Typologie(ën)
herenhuis
Ontwerper(s)
Léon SMETS – architect – 1934-1937
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Neobarok
Neo-Lodewijk XV, neorococo
Traditionalisme
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
Onderzoek en redactie
2006-2007
id
Urban : 16308
Beschrijving
Opmerkelijk geheel van verschillende gebouwen in mengeling van verschillende neostijlen: neo-Vlaamse barok, traditioneleBak- en zandsteenstijlHet bakstenen metselwerk wordt gecombineerd met
natuurstenen elementen (bv. voor de plint, rond de gevelopeningen, aan de
kroonlijst, ...), terwijl in het interieur houten draagconstructies voorkomen.
Deze gebouwen bezitten zadeldaken, vaak met trapgevels. (16e-18e
eeuw).VakwerkbouwBij vakwerkbouw brengt men leem aan op een
houten geraamte van stijl- en regelwerk, versterkt met vitswerk (tot 19e
eeuw). stijl en Lodewijk XV. Ontstaan rond landhuis van ca. XIX B waarvan enkel de oostelijke gevel (tuinzijde) nog zichtbaar is. Rondom oorspronkelijk landhuis (zuid- en westgevel) en ten noordwesten ervan verschillende vleugels en elementen bestaande uit historisch recuperatiemateriaal toegevoegd n.o.v. arch. Léon Smets tussen 1934 en 1938. Heden L-vormig complex, aan kant van steenweg afgesloten met bakstenen omheiningmuur met witstenen elementen (Gobertange) en hardstenen poortomlijstingen naar binnenkoer (classicistisch) en aangelegde tuin (laat-barok).
Oorspronkelijk landhuis van twee bouwlagen onder schildak. Enkel tuingevel nog zichtbaar: bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. symmetrische gevel op hardstenen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. met in centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. en dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster. en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst..
Westelijk uitgebreid met groot L-vormig volume in 1935. Twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met, voorgevel van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en zijgevel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), gevolgd door volume met twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder plat dak. Bakstenen gevels met hardstenen elementen. GetoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. muuropeningen met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., centrale deur met houten waaierWaaiervormige roedeverdeling van een bovenlicht, in houtsnijwerk of in smeedijzer. in neorococoHistoriserende architectuur die zich vanaf ca. 1910 ontwikkelt. Grijpt terug naar de vormentaal van de bouwkunst van het midden van de 18e eeuw. Gekenmerkt door specifieke rococo-ornamenten (onregelmatige schelpvormen, rocailles, enz.) en de voorliefde voor asymmetrische lijnen. binnen hardstenen omlijsting in Lodewijk XV-stijl.
Interieur. Thans verbouwd tot kantoor. In zijn geheel goed bewaard: eiken trap, deuren, lambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, …, parket en marmeren schouwen.

Ten noordwesten van hoofdvolume en loodrecht op steenweg, gebouw, oorspronkelijk bestemd als garage, gebouwd met (barok) recuperatiemateriaal, 1937.
Twee bouwlagen, twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan straatzijde en drie asymmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in zijgevel. Eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van zijgevel als klokgevelGevel waarvan de top klokvormig is.. Gevels in traditioneleBak- en zandsteenstijlHet bakstenen metselwerk wordt gecombineerd met natuurstenen elementen (bv. voor de plint, rond de gevelopeningen, aan de kroonlijst, ...), terwijl in het interieur houten draagconstructies voorkomen. Deze gebouwen bezitten zadeldaken, vaak met trapgevels. (16e-18e eeuw).VakwerkbouwBij vakwerkbouw brengt men leem aan op een houten geraamte van stijl- en regelwerk, versterkt met vitswerk (tot 19e eeuw). bak- en zandsteenstijl met hardstenen elementen, kruisvenstersVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld., sierankers(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief.,... Gerecupereerde rondboogvormigeBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. deuromlijstingen: aan straatzijde classicerende hardstenen omlijsting; op binnenkoer barokke, geringdeVoorzien van een fijne, horizontale band. en geprofileerde omlijsting onder groot cirkelvormig impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster., bolornament, … Linksboven laatste deur Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. met getorsteGedraaid, gewrongen. zandstenen balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Naast toegang hardstenen waterpomp onder getralied vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en rechts barokke koetspoort binnen geringdeVoorzien van een fijne, horizontale band. hardstenen omlijsting (raaminvulling sinds 1989). Gecombineerde leien bedekking met dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. en dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met getrapteGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt..

