduin voor de benedenbouw en decoratieve onderdelen (zuilen, basementen en kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. van pilasters, metopenAl of niet versierd vlak tussen de trigliefen van een fries. en trigliefen, balustradesHekwerk van spijlen of balusters., siervazen), uniform bepleisterd en « assche grauw» geschilderd, met deuren en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. «van perele couleur», kroonlijsten van eikenhout en venster- of balkonleuningen van giet- of smeedijzer. Eenvormige ordonnantie van de pleinbebouwing voortgezet in de gevelwanden van de invalsstraten, in de Peterseliestraat perspectivisch afgesloten door een haaks ingeplante, stijlvolle frontongevel (zie Peterseliestraat nr. 6-12).

Nr. 1-4, 9-14, 15-18, 21-23. Tweemaal twee gevelwanden aan de lange zijden van het plein. Twee en een halve bouwlagen en telkens achttien traveeën onder doorlopende  zadeldakenDak met twee hellende dakvlakken.. Horizontale markering door de imitatiebanden op de begane grond, de doorlopende  cordons als duidelijke aflijning tussen de sokkelvormende benedenbouw en de bovenbouw met Dorische pilastergeleding in kolossale orde, de brede hoofdgestellenHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van trigliefen en metopen onder heden deels verwijderde gekloste kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en de blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. attiekbekroning. Keldergaten, al of niet verbonden steektrappen, verdiepte borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met casement en steekbogige muuropeningen beneden; rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de tweede en haast vierkante op de lagere bovenste bouwlaag. Begrenzing van de eigenlijke «pleingevels» telkens aangegeven door hoek- of dubbele pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Ordonnantie van de begane grond in percelenbeschrijving telkens met twee vensters + deur volgens spiegelbeeldschema : wellicht reeds van bij oorsprong gewijzigd (cf. archiefgegevens van 1810 en eind 18e eeuwse-zichten), en voornamelijk in de 19e en 20e eeuw door het steken van brede poort of van raam in plaats van deur en omgekeerd, waaronder in een aantal gevallen als herstel van de vroegere of oorspronkelijke (?) toestand; cf. nr. 1 (1840), 3, 4 (1929), 15 (1903 en 1921), 16 (1860), 21 (1975), 22 (1928 en 1975), 23 1. ernaast (1975). Pleingevels van Sint-Michielsstraat nr. 36, 41 en Peterseliestraat nr. 1, 2-4 monumentaler uitgewerkt, als drie traveeën brede risalietgevels, waarvan bovenbouw opgevat als een portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert., met Dorische zuilen in kolossale ordeZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten., decoratieve ijzeren hekken en guirlandes, stafwerkmotieven op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., rijk hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met bucraniënfries en geajoureerde attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. met bekronende siervazen.

Martelaarsplein 19 (foto 2015).

Nr. 6-8, 19-20. Twee huizenblokken met identieke gevelfronten aan de korte zijden van het plein. Zelfde bouwlaaghoogte en vijftien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder schilddaken. Risalietvormende middenpartij van zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met bovenbouw eveneens in portiekstructuur : kolossale Dorische zuilen en hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met zelfde gedecoreerd trigliefen -/metopenfries, onder driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.; centraal balkon met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. hek op dubbele uitgelengde acanthusconsoles; brede rondboogpoort met sierlijk houtwerk en ruim dito bovenvenster onder druiplijst met tandlijst op festoenconsoles; attiekaflijning voorheen onder bekronende siervazen. Voorts zijtraveeën met zelfde ordonnantie als de oost- en westelijke pleingevels.

Homogeniteit en visuele beslotenheid van het plein nog geaccentueerd door het doortrekken van de opstanden in de zijgevels en de gevelwanden aan de invalsstraten.
Nr. 5 en zijgevel van nr. 6 met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), als begrenzing van een kort doodlopend straatgedeelte, oorspronkelijk afgesloten door een portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met rondboogpoort in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. onder driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., bij de bouw van de Handelsgalerij (zie aldaar) vervangen door een twee bouwlagen hoge rondboogpoort naar ontwerp van architect E. Le Graive en ingenieur H. Stasseyns van 1871, tijdens de verbouwing van 1963 opnieuw vervangen door de huidige gevel met toegangspoort en bovenbouw naar patroon van de pleinarchitectuur.

