Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

A. HUVENNEarchitect1898-1899

Thomas JASINSKIarchitect1898-1899

Stijlen

Eclectisme
Neoclassicisme
Art nouveau

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Landschappelijk
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 31991
lees meer

Beschrijving

Omvangrijk geheel van acht opbrengsthuizen in eclectische stijl met neoclassicistische inslag of in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. naar ontwerp van architecten A. Huvenne en Thomas Jasinski, 1898-1899.

Opstanden van vier tot vijf bouwlagen en twee ongelijke of drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldak.

Nr. 182-184, 186. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevels doorspekt met baksteen en gebruik van hardsteen; gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. door doorlopende  winkelpuien, I-balkIJzeren latei met I-profiel. met rozetten en aansluitend gevelbreed balkon met consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met gebogen of gestrekte waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. en geprofileerde dorpelsHorizontaal bouwonderdeel van een venster of deur (onderdorpel, tussendorpel, bovendorpel).; gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. In nr. 182-184, door balkons geaccentueerde centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), sgraffitopanelen op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., in boogvelden en friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…).. In nr. 186-188, risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met balkons opgenomen in doorlopende vensteromlijsting, bijkomende vijfde bouwlaag met twee- en drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere..

Nr. 188-190, 192-194, volgens spiegelbeeldschema. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevels met schijnvoegen. Risalieten, gemarkeerd door balkons, lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). en dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Rechthoekige vensters. Rechterhelft van privédeur met rondboogvormig bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. en bewaard hout- en ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw.; hardstenen winkelpui met zij-ingang, I-balkIJzeren latei met I-profiel. met rozetten en gegroefde puilijst. Links verbouwde pui.

Nr. 196-198, 200-202, volgens spiegelbeeldschema. Symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. met centrale risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met balkons met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., doorlopend  in afgewolfd dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Rondboogvensters met hoefijzerboogvormige waterlijst in zijtraveeën. Florale sgraffitopanelen op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en in fries. Typisch hout- en ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. van privédeuren.

Nr. 204-206-208 en Barthélémylaan 1-2. Ruim hoekpand van vijf bouwlagen, de tweede als entresol en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in A. Dansaertstraat en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Barthélémylaan.
Bepleisterde gevel met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op harstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Omlopende balkons met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in derde en vierde bouwlaag; twee hoogste verdiepingen geritmeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Rechthoekige vensters respectievelijk in geriemde omlijsting, tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en verdiept met waterlijst. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Cafépui beschermd door brede ijzeren luifel op sierlijke consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.; beglaasde entresol.

In Barthélémylaan nr. 3, symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. van vijf bouwlagen, de tweede als entresol en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Centrale inkom geflankeerd door winkelpuien; balkons van vervangen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..

Bronnen

Archieven
SAB/OW 10554 (1898-1899).