














Voormalige Crèche en Goutte de Lait Royales d’Anderlecht, thans kinderdagverblijf Le Bocage
Transvaalstraat 28-30
Typologie(ën)
kinderbewaarplaats
Ontwerper(s)
Louis Ernest S'JONGHERS – architect – 1909
BUREAU D’ÉTUDES EN ARCHITECTURES URBAINES – architectenbureau – 2016-2018
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Neobarok
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016, 2019
id
Urban : 37240
Beschrijving
Kinderdagverblijf in
eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met invloed van de barokstijl, ontworpen door gemeentelijk
architect Ernest S’Jonghers in 1909.
Geschiedenis
Het kinderdagverblijf werd in 1868 in Anderlecht opgericht en La Goutte de Lait, een instelling die melk verdeelde onder moeders die geen borstvoeding konden geven, in 1904. Ze vestigden zich allebei in het nieuwe complex aan de Transvaalstraat dat op 23.12.1912 werd ingehuldigd. De instelling, die zich voor de arbeidersklasse inzette, verstrekte volgende diensten: prenatale consultaties en consultaties voor zuigelingen en voor minnen, voedingswerk voor moeders, babyuitzet, zuigelingenmelkdistributie, kinderopvang, crèche, internaat, infirmerie, kinderoppas voor onder toezicht gestelde kinderen of kinderen bij opvangmoeders, en praktische cursussen zuigelingenzorg. Van 2016 tot 2018 werd het complex volledig gerenoveerd (Bureau d’Etudes en Architectures Urbaines).
Beschrijving
Ligging
De plattegrond van het complex vormt een elleboog die naar het oosten afbuigt, met aan de noordkant een tuin. Het complex bestond oorspronkelijk uit vijf hoofdvolumes, met aan de straatkant een ondiep gebouw van twee bouwlagen onder onder- en bovenschild, gevolgd door een dwarsgelegen volume van drie bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., verlengd door nog een ander volume, oorspronkelijk onder plat dak met daklicht. Langs deze minder brede volumes lopen doorgangen, rechts onder een afdak, links berijdbaar en leidend naar een klein lokaal, eveneens onder daklicht. In de hoek van de elleboog en naar links verschoven, rechthoekig volume van twee bouwlagen, de eerste als onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., onder een zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. evenwijdig aan de straat. Het tweede deel van de elleboog wordt gevormd door twee volumes met dezelfde hoogte, oorspronkelijk eveneens onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.; van het eerste volume is het zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. aan de westelijke kant vervangen door een plat dak, het tweede volume is naar de noordzijde verschoven voor de aanleg van een lager gelegen binnenplaats en een overdekte binnenplaats met sanitaire voorzieningen, ruimten die van dan af bebouwd waren. Loodrecht op laatstgenoemd volume ligt een lange lage vleugel die ca. 1945-1950 is gebouwd, bestemd voor een wasruimte.
Gevels
Aan straatzijde, symmetrische opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Gevel in oranjekleurige baksteen met hardstenen elementen. Vensters met lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. onder een of meer ontlastingsbogenBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast., met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. op de benedenverdieping en kruiskozijn op de verdieping; tussendorpelsStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. met waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. Doorlopende geprofileerde onderdorpels. Borstweringen met ventilatierooster afgedekt met een metalen plaat. Brede middentravee, in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., bekroond door een klokgevelGevel waarvan de top klokvormig is.. Drie blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. en getraliede spleetvormige keldervensters. Drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping, twee op de verdieping. Geveltop met vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster. met volute en een gewelfde stenen bekroning met een schelp, een anker(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief. en een boogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., opengewerkt met een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. waarvan de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. is versierd met een cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. in bas-reliëf met schelpmotief en met het opschrift “CRECHE – KRIBBE”. Bewerkte ankers(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief.. Aan de zijkanten, rondboogvormigeBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. en gekoofdeConvex gebogen lijst. inrijpoorten met hoekkettingenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel. en kegelvormige schamppalen, bekroond door een cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met schelpmotief en respectievelijk de jaartallen “1868” en “1912”. In het onderschild, twee houten dakkappellen onder boogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Kroonlijst op geprofileerde bakstenen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Oorspronkelijke deuren met vleugels met spijkers en een getralied raamVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn., onder een bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met metalen roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. en gehamerd glas, verdeeld door drie zuilvormige stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust.. Raamwerk oorspronkelijk met metalen roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd., thans vervangen. Vlaggenstok in het midden van de verdieping verwijderd.
