Typologie(ën)
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1896
INCONNU - ONBEKEND – 1978
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denk bijvoorbeeld aan het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke landschappen die uit verschillende componenten zijn samengesteld voorkomen.
- Wetenschappelijk De wetenschappelijke waarde wordt vaak erkend in het geval van landschappen (parken, halfnatuurlijke gebieden). Binnen de context van een onroerend goed kan het gaan om de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek. In het geval van archeologische vindplaatsen en overblijfselen wordt de wetenschappelijke waarde erkend in relatie tot het uitzonderlijke karakter van de resten op het gebied van ouderdom (bijvoorbeeld de Romeinse villa in Jette), de uitzonderlijke bewaringsomstandigheden (bijvoorbeeld de site van het vroegere dorp Oudergem) of de uniciteit van de elementen (bijvoorbeeld een volledig bewaard dakspant) en derhalve op dat vlak een uitzonderlijke en prominente wetenschappelijke bijdrage vormen tot de kennis van ons stedelijk en pre-stedelijk verleden.
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - herinneringsplaats van een gemeenschap of van van een sociale groep (bijvoorbeeld de bedevaartskapel op het Kerkplein in Sint-Agatha-Berchem, “de Oude Linde” in Boendael te Elsene); - een plaats met volkssymboliek (bijvoorbeeld het café het “Goudblommeke in papier” in de Cellebroersstraat); - een plaats waar een wijk samenkomt of gestructureerd is (bijvoorbeeld De gebouwen “Fer à Cheval”- in de Floréal tuinwijk); - een goed dat deel uitmaakt van of bestaat uit openbare voorzieningen (scholen, crèches, gemeenschaps- of parochiezalen, sporthallen, stadions, enz.); - goed of ensemble (al dan niet sociale huisvesting) ontworpen om sociale interactie, wederzijdse hulp en buurtcohesie te stimuleren (bijvoorbeeld de woonwijken die na de Tweede Wereldoorlog werden gebouwd in Ganshoren of de wijken die speciaal voor ouderen werden ontworpen); - goed dat deel uitmaakt van een industrieel complex dat een aanzienlijke activiteit heeft gegenereerd in de gemeente waar het zich bevindt of in het Gewest.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Het Sobieskipark, de voormalige koninklijke boomgaard, is een park van 3,27
hectare afgeboord door de Witte-Acacialaan, de Jean Sobieskilaan en een impasse
aan de Clementinasquare. Met zijn buren, de Koloniale Tuin en de Tuinen van de Bloemist, vormt
het park een groene ruimte van bijna negen hectare die eigendom is van de
Koninklijke Schenking en door Leefmilieu Brussel wordt beheerd.
Geschiedenis
Het grootste gedeelte van de site van het
huidige park werd in 1896 door Leopold II gekocht van weduwe Evenepoel. In het bovenste deel, aan de oostkant, liet de
koning een geheel van serresBroeikast. bouwen voor een wijngaard en voor fruitbomen die
hij in potten liet kweken, waaronder sinaasappel-, abrikozen- en perzikbomen. Tijdens recepties konden de genodigden zelf de vruchten
van deze dwergbomen plukken. Het centrale gedeelte van de site was beplant met appelaars en
perelaars, waarvan de meeste vruchten niet eetbaar waren, terwijl zich in het
lagere gedeelte, langs de toekomstige Sobieskilaan, een vijver bevond die rond
1908 werd uitgegraven. Toen het domein in verval raakte, werd het herbestemd
tot een openbare tuin, die in 1978 werd ontworpen en in 1983 werd geopend. Hij
kreeg de naam Elisabethpark maar werd later omgedoopt tot Jean Sobieskipark, naar
de naam van de erlangs lopende laan, om verwarring te vermijden met het Elisabethpark
voor de basiliek van Koekelberg.
Beschrijving
Het park wordt afgeboord door een smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen…
hek en wordt door boomgroepen afgescheiden van de twee belangrijke wegen die de
tuin omsluiten. Aan de bovenzijde van de site, weide afgeboord door opgebonden
fruitbomen en een rododendronperk. In het midden, uitgestrekte maaiweide beplant met hoogstammige
perelaars, aangeplant als herinnering aan de koninklijke boomgaard, van het
hogere gedeelte afgescheiden door een terras met steunmuren in gevierkante
breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van witsteen en afgeboord door gesnoeide haagbeuken. Rond de vijver groeien, onder meer, een
trompetboom, een treurwilg, watercipressen en zwarte elzen. Langs de zuidelijke rand, smal hellend grasveld
met centraal een speelplein en, lager, een kunstwerk van Jacqueline Hock, De kiemen (2003), bestaande uit twee
langwerpige beeldhouwwerken, het ene in lood, het andere in beton, als synthese
van de concepten graan, fruit en ei.
In het zuidoostelijke gedeelte, gebouw uit het
interbellum, gebruikt als koetshuis en kantoor, met één bouwlaag onder plat dak. Bakstenen
gevels versierd met banden uitgewassen beton en met hardsteen. Onderbouw van opstaande bruine bakstenen. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... met roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd..
Bronnen
Archieven
SAB/OW 85753 (1978).
Publicaties en studies
CAPRON, V., Le domaine du Stuyvenverg à Laeken, Brussel, 1995, p. 28.
DEMEY, T., Bruxelles en vert, Badeaux, Brussel, 2003, pp. 79-81.
Tijdschriften
VAN DER ELST, W., “De serres van Stuivenberg en omgeving. Een historische terugblik”, Laca Tijdingen, september 2003, pp. 31-32.
Websites
BRUSSEL LEEFMILIEU-BIM, Sobieski Park (Infofiches-Groene Ruimten).