Typologie(ën)

burgerwoning
architectenwoning

Ontwerper(s)

Albert DE VALERIOLAarchitect1912

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme met pittoresk karakter
Art nouveau

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 35937
lees meer

Beschrijving

Geheel van drie analoge burgerwoningen in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met pittoreskCottagestijl (eind 19e tot midden 20e eeuw): Verwijst naar de Engelse ‘cottage’ en is aldus geinspireerd op landelijke architectuur. Gekenmerkt door het decoratief aanwenden van hout in puntgevels, balkons, loggia’s, enz. Pittoreske vormgeving en volumewerking vaak benadrukt in het dakenspel. karakter en met invloeden uit de art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession., ontworpen door architect Albert de Valeriola in 1912, nr. 61 als persoonlijke woning, nr. 63 voor een familielid. Nr. 61 en 65 werden gelauwerd in de gevelwedstrijd die de gemeente voor de jaren 1911-1912 organiseerde.

OpstandenBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. van twee bouwlagen en drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), op nr. 61 en 63 volgens spiegelbeeldschema. Gevels in oranje, crèmekleurige of gele baksteen met elementen in witsteen en hardsteen. Op nr. 65, accenten in crèmekleurige baksteen. Toegang op de smallere middentravee. Op de benedenverdieping, overdekt terras met houten structuur voor twee van de drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), onder lessenaarsdakDak bestaande uit één hellend dakvlak. bekroond door een trapezoïdaal terras met houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Structuur van de terrassen en de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. versierd met motieven in geometrische art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. of met boogvormige houten elementen. Een van de traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de zijkant wordt bekroond door een trapezoïdale geveltop onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde., versierd met houten vlakken. Houten kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). om ranke consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Klimmende dakkapellenDakkapel met overkapping die in dezelfde richting helt als het dakvlak., op nr. 65 verwijderd. Bewaarde opengewerkteOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. luiken op nr. 61 en 63. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  op nr. 63 bewaard, met bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met gebogen roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd.. Deur en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van de benedenverdieping bewaard op nr. 61 (behalve dat van het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. rechts) en 65.
Op nr. 63 en 65, bewaard traliewerk met panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. van strekmetaal en smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… met art-nouveaumotief.

Binnen, op de benedenverdieping, salon, eetkamer en verandaGrotendeels met glas dichtgezette houten of metalen uitbouw van een huis; leefruimte met voornamelijk palmen en exotische planten. links, ontbijtkamer, trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. en keuken rechts, gelegen rond een centrale gang. Op de verdieping, drie kamers rond kleine vierkante hal.

Bronnen

Archieven
SAB/IP II 684 (1903-1915).
SAB/OW 61: Laken 3657 (1912); 63: Laken 3656 (1912), 85206 (1976); 65: Laken 3658 (1912).