Dwarsliggend volume met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevels. Achteraan, naar de tuin, zijn de gevels ook (opnieuw) bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen., met muuropeningen (vroeger onder doorlopende I-balk) die zijn laag in de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. en ranker in de bovenste bouwlaag. Het hoekvolume werd vroeger afgeboord door een galerie op een platform van metalen balken en met smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., oorspronkelijk met korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. in art-nouveaustijl. De twee achtervolumes zijn elk voorzien van drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en werden vroeger gekenmerkt door een afgesneden hoek. Oude wasruimte met brede rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder doorlopende I-balkIJzeren latei met I-profiel..
Interieur
Het gebouw aan de straatkant bevatte oorspronkelijk een conciërgewoning op de benedenverdieping en twee lokalen op de verdieping, met achter de midden- en de rechtertravee een vergaderzaal voor het personeel. Nadien werd het vertrek op de benedenverdieping een consultatielokaal. Het dwarsliggende volume bevatte een speelzaal op de benedenverdieping en de directiewoning op de verdieping, verbonden door een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. achteraan, terwijl het volume onder plat dak een vestiaire bevatte. De vertrekken op de benedenverdieping werden nadien omgevormd tot respectievelijk kleedzaal en consultatielokaal met aanpalende melkkeuken. Aan het uiteinde ervan gaf de doorgang rechts oorspronkelijk toegang tot twee overlopen: de overloop aan de linkerkant, aan de tuinzijde, werd verlengd door een gebogen helling (verwijderd) en leidde naar het hoekvolume, dat diende als speelzaal en dan als kinderopvang; de overloop aan de rechterkant lag langs het bureau van de directrice en twee klassen die tot crèchelokaal en slaapzaal werden omgevormd. Ter hoogte van de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. bevatten deze twee volumes respectievelijk de keuken en de refter.
Geschiedenis
Het kinderdagverblijf werd in 1868 in Anderlecht opgericht en La Goutte de Lait, een instelling die melk verdeelde onder moeders die geen borstvoeding konden geven, in 1904. Ze vestigden zich allebei in het nieuwe complex aan de Transvaalstraat dat op 23.12.1912 werd ingehuldigd. De instelling, die zich voor de arbeidersklasse inzette, verstrekte volgende diensten: prenatale consultaties en consultaties voor zuigelingen en voor minnen, voedingswerk voor moeders, babyuitzet, zuigelingenmelkdistributie, kinderopvang, crèche, internaat, infirmerie, kinderoppas voor onder toezicht gestelde kinderen of kinderen bij opvangmoeders, en praktische cursussen zuigelingenzorg. Van 2016 tot 2018 werd het complex volledig gerenoveerd (Bureau d’Etudes en Architectures Urbaines).
Beschrijving
Ligging
De plattegrond van het complex vormt een elleboog die naar het oosten afbuigt, met aan de noordkant een tuin. Het complex bestond oorspronkelijk uit vijf hoofdvolumes, met aan de straatkant een ondiep gebouw van twee bouwlagen onder onder- en bovenschild, gevolgd door een dwarsgelegen volume van drie bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., verlengd door nog een ander volume, oorspronkelijk onder plat dak met daklicht. Langs deze minder brede volumes lopen doorgangen, rechts onder een afdak, links berijdbaar en leidend naar een klein lokaal, eveneens onder daklicht. In de hoek van de elleboog en naar links verschoven, rechthoekig volume van twee bouwlagen, de eerste als onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., onder een zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. evenwijdig aan de straat. Het tweede deel van de elleboog wordt gevormd door twee volumes met dezelfde hoogte, oorspronkelijk eveneens onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.; van het eerste volume is het zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. aan de westelijke kant vervangen door een plat dak, het tweede volume is naar de noordzijde verschoven voor de aanleg van een lager gelegen binnenplaats en een overdekte binnenplaats met sanitaire voorzieningen, ruimten die van dan af bebouwd waren. Loodrecht op laatstgenoemd volume ligt een lange lage vleugel die ca. 1945-1950 is gebouwd, bestemd voor een wasruimte.
