Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch

Onderzoek en redactie

2016, 2019

id

Urban : 34955
lees meer

Beschrijving

Herenhuis in neoclassicistische stijl, ontworpen in 1887 voor notaris De Valkeneer.

Symmetrische opstand van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de centrale met de toegang, smaller en in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. Gevel in witsteen en hardsteen. Gekoppelde muuropeningen op de zijtraveeën, op de verdieping achter een balkon met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. met postamenten versierd met diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen. en op drie hoge consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Kroonlijst met centraal een gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. onderbroken door een houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.; bolvormig topstuk verdwenen. Aan weerszijden daarvan, vier dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met pilasters en een boogvormig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met bolvormig topstuk, op latere datum met elkaar verbonden. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .

In 1891 liet de notaris aan de achterzijde van het aanpalende perceel, dat toegankelijk was via de inrijpoort op nr. 13 (zie dit nummer), een gebouw optrekken dat werd gebruikt als stalling, koetshuis, magazijn en kantoor, met koetsierskamer op de verdieping. In 1911 liet hij het verbouwen en aanvullen met nieuwe stallingen.

Bronnen

Archieven
GAA/DS
 3719 (11.06.1887), 35120bis (04.05.1950).