Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

R. FOUCART1911

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Art nouveau

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32251
lees meer

Beschrijving

Opbrengsthuis met vijf bouwlagen en attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. onder pseudo-mansarde, en met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) n.o.v. architect R. Foucart, 1911.

Markante architectuur met functioneel karakter, benadrukt door de ijzeren skeletstructuur van de beglaasde gevel; vervaagde art nouveau-elementen in de detailafwerking. Eerste vier registersVensterstrook in een topgevel. overspannen door brede, drieledig uitgebogen I-balkenIJzeren latei met I-profiel. met rozet
ten, steunend op twee slanke middenstijlen, en zwaardere, gegroefde hardstenen hoekposten. GetoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. raamopeningen, voorzien van een eenvoudige ijzeren leuning in de bredere centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met doorlopende  lekdrempels; gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., onderbroken door gegroefde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. onder de postenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust.. GecementeerdeMet portlandcement bestrijken. vijfde bouwlaag en terugwijkende attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. (appartementen), met traditioneleBak- en zandsteenstijlHet bakstenen metselwerk wordt gecombineerd met natuurstenen elementen (bv. voor de plint, rond de gevelopeningen, aan de kroonlijst, ...), terwijl in het interieur houten draagconstructies voorkomen. Deze gebouwen bezitten zadeldaken, vaak met trapgevels. (16e-18e eeuw).VakwerkbouwBij vakwerkbouw brengt men leem aan op een houten geraamte van stijl- en regelwerk, versterkt met vitswerk (tot 19e eeuw). ordonnantie van korfboogvormige glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat., respectievelijk belijnd door een breed balkon op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., en met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., en een dito borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. bovenop de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Pui en inkom op de begane grond.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 6150 (1911).