Typologie(ën)
woning
Ontwerper(s)
A. VANDERHEGGEN – 1876
M. DE VROEDE – architect – 1945
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Modernisme
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016, 2019
id
Urban : 34965
Beschrijving
Zes huizen in neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl die behoren
tot een groep van twintig woningen die in 1876 werd ontworpen door architect Ad. Vanderheggen voor een zekere Allard, van nr. 39 tot nr. 81, met uitzondering van nr. 47-49. Nr. 39 tot 43, 51 tot 59 en 67 tot
77 werden allemaal verbouwd. Nr. 79 kreeg een modernistischeInternationale stijl (vanaf ca. 1920) waarbij het functionele primeert op de vorm. Wordt gekenmerkt door een rationeel grondplan, eenvoudige geometrische vormen, platte daken en het gebruik van moderne materialen zoals gewapend beton. gevel in 1945
(n.o.v. architect M. De Vroede).
Alle huizen hebben hetzelfde grondplan, maar er zijn zes verschillende geveltypen: type 1 voor nr. 51, 53 en 79, 81, type 2 voor nr. 61 tot 65, type 3 voor nr. 43 en 45, type 4 voor nr. 73 tot 77, type 5 voor nr. 67 tot 71 en type 6 voor nr. 39, 41 en 55 tot 59.
Opstanden van drie bouwlagen en twee gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).
Op nr. 45, bakstenen gevel, rijkelijk versierd met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde elementen. Onderbouw met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. Gevel versierd met banden, doorlopend op de omlijstingen van de muuropeningen. Op de benedenverdieping, glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Muuropeningen op de verdiepingen onder lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. met drie sluitstenenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., bekroond door een frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. versierd met een lauwerkrans op de eerste verdieping en een kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op de tweede. Op de eerste verdieping, boogvormige balkons met balustradeHekwerk van spijlen of balusters., op een imposante druiper met leeuwenkop. Oorspronkelijke kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Oorspronkelijke deur met hoog bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. versierd met glas-in-lood.
Op nr. 61, 63 en 65, pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). op de benedenverdieping, en glasdeur met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Muuropeningen op de verdiepingen tussen pilastervormige stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., bekroond door een tweede kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. die op de eerste verdieping een boogvormig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. vormt dat door een bolvormig topstuk wordt onderbroken (bollen enkel bewaard op nr. 61). Op de eerste verdieping, doorlopend balkon met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., op hoekconsoles en centrale druiper met cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd.. Onderbouw op latere datum voorzien van een garagepoort op nr. 63. KroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bewaard, evenals het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op nr. 63 en 65 en de dwarsregelEen dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op. van de deur op nr. 65.
Op nr. 79, benedenverdieping met hardstenen parementGevel- of muurbekleding. en omlijsting met keellijst. Deur onder stenen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. Hoog vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. boven een garagepoort. Verdiepingen bekleed met gele brikettenBaksteenvormige tegel die op het reeds bestaande gevelvlak wordt aangebracht ter imitatie van een bakstenen gevel. en versierd met banden rechtopstaande oranje brikettenBaksteenvormige tegel die op het reeds bestaande gevelvlak wordt aangebracht ter imitatie van een bakstenen gevel.. Vierkante gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. tot aan de boogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Muurdammen in gele keramiek. Doorlopende vensterdorpels in bruine keramiek, op de hoeken belijnd door twee boven kordonlijstenUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels. in hetzelfde materiaal. Schrijnwerk vervangen, behalve dat van het impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak..
Op nr. 81, benedenverdieping versierd met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Op de verdiepingen, glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. met cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. op de eerste verdieping en versierde sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. op de tweede, achter respectievelijk een doorlopend balkon met drie consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en Franse balkons, met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Borstwering op de benedenverdieping verwijderd. Bewaarde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Schrijnwerk vervangen.
Alle huizen hebben hetzelfde grondplan, maar er zijn zes verschillende geveltypen: type 1 voor nr. 51, 53 en 79, 81, type 2 voor nr. 61 tot 65, type 3 voor nr. 43 en 45, type 4 voor nr. 73 tot 77, type 5 voor nr. 67 tot 71 en type 6 voor nr. 39, 41 en 55 tot 59.
Opstanden van drie bouwlagen en twee gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).
Op nr. 45, bakstenen gevel, rijkelijk versierd met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde elementen. Onderbouw met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. Gevel versierd met banden, doorlopend op de omlijstingen van de muuropeningen. Op de benedenverdieping, glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Muuropeningen op de verdiepingen onder lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. met drie sluitstenenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., bekroond door een frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. versierd met een lauwerkrans op de eerste verdieping en een kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op de tweede. Op de eerste verdieping, boogvormige balkons met balustradeHekwerk van spijlen of balusters., op een imposante druiper met leeuwenkop. Oorspronkelijke kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Oorspronkelijke deur met hoog bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. versierd met glas-in-lood.
Op nr. 61, 63 en 65, pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). op de benedenverdieping, en glasdeur met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Muuropeningen op de verdiepingen tussen pilastervormige stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., bekroond door een tweede kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. die op de eerste verdieping een boogvormig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. vormt dat door een bolvormig topstuk wordt onderbroken (bollen enkel bewaard op nr. 61). Op de eerste verdieping, doorlopend balkon met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., op hoekconsoles en centrale druiper met cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd.. Onderbouw op latere datum voorzien van een garagepoort op nr. 63. KroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bewaard, evenals het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op nr. 63 en 65 en de dwarsregelEen dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op. van de deur op nr. 65.
Op nr. 79, benedenverdieping met hardstenen parementGevel- of muurbekleding. en omlijsting met keellijst. Deur onder stenen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. Hoog vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. boven een garagepoort. Verdiepingen bekleed met gele brikettenBaksteenvormige tegel die op het reeds bestaande gevelvlak wordt aangebracht ter imitatie van een bakstenen gevel. en versierd met banden rechtopstaande oranje brikettenBaksteenvormige tegel die op het reeds bestaande gevelvlak wordt aangebracht ter imitatie van een bakstenen gevel.. Vierkante gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. tot aan de boogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Muurdammen in gele keramiek. Doorlopende vensterdorpels in bruine keramiek, op de hoeken belijnd door twee boven kordonlijstenUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels. in hetzelfde materiaal. Schrijnwerk vervangen, behalve dat van het impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak..
Op nr. 81, benedenverdieping versierd met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Op de verdiepingen, glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. met cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. op de eerste verdieping en versierde sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. op de tweede, achter respectievelijk een doorlopend balkon met drie consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en Franse balkons, met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Borstwering op de benedenverdieping verwijderd. Bewaarde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Schrijnwerk vervangen.
Bronnen
Archieven
GAA/DS 1291 (05.10.1876); 79: 31762 (23.01.1945).