Typologie(ën)

woning
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

Émile BOGAERSarchitect, bouwpromotor / vastgoedontwikkelaar1895

Stijlen

Eclectisme
Neorenaissance

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 9108
lees meer

Beschrijving

Twee verschillende huizen in eclectische stijl n.o.v. arch. Émile Bogaers, 1895.

Samen ontworpen met nr. 386 met sterk gewijzigde benedenverdieping.

Nr. 382. Bakstenen gevel met symmetrische compositie. Op benedenverdieping aanvankelijk centraal uitstalraam tussen twee deuren, maar meermaals gewijzigd en nu met keramiek bekleed (1948). Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. binnen bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. nissen met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in tweede bouwlaag voorzien van gewelfd balkon met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. In derde bouwlaag centraal balkon centraal balkon met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..

Nr. 384. Gevel met neorenaissance-elementen. Twee bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Bakstenen gevel, heden beschilderd; met rusticabanden op benedenverdieping. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen.. Op benedenverdieping muuropeningen met hardstenen posten onder latei met getoogde boogrugBuitenwelfvlak; buitenste kromming van een boog; wanneer deze boog getrapt is, spreekt men van een hanenkam.; deur onder rond impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. Balkon met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op verdiepingen. Merkwaardige dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.. Doorlopende  kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). in PVC.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 382, 384: 97 (1895); 382: 108 (1948); 386: 228 (1895).