Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1775-1800

Laurent-Benoit DEWEZ1775-1800

Arnould WINCQZSteenkapper1625-1667

Statut juridique

Beschermd sinds 20 maart 2019

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Archeologisch
  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 33255
lees meer

Beschrijving

Herenhuis van het dubbelhuistype, in Lodewijk XVI-stijl, uit 1775-1800; drie bouwlagen en vier traveeën onder later mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (leien). In oorsprong deel uitmakend van een geheel van twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. woningen met spiegelbeeldschema, waarvan het ruimere rechterpand met enkelhuisopstand van zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) (nr. 7) werd gesloopt.

Achtergevel en achtergebouwen wijzen op een oudere, 17e eeuwse-kem. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel met verzorgd stucdecor. In de derde travee rondboogpoort met imposten, geprofileerde booglijst, guirlande, voluutsleutel en schijven, geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; houten vleugeldeur. Aansluitend balkon met diamantkopconsoles en gesmeed ijzeren hek met rozetpatroon. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., haast vierkant op de lage derde bouwlaag. Benedenvensters vanop de natuurstenen sokkel, met in 1861 toegevoegde omlijsting en vouwluiken; bovenvensters met geriemde omlijsting en doorgetrokken lekdrempels. Tweede bouwlaag verrijkt met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en voluutsleutels tussen guirlandes, panelen boven de lateien, en schijven waaruit neerhangende guirlandes op de penanten. Derde bouwlaag met vlakke sluitstenen en entablementen. Latere kroon- en tandlijst; twee afgewolfde dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met oren, aan weerszijden van een latere dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met booglijst.

Intérieur. Markante eiken eretrap met ruim beloop doorlopend  tot de tweede verdieping : fraai gebeeldhouwde trappaalHoofdbaluster aan de eerste trede van een trap. met voluutSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en rankwerkVersiering bestaande uit een buigzame, slingerende tak, versierd met lofwerk., leuning van fijne balustersVaasvormige spijl van een borstwering. afgewisseld met geajoureerde panelen met stafwerk en vaasmotief in de hoeken. Vertrekken op begane grond en eerste verdieping met bewaarde stucplafonds, houtwerk en enkele schouwen in Lodewijk XVI-stijl.

Achtergevel, west- en zuidelijk vleugel aan de binnenplaats in traditionele bak- en zandsteenstijl uit de 17e eeuw, verankerd door middel van lelieankers met gekrulde spie, de kozijnenSamenstel van stijlen en regels, geplaatst in een venster- of deuropening, waarin de ramen en/of deuren zijn gevat. met negblokken en tweeledige latei voor zover niet aangepast. Achterpuntgevel, vermoedelijk een verkleinde trap- of tuitgevelPuntgevel bekroond met smalle rechthoekige hals; bij zeventiende eeuwse voorbeelden vaak steunend op schouderstukken., met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. in top, het rondbogige middenluik met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en waterlijst. Ondiepe westvleugel met twee bouwlagen en zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldak met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Zuidvleugel met zeldzaam bewaarde, hardstenen arcade in barokstijl : vier geblokte en geprofileerde rondbogen met voluutsleutel, op drie Toscaanse zuilen en twee halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt., de zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is. gevuld met consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.; bovenliggende verdieping verbouwd.


Bronnen

Archieven
SAB/OW 6913 (1861).


Publicaties en studies
HENNE A., WAUTERS A., 1975, III, fig. 1158.