Typologie(ën)
Ontwerper(s)
Victor HORTA – architect – 1894
Louis VAN HOVE – architect – 1965
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Voormalig atelier van beeldhouwer Godefroid Devreese, in 1894 ontworpen door diens vriend architect Victor Horta, en in 1965 ingrijpend verbouwd in brutalistische stijl door kunstschilder en beeldhouwer Raymond Huyberechts, samen met architect Louis Van Hove.
Geschiedenis
Oorspronkelijk, bakstenen gevel van twee bouwlagen met hardstenen elementen. In de lage benedenverdieping bevond zich een toegang tussen twee getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., op de verdieping een grote centrale glaspartij die de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbrak.
Beschrijving
Bijna blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. gevel bestaande uit muurvlakken in “briques lustrées de ton sépia” [glanzende bakstenen in sepiatint] en banden gepolijst beton. Op de benedenverdieping, brede houten garagepoort naast een beglaasde toegangsdeur en een betonnen, gegroefde muurdamParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag.. Op de verdiepingen, twee fijne vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. die worden doorbroken door het uiteinde van betonnen balken waarop, in de hoogste bouwlaag, een zware kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). rust. Houten raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn..
Interieur. De oude interieurindeling is grotendeels bewaard gebleven maar is verwerkt in een expressionistische structuur van zichtbare betonnen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) en balken met overstekken. Vooraan geven een kelderverdieping en drie plateaus toegang tot het grote centrale atelier, dat als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. is behandeld: van beneden naar boven, eetkamer en keuken, hal en ruimte voor een auto, kantoren, een kamer en badkamer. Een bassin – thans droogstaand – scheidt de onderste bouwlaag van het atelier. Net als vroeger geeft dat atelier op de tuinen van het huizenblok uit, en het wordt nog altijd verlicht door een grote rechthoekige lichtschacht die vanaf de achterste dakhelling vertrekt. Op de plaats van de oude binnenplaats loopt een overhangende leefruimte onder plat dak naar het atelier. Aan die kant wordt de cilinder van een lichtschacht verlengd tot voorbij het dak, en hij dient als lichtkoker dankzij een muuropening die naar de achtermuur van het huis is gericht. Het derde atelier van Devreese op de hoek achteraan rechts is vervangen door een werkruimte met zenitale verlichting via drie lichtkokers. De circulatie binnen het gebouw wordt verzekerd door loopbruggen gemaakt van planken en door houten trappen zonder leuning, vaak overhangend. Met uitzondering van de stoelen is ook het meubilair opgehangen.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 7-71.
Publicaties en studies
GOSLAR, M., Victor Horta. 1861-1947. Leven – Werk – Art nouveau, Mercatorfonds, Antwerpen, 2012, pp. 123-124, 555.
VAN SANTVOORT, L., Het 19de-eeuwse kunstenaarsatelier in Brussel (doctoraatsscriptie, afdeling Kunstgeschiedenis en Archeologie), VUB, Brussel, 1995-1996, Corpus Deel D, 1894/1.