Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1800-1825

Juridisch statuut

Beschermd sinds 19 april 1977

Stijlen

Neoclassicisme
Empire

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 33654
lees meer

Beschrijving

Markant geheel van twee vrijwel identieke herenhuizen, in laatclassicistische stijl met empire-inslag, te dateren in het begin van de 19e eeuw.

Telkens dubbelhuisopstand, gemarkeerd door een gedesaxeerd middenrisaliet met koetspoort en bekronende dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., in spiegelbeeld; drie bouwlagen en vier traveeën onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (leien, pannen). Oorspronkelijk bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevels. Gedrongen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. belijnd door hoge sokkel en zware, geprofileerde puilijst. Brede korfboogpoort met neuten, geprofileerde imposten, liggende diamantkopsleutel, tondi met leeuwenkop in de zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is. en geprofileerd
entablement. Lage getraliede vensters met lekdrempel, boven keldermonden. Hoge bel-etage met rechthoekige vensters in vlakke omlijsting vanaf de puilijst, met geprofileerde lekdrempel en entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Lagere derde bouwlaag met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in vlakke omlijsting met staande diamantkopsleutel en geprofileerde lekdrempel, boven paneel met neuten. Gevelbeëindiging door architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., fries met steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. en gekorniste kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop.. Ruim geprofileerd œil-de-bœuf met vleugelstukken, booglijst op gestrekte uiteinden en consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., en radiale tracering.

Nr. 55. RisalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. in voorlaatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Sokkel, keldermonden en benedenvensters aanzienlijk verlaagd, waarvoor bouwaanvraag van 1889. Houten vleugeldeur met panelen met schijven en radiale waaierWaaiervormige roedeverdeling van een bovenlicht, in houtsnijwerk of in smeedijzer.. Achtergevel met vlak omlijste openingen, panelen op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van hoogste verdieping zuidelijke aanbouw met drie bouwlagen en vijf + vier traveeën onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., in strakke neoclassicistische stijl uit zelfde periode of later in eerste kwart 19e eeuw. Noordelijke aanbouw uit 1889.

Interieur : hal geritmeerd door Dorische pilasters, zuilen aan weerszijden van de toegang tot het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., waarop entablement. Eretrap met trappaalHoofdbaluster aan de eerste trede van een trap. en leuning met rozetten.

Nr. 57. Behouden ordonnantie met risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. in tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), doch ontpleisterd : baksteen met zandstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., omlijstingen en cordons, en hardstenen lekdrempels. Zelfde vleugeldeur met bijkomende guirlandes en vernieuwd smeedwerk in de waaierWaaiervormige roedeverdeling van een bovenlicht, in houtsnijwerk of in smeedijzer.. Voorheen binnenplein, ten oosten afgesloten door halfronde stallingen, overdekt en opnieuw bebouwd voor «Banque d’Outremer» naar ontwerp van architect Jules Brunfaut van 1919- 1921, gepaard met interieurwijzigingen.


Bronnen

Archieven
SAB/OW 15599 (1889), 27388 (1919-1921), 15600.