Typologie(ën)

herenhuis
werkplaats (ambachtelijk)

Ontwerper(s)

Jean WOUTERS-JACOBS aannemer1907

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 36010
lees meer

Beschrijving

Herenhuis in eclectische stijl, ontworpen voor aannemer Jean Wouters-Jacobs, 1907.

Opstand van drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Gevel in Euvillesteen met hardstenen elementen. Opschrift op de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. “CARRIÈRES / JOS. RIEZ & GOUSSEZ / SOIGNIES”. Links, inrijpoort onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft., steekboogvormige toegangsdeur; sleutels met mascaronGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker.. Doorlopend balkon, met verwijderde balustradeHekwerk van spijlen of balusters., voor glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met een sleutel met guirlandes. De rechtertravee, in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., doorbreekt de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Op de benedenverdieping, vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee monelenStenen vensterstijl., ook met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. met mascaronGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker.. Trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met balustersVaasvormige spijl van een borstwering., pilastervormige stijlen en een hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. waarvan de friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). is versierd met guirlandes en leeuwenkoppen, onder drieledig dak bekroond door een klein terras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Hoge friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. versierd met trigliefen met schelpmotief. Onderschild met attiekbalustrade. Links, dubbele gemetselde dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met Ionisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. en fronton met decor van guirlandes, leeuwenkop en palmetVersiering in de vorm van een palmblad., onder topstuk. Rechts, analoge uitwerking, maar voor een hoog vierledig dak waarvan de bekroning met metalen vorstkamKamvormige, geajoureerde bekroning in steen of metaal op de nok van een dak. thans is verdwenen. Bewaard schrijnwerk op de benedenverdieping; fraai bewerkte deur en inrijpoort met bovenlicht waarvan in het glas een decor is gegraveerd.
Tussenverdieping oorspronkelijk gebruikt als kantoor, verlicht door het bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. van de inrijpoort.

Achteraan, twee bijgebouwen stammend uit dezelfde periode als de woning: een gebouw haaks op de laan, juist achter het huis, gebruikt als stal en koetshuis, het andere evenwijdig aan de laan, aan de achterzijde van het perceel, gebruikt als schrijnwerkerij. In 1909, toevoeging van een werkplaats en een hangar, het geheel in U-vorm rond een binnenplaats.

Bronnen

Archieven
SAB/OW Laken 1416 (1907), Laken 1418 (1907), Laken 1739 (1909).