Typologie(ën)
werkplaats (ambachtelijk)
tentoonstellingszaal
appartementsgebouw
tentoonstellingszaal
appartementsgebouw
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1902
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
- Inventaris van het Industrieel Erfgoed (La Fonderie - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Wetenschappelijk Over het algemeen gebruikt om natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden te waarderen in hun botanische kwaliteiten. Binnen de context van een onroerend goed kan het de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek.
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016, 2019
id
Urban : 37270
Beschrijving
Gebouw in eclectische stijl, met toonzaal en
kantoren op de benedenverdieping en woningen op de verdiepingen, vergezeld van
een marmerwerkplaats achterin, 1902.
Het marmerbedrijf bleef tot in de jaren 1980 actief en werd in de jaren 2000 tot woningen verbouwd.
Symmetrische opstand van drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Bakstenen gevel versierd met hardstenen elementen. Vensters op de verdiepingen met moneelStenen vensterstijl., de meeste onder latei en dubbele of drievoudige ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. Decor van diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen..
Op de zijtraveeën, deur geflankeerd door een etalage, onder gemeenschappelijke I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Deur toegevoegd in het midden van de etalages, in 1905 op de etalage links, op latere datum rechts. Aan de lateien zijn de vier metalen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. bevestigd van een balkon met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..
De smallere middentravee, in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., wordt door een puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. bekroond; korfboogvormige inrijpoort met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. onder bolvormig topstuk, timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. versierd met reclamepaneel in mozaïek van marmer: in een bloemendecor, de opschriften “MARBRERIE / fondée en 1868 / G & H – ALLARD FRS”. Kegelvormige schamppalen. Geveltop met rondboogvenster onder archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. met bol, bekroond door een aediculaVersieringsmotief, ontleend aan de klassieke bouwkunst, vormt samenstel van pijlers en een klassieke bekroning. met waaiermotief onder obeliskvormig topstuk. Schrijnwerk vervangen naar oorspronkelijk model; bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling.
Elk van de private deuren leidt naar een woning op de verdiepingen, bestemd voor elk van de gebroeders Allard.
Achteraan, L-vormige marmerwerkplaats. Tegen de linker gemene muur, bakstenen volume van twee bouwlagen en zes traveeën onder lessenaarsdakDak bestaande uit één hellend dakvlak., gebruikt als atelier, met in de afgeschuinde hoek een kantoor met een vloer van veelkleurige marmerscherven. Op de eerste verdieping, die als toonzaal diende, konden 150 schoorstenen worden tentoongesteld. Tegen de achtermuur strekte zich vroeger tot aan de achterzijde van nr. 31 een volume uit bestemd voor de zagerij en de machines; dat volume is grondig verbouwd. Tegen de rechter gemene muur, stalling en koetshuis ontworpen in 1906 maar verwijderd.
Het marmerbedrijf bleef tot in de jaren 1980 actief en werd in de jaren 2000 tot woningen verbouwd.
Symmetrische opstand van drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Bakstenen gevel versierd met hardstenen elementen. Vensters op de verdiepingen met moneelStenen vensterstijl., de meeste onder latei en dubbele of drievoudige ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. Decor van diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen..
Op de zijtraveeën, deur geflankeerd door een etalage, onder gemeenschappelijke I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Deur toegevoegd in het midden van de etalages, in 1905 op de etalage links, op latere datum rechts. Aan de lateien zijn de vier metalen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. bevestigd van een balkon met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..
De smallere middentravee, in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., wordt door een puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. bekroond; korfboogvormige inrijpoort met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. onder bolvormig topstuk, timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. versierd met reclamepaneel in mozaïek van marmer: in een bloemendecor, de opschriften “MARBRERIE / fondée en 1868 / G & H – ALLARD FRS”. Kegelvormige schamppalen. Geveltop met rondboogvenster onder archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. met bol, bekroond door een aediculaVersieringsmotief, ontleend aan de klassieke bouwkunst, vormt samenstel van pijlers en een klassieke bekroning. met waaiermotief onder obeliskvormig topstuk. Schrijnwerk vervangen naar oorspronkelijk model; bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling.
Elk van de private deuren leidt naar een woning op de verdiepingen, bestemd voor elk van de gebroeders Allard.
Achteraan, L-vormige marmerwerkplaats. Tegen de linker gemene muur, bakstenen volume van twee bouwlagen en zes traveeën onder lessenaarsdakDak bestaande uit één hellend dakvlak., gebruikt als atelier, met in de afgeschuinde hoek een kantoor met een vloer van veelkleurige marmerscherven. Op de eerste verdieping, die als toonzaal diende, konden 150 schoorstenen worden tentoongesteld. Tegen de achtermuur strekte zich vroeger tot aan de achterzijde van nr. 31 een volume uit bestemd voor de zagerij en de machines; dat volume is grondig verbouwd. Tegen de rechter gemene muur, stalling en koetshuis ontworpen in 1906 maar verwijderd.
Bronnen
Archieven
GAA/DS 8982 (18.07.1902), 10361 (20.06.1905), 10920 (26.07.1906).
Publicaties en studies
CULOT, M. [red.], Anderlecht 1. Inventaire visuel de l’architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980, fiche 57.