Antoine Dansaertstraat 81-83-85-87-89, 91-93-95, 97-99, 101
Nieuwe Graanmarkt 1-2
Typologie(ën)
historische lift
appartementsgebouw
appartementsgebouw
Ontwerper(s)
Louis DUHAYON – architect – 1924
Marcel JULIEN – architect – 1924
SOCIETE BELGE IMMOBILIERE – bouwpromotor / vastgoedontwikkelaar – 1924
Stijlen
Beaux-Artsstijl
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Inventaris van de historische liften (Homegrade - DPC)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Landschappelijk
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 31975
Beschrijving
Uniform
geheel van 5 appartementsgebouwen
in Beaux-Artsstijl met aan Franse
renaissance- en Lodewijk XIII-stijl ontleend decor, naar ontwerp van de Parijse
architecten Louis Duhayon en Marcel Julien, gebouwd in opdracht van de Société Belge Immobilière, in vier fasen respectievelijk
1924, 1925, 1928 en 1929.
Langgerekt complex, via een afgeschuinde hoekpartij aansluitend op de rooilijn van de Nieuwe Graanmarkt; zeven bouwlagen waaronder entresol en attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt., en zesentwintig traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder pseudo-mansarde.
Betonconstructie met parementGevel- of muurbekleding. van baksteen, Euville en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Onderbouw met doorlopende muurbanden. Ordonnantie van verdiepingen door middel van oplopende afgeronde drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., als bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte., hoger opgetrokken en uitlopend in dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en scherpe leien bedaking. Omlopende balustradeHekwerk van spijlen of balusters. boven uitgelengde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en brede stafwerkfries, ter hoogte van de vijfde bouwlaag ; ijzeren borstwering voor de attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt.. Eenvoudige winkelpuien en garagepoorten in uiterste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); symmetrische ordonnantie van toegangen en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in middenpartij.
Parkeergarage van zeven niveaus, oorspronkelijk met autolift, uit 1928-1931, binnen het bouwblok.
In nr. 85 bewaarde hoofd- en dienstliften in open schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn. van het merk Schindler.
Langgerekt complex, via een afgeschuinde hoekpartij aansluitend op de rooilijn van de Nieuwe Graanmarkt; zeven bouwlagen waaronder entresol en attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt., en zesentwintig traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder pseudo-mansarde.
Betonconstructie met parementGevel- of muurbekleding. van baksteen, Euville en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Onderbouw met doorlopende muurbanden. Ordonnantie van verdiepingen door middel van oplopende afgeronde drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., als bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte., hoger opgetrokken en uitlopend in dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en scherpe leien bedaking. Omlopende balustradeHekwerk van spijlen of balusters. boven uitgelengde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en brede stafwerkfries, ter hoogte van de vijfde bouwlaag ; ijzeren borstwering voor de attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt.. Eenvoudige winkelpuien en garagepoorten in uiterste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); symmetrische ordonnantie van toegangen en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in middenpartij.
Parkeergarage van zeven niveaus, oorspronkelijk met autolift, uit 1928-1931, binnen het bouwblok.
In nr. 85 bewaarde hoofd- en dienstliften in open schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn. van het merk Schindler.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 39194 (1924), 39446-39447 (1925- 1931), 59238 (1928), 59206 (1929).
Publicaties en studies
Message à la Nation , Brussel, [1924]. (Publicatie voor publicitaire doeleinden van de Société Belge Immobilière)