In Zilverstraat : nr. 36, negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met verplaatste deuringang (1955). Nr. 30-34, eveneens negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) breed, waarvoor licht verschillend gevelontwerp van 1777 door ingenieur-architect Claude Fisco; gerealiseerde voorgevel - thans nagenoeg volledig ontpleisterd - met bredere muurpenanten, en latere wijzigingen als onder meer verbreding van deur (nr. 34), verhoging van de bovendorpels op de bovenste verdieping (1865), verlaging van benedendorpels (nr. 30 in 1913- 1914 en nr. 34 in 1910). Nr. 33-37 met zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waarvan links vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) volgens percelenbeschrijving daterend van de aanleg van het plein, volgens bouwvergunning van 1933 naar ontwerp van architect (R.?) Inghelbrecht uitgebreid met twee analoge rechtertraveeën; uiterst links (nr. 37) deur in plaats van vroeger venster
(1872).

Anjelierenstraat 1, 3, Koolstraat 27 (foto 2015).

Anjelierenstraat nr. 1-5 en nr. 2/zijgevel Koolstraat nr. 25 en Rozenstraat nr. 2-6 en nr. 1/zijgevel Koolstraat nr. 19 : telkens tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) eindigend op hoekafschuining aan de Koolstraat. In Rozenstraat nr. 1 verhoogde bovenste vensters en verplaatste deur (1888); in Rozenstraat nr. 2-6 herstelde (?) ordonnantie op de begane grond (1975).

In Peterseliestraat : nr. 1 met vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) + poorttravee in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., met vlak omlijst bovenvenster onder
entablement en aansluitend ovaalvormig bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. in rechthoekige omlijsting met puntmotief ; twee aanpalende linkertraveeën : mogelijk restant van voorheen ruimer pand op geknikte rooilijn (?). Nr. 2-4 eveneens met vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) + thans gedichte poorttravee + één aansluitende, eveneens gedichte traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); aanpalende poort + zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) tellend pand met voorgevel in voortgezette stijl volgens bouwaanvraag van 1897 ter vervanging van vroegere één bouwlaag hoge, grosso modo gelijkaardige gevelwand, in uiterst twee rechtertraveeën verhoogd met een bijkomende bouwlaag. Straat ten oosten perspectivisch afgeschermd door de rijker gedecoreerde frontgevel, door Claude Fisco gelijktijdig ontworpen met het plein (zie Peterseliestraat nr. 6-12).

In Sint-Michielsstraat : zijgevels van eveneens vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) + poorttrav. Nr. 41 volgens bouwaanvraag van 1839 met deur in centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en boven de koetspoort verhoogd met bijkomende huidige bouwlaag met vlakke risalietgevel. Vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) brede gevel nr. 39 met bredere deur en verhoogde bovenste vensterdorpels (1869), volgens bouwaanvraag van 1876 naar ontwerp van architect H. Rieck, ter plaatse van vroegere stalling met brede toegangspoort, uitgebreid met twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) brede nieuwe bouw (nr. 37), met voorgevel in aangehouden stijl, doch met bijkomend ijzeren balkon en thans verlaagd benedenvenster. Koetsboogpoort in nr. 36 vermoedelijk tussen 1866 en 1871 eveneens verhoogd met anderhalve bouwlagen, uitgewerkt naar patroon van de poorttravee in Peterseliestraat.


Bronnen

Archieven
SAB/OW16271 (1810), 16282 (1840), 35150 (1929), 16274 en 27436 (1903 en 1921), 16276 (1860), 87334 (1975), 35151 (1928), 21796 (1871), 64692 (1955), 6680 (1865), 6264 (1913- 1914), 6249 (1910), 40852 (1933), 16271 (1872), 71460 (1888), 19237 (1897), 16281 (1839), 2656 (1869), 2650 (1876); P.P., 1998, 368.
Archief C.R.M.S., dossiers 243, 244, 317, 2258, 2259, 2422.

Publicaties en studies
C.F.C., Livre Blanc n° 3, Bruxelles 1985-1986, 
p. 219-233.
LUYPAERT A., Het Martelaarsplein te Brussel (C. Fisco). Een project van stadssanering in de XVIIIde eeuw, licentiaatsverhandeling K.U.L., 1985.
STERCKX J., Het Martelaarsplein. Een studie over het ontstaan en de evolutie van het Martelaarsplein te Brussel, eindverhandeling Hoger Architectuurinstituut St.-Lukas, Brussel, 1984.

Tijdschriften
"Rénovation des espaces publics à Bruxelles", Des villes pour vivre, dossier nr. 5, Fondation Roi Baudoin, 1981, p. 10, 12.
STERCKX, J., "Het Martelaarsplein in Brussel"(M & L, 1986, 5/1, p. 36-51).