Typologie(ën)

herenhuis
werkplaats (ambachtelijk)

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neogotiek

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016, 2019

id

Urban : 37265
lees meer

Beschrijving

Herenhuis in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met gotischeHistoriserende stijl (vanaf ca. 1860) die teruggrijpt naar de gotische vormentaal met o.m. spitsbogen, verticalisme, puntgevels, erkers, enz. Neotudor inspireert zich op de specifieke vormentaal van de overgangsperiode tussen gotiek en renaissance in Engeland onder de Tudors. invloed, in 1905 ontworpen voor een dokter.

Symmetrische opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. van drie bouwlagen en vier gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Bakstenen gevel versierd met witsteen. Centrale balkons met opengewerkteOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., de tweede met oorspronkelijke bewerkte topstukken. Rijk decor van boogfriezenReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. en maaswerk. Een drielobbigeVoorzien van het aantal lobben dat door het telwoord wordt aangegeven (vb. tweelobbig, drielobbig, …) boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. belijnt de eerste bouwlaag, een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van spitsbootarcaturen de tweede. Op de eerste verdieping, borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en ajourwerkOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. van het balkon versierd met spitsboogramen met drielobbigVoorzien van het aantal lobben dat door het telwoord wordt aangegeven (vb. tweelobbig, drielobbig, …) maaswerk. Op de tweede verdieping, ajourOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. met accoladevormig maaswerk; de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. worden op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. bekroond door een spitsboogvormige  ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. met timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. versierd met drielobbigVoorzien van het aantal lobben dat door het telwoord wordt aangegeven (vb. tweelobbig, drielobbig, …) maaswerk, een motief dat wordt hernomen en verdubbeld op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Hoofdgestel versierd met een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). geritmeerd door vijf zuiltjes en benadrukt door vierkante elementen met driepas die een sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. vormen boven de ontlastingsbogenBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... . Vleugeldeur met briefpanelen en spitsboogvensters met maaswerk; bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met spitsboogvormige  arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. met zuiltjes.
Interieur. Decor met invloed van de Vlaamse Renaissancestijl. De koetsdoorgang leidt naar het centrale trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. via een drieledige vrije muuropening met rondboogarcades met gecanneleerdeParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster. zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. en Korintisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.; beglaasde bovenlichten. Voorkamer met plafond met gestucteModelleerbare, snel hardende massa van gips, kalk en zand; in gepolijste vorm ter vervanging van marmer. balken, de moerbalken op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met mascaronGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker.. Lambrisering met leeuwenkoppen. Tussen de midden- en achterkamer, zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. en gecanneleerdeParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met Korintisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen..

Achteraan, industrieel gebouw van latere datum dat als rubberfabriek dienstdeed tijdens het interbellum.

Bronnen

Archieven
GAA/DS 10119 (03.01.1905).

Tijdschriften
Almanach du Commerce et de l’Industrie, “Van Lint (rue)”, 1930.