Gevels
Aan straatzijde, symmetrische opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Gevel in oranjekleurige baksteen met hardstenen elementen. Vensters met lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. onder een of meer ontlastingsbogenBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast., met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. op de benedenverdieping en kruiskozijn op de verdieping; tussendorpelsStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. met waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. Doorlopende geprofileerde onderdorpels. Borstweringen met ventilatierooster afgedekt met een metalen plaat. Brede middentravee, in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., bekroond door een klokgevelGevel waarvan de top klokvormig is.. Drie blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. en getraliede spleetvormige keldervensters. Drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping, twee op de verdieping. Geveltop met vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster. met volute en een gewelfde stenen bekroning met een schelp, een anker(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief. en een boogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., opengewerkt met een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. waarvan de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. is versierd met een cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. in bas-reliëf met schelpmotief en met het opschrift “CRECHE – KRIBBE”. Bewerkte ankers(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief.. Aan de zijkanten, rondboogvormigeBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. en gekoofdeConvex gebogen lijst. inrijpoorten met hoekkettingenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel. en kegelvormige schamppalen, bekroond door een cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met schelpmotief en respectievelijk de jaartallen “1868” en “1912”. In het onderschild, twee houten dakkappellen onder boogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Kroonlijst op geprofileerde bakstenen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Oorspronkelijke deuren met vleugels met spijkers en een getralied raamVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn., onder een bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met metalen roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. en gehamerd glas, verdeeld door drie zuilvormige stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust.. Raamwerk oorspronkelijk met metalen roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd., thans vervangen. Vlaggenstok in het midden van de verdieping verwijderd.
Dwarsliggend volume met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevels. Achteraan, naar de tuin, zijn de gevels ook (opnieuw) bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen., met muuropeningen (vroeger onder doorlopende I-balk) die zijn laag in de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. en ranker in de bovenste bouwlaag. Het hoekvolume werd vroeger afgeboord door een galerie op een platform van metalen balken en met smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., oorspronkelijk met korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. in art-nouveaustijl. De twee achtervolumes zijn elk voorzien van drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en werden vroeger gekenmerkt door een afgesneden hoek. Oude wasruimte met brede rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder doorlopende I-balkIJzeren latei met I-profiel..
Interieur
Het gebouw aan de straatkant bevatte oorspronkelijk een conciërgewoning op de benedenverdieping en twee lokalen op de verdieping, met achter de midden- en de rechtertravee een vergaderzaal voor het personeel. Nadien werd het vertrek op de benedenverdieping een consultatielokaal. Het dwarsliggende volume bevatte een speelzaal op de benedenverdieping en de directiewoning op de verdieping, verbonden door een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. achteraan, terwijl het volume onder plat dak een vestiaire bevatte. De vertrekken op de benedenverdieping werden nadien omgevormd tot respectievelijk kleedzaal en consultatielokaal met aanpalende melkkeuken. Aan het uiteinde ervan gaf de doorgang rechts oorspronkelijk toegang tot twee overlopen: de overloop aan de linkerkant, aan de tuinzijde, werd verlengd door een gebogen helling (verwijderd) en leidde naar het hoekvolume, dat diende als speelzaal en dan als kinderopvang; de overloop aan de rechterkant lag langs het bureau van de directrice en twee klassen die tot crèchelokaal en slaapzaal werden omgevormd. Ter hoogte van de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. bevatten deze twee volumes respectievelijk de keuken en de refter.
Bronnen
Archieven
GAA/Gemeentelijk eigendom.
Archief van het Erasmushuis.