Tussen voormalige garage en hoofdgebouw, klein aanbouw (1935) in neo-Lodewijk XV-stijl. Eén bouwlaag en drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Schouderboogvensters. Gerecupereerde deuromlijsting met gewelfde tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..
Rechts, in verlengde van hoofdgevel, laat-barokke, hardstenen geringdeVoorzien van een fijne, horizontale band. poortomlijsting, rechts geflankeerd door eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. fontein in hardsteen waarboven haut-reliëf: madonna met kind. Zuidelijke zijde van binnenkoer afgesloten met arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. bestaande uit van vijf bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. op Toscaanse zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. onder speklagen.. ArcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. leidt naar parking en aansluitende aangelegde tuin, gemarkeerd door twee trommelzuilen.

Geheel met oorspronkelijke twintig eeuwse deuren; Overig schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... deels oorspronkelijk; sommige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met glas-in-lood.
Oorspronkelijk landhuis van twee bouwlagen onder schildak. Enkel tuingevel nog zichtbaar: bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. symmetrische gevel op hardstenen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. met in centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. en dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster. en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst..
Westelijk uitgebreid met groot L-vormig volume in 1935. Twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met, voorgevel van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en zijgevel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), gevolgd door volume met twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder plat dak. Bakstenen gevels met hardstenen elementen. GetoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. muuropeningen met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., centrale deur met houten waaierWaaiervormige roedeverdeling van een bovenlicht, in houtsnijwerk of in smeedijzer. in neorococoHistoriserende architectuur die zich vanaf ca. 1910 ontwikkelt. Grijpt terug naar de vormentaal van de bouwkunst van het midden van de 18e eeuw. Gekenmerkt door specifieke rococo-ornamenten (onregelmatige schelpvormen, rocailles, enz.) en de voorliefde voor asymmetrische lijnen. binnen hardstenen omlijsting in Lodewijk XV-stijl.
Interieur. Thans verbouwd tot kantoor. In zijn geheel goed bewaard: eiken trap, deuren, lambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, …, parket en marmeren schouwen.

Ten noordwesten van hoofdvolume en loodrecht op steenweg, gebouw, oorspronkelijk bestemd als garage, gebouwd met (barok) recuperatiemateriaal, 1937.
Twee bouwlagen, twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan straatzijde en drie asymmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in zijgevel. Eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van zijgevel als klokgevelGevel waarvan de top klokvormig is.. Gevels in traditioneleBak- en zandsteenstijlHet bakstenen metselwerk wordt gecombineerd met natuurstenen elementen (bv. voor de plint, rond de gevelopeningen, aan de kroonlijst, ...), terwijl in het interieur houten draagconstructies voorkomen. Deze gebouwen bezitten zadeldaken, vaak met trapgevels. (16e-18e eeuw).VakwerkbouwBij vakwerkbouw brengt men leem aan op een houten geraamte van stijl- en regelwerk, versterkt met vitswerk (tot 19e eeuw). bak- en zandsteenstijl met hardstenen elementen, kruisvenstersVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld., sierankers(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief.,... Gerecupereerde rondboogvormigeBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. deuromlijstingen: aan straatzijde classicerende hardstenen omlijsting; op binnenkoer barokke, geringdeVoorzien van een fijne, horizontale band. en geprofileerde omlijsting onder groot cirkelvormig impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster., bolornament, … Linksboven laatste deur Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. met getorsteGedraaid, gewrongen. zandstenen balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Naast toegang hardstenen waterpomp onder getralied vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en rechts barokke koetspoort binnen geringdeVoorzien van een fijne, horizontale band. hardstenen omlijsting (raaminvulling sinds 1989). Gecombineerde leien bedekking met dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. en dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met getrapteGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt..

Tussen voormalige garage en hoofdgebouw, klein aanbouw (1935) in neo-Lodewijk XV-stijl. Eén bouwlaag en drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Schouderboogvensters. Gerecupereerde deuromlijsting met gewelfde tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..
Rechts, in verlengde van hoofdgevel, laat-barokke, hardstenen geringdeVoorzien van een fijne, horizontale band. poortomlijsting, rechts geflankeerd door eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. fontein in hardsteen waarboven haut-reliëf: madonna met kind. Zuidelijke zijde van binnenkoer afgesloten met arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. bestaande uit van vijf bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. op Toscaanse zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. onder speklagen.. ArcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. leidt naar parking en aansluitende aangelegde tuin, gemarkeerd door twee trommelzuilen.

Geheel met oorspronkelijke twintig eeuwse deuren; Overig schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... deels oorspronkelijk; sommige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met glas-in-lood.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 41559, 41543 (1934), 43317 (1935), 48896 (1937), 49188 (1938), 88595 (1983).