Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Léon SMETSarchitect1934-1937

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neobarok
Neo-Lodewijk XV, neorococo
Traditionalisme

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2006-2007

id

Urban : 16308
lees meer

Beschrijving

Opmerkelijk geheel van verschillende gebouwen in mengeling van verschillende neostijlen: neo-Vlaamse barok, traditioneleBak- en zandsteenstijlHet bakstenen metselwerk wordt gecombineerd met natuurstenen elementen (bv. voor de plint, rond de gevelopeningen, aan de kroonlijst, ...), terwijl in het interieur houten draagconstructies voorkomen. Deze gebouwen bezitten zadeldaken, vaak met trapgevels. (16e-18e eeuw).VakwerkbouwBij vakwerkbouw brengt men leem aan op een houten geraamte van stijl- en regelwerk, versterkt met vitswerk (tot 19e eeuw). stijl en Lodewijk XV. Ontstaan rond landhuis van ca. XIX B waarvan enkel de oostelijke gevel (tuinzijde) nog zichtbaar is. Rondom oorspronkelijk landhuis (zuid- en westgevel) en ten noordwesten ervan verschillende vleugels en elementen bestaande uit historisch recuperatiemateriaal toegevoegd n.o.v. arch. Léon Smets tussen 1934 en 1938. Heden L-vormig complex, aan kant van steenweg afgesloten met bakstenen omheiningmuur met witstenen elementen (Gobertange) en hardstenen poortomlijstingen naar binnenkoer (classicistisch) en aangelegde tuin (laat-barok).

Oorspronkelijk landhuis van twee bouwlagen onder schildak. Enkel tuingevel nog zichtbaar: bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. symmetrische gevel op hardstenen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. met in centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. en dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster. en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst..

Westelijk uitgebreid met groot L-vormig volume in 1935. Twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met, voorgevel van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en zijgevel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), gevolgd door volume met twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder plat dak. Bakstenen gevels met hardstenen elementen. GetoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. muuropeningen met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., centrale deur met houten waaierWaaiervormige roedeverdeling van een bovenlicht, in houtsnijwerk of in smeedijzer. in neorococoHistoriserende architectuur die zich vanaf ca. 1910 ontwikkelt. Grijpt terug naar de vormentaal van de bouwkunst van het midden van de 18e eeuw. Gekenmerkt door specifieke rococo-ornamenten (onregelmatige schelpvormen, rocailles, enz.) en de voorliefde voor asymmetrische lijnen. binnen hardstenen omlijsting in Lodewijk XV-stijl.

Interieur. Thans verbouwd tot kantoor. In zijn geheel goed bewaard: eiken trap, deuren, lambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, …, parket en marmeren schouwen.

Waterloosesteenweg 878-880, westelijke gevel van hoofdgebouw en klein verbindingsgebouw (foto 2006).

Ten noordwesten van hoofdvolume en loodrecht op steenweg, gebouw, oorspronkelijk bestemd als garage, gebouwd met (barok) recuperatiemateriaal, 1937.

Twee bouwlagen, twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan straatzijde en drie asymmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in zijgevel. Eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van zijgevel als klokgevelGevel waarvan de top klokvormig is.. Gevels in traditioneleBak- en zandsteenstijlHet bakstenen metselwerk wordt gecombineerd met natuurstenen elementen (bv. voor de plint, rond de gevelopeningen, aan de kroonlijst, ...), terwijl in het interieur houten draagconstructies voorkomen. Deze gebouwen bezitten zadeldaken, vaak met trapgevels. (16e-18e eeuw).VakwerkbouwBij vakwerkbouw brengt men leem aan op een houten geraamte van stijl- en regelwerk, versterkt met vitswerk (tot 19e eeuw). bak- en zandsteenstijl met hardstenen elementen, kruisvenstersVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld., sierankers(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief.,... Gerecupereerde rondboogvormigeBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. deuromlijstingen: aan straatzijde classicerende hardstenen omlijsting; op binnenkoer barokke, geringdeVoorzien van een fijne, horizontale band. en geprofileerde omlijsting onder groot cirkelvormig impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster., bolornament, … Linksboven laatste deur Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. met getorsteGedraaid, gewrongen. zandstenen balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Naast toegang hardstenen waterpomp onder getralied vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en rechts barokke koetspoort binnen geringdeVoorzien van een fijne, horizontale band. hardstenen omlijsting (raaminvulling sinds 1989). Gecombineerde leien bedekking met dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. en dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met getrapteGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt..

Waterloosesteenweg 878, <a href='/nl/glossary/183' class='info'>opstanden<span>Bouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur.</span></a> van noordelijk gelegen bijgebouw (voormalige garage), SAB/OW 48896 (1937).

Tussen voormalige garage en hoofdgebouw, klein aanbouw (1935) in neo-Lodewijk XV-stijl. Eén bouwlaag en drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Schouderboogvensters. Gerecupereerde deuromlijsting met gewelfde tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..

Rechts, in verlengde van hoofdgevel, laat-barokke, hardstenen geringdeVoorzien van een fijne, horizontale band. poortomlijsting, rechts geflankeerd door eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. fontein in hardsteen waarboven haut-reliëf: madonna met kind. Zuidelijke zijde van binnenkoer afgesloten met arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. bestaande uit van vijf bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. op Toscaanse zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. onder speklagen.. ArcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. leidt naar parking en aansluitende aangelegde tuin, gemarkeerd door twee trommelzuilen.

Waterloosesteenweg 878-880, <a href='/nl/glossary/12' class='info'>arcade<span>Eén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn.</span></a> (foto 2006).

Geheel met oorspronkelijke twintig eeuwse deuren; Overig schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  deels oorspronkelijk; sommige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met glas-in-lood.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 41559, 41543 (1934), 43317 (1935), 48896 (1937), 49188 (1938), 88595 (1983).