Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Albert ROOSENBOOMarchitect1909

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art nouveau
Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 5402
lees meer

Beschrijving

Fraai half-open herenhuis in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. van en voor arch. Albert Roosenboom, 1909.

Twee bouwlagen onder mansarde en zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...): licht gebogen straatgevel van drie identieke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), één hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. met elegante beglaasde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in zijgevel. Gevels in gele baksteen (Veurne) met witstenen elementen (lekdrempels, banden) op hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met rustica. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). op benedenverdieping en door gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. Ionische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op verdiepingen. Getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met rocaillesleutel; getralied op benedenverdieping CartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met rocaille1. Schelp- of rotsachtig, asymetrisch ornament, waaraan rococo haar naam dankt. - 2. Tuinfolies of rotsachtige tuinconstructies. en bladeren op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van verdiepingen. Op hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. binnen afgeschuinde omlijsting, sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. ondersteunt lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker. van ronde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder koepeldakDak waarvan de buitenomtrek die van een koepel is.. Zijgevel met centrale vleugeldeur binnen afgeschuinde omlijsting en onder gewelfd impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met getoogde boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. en œil-de-bœuf op hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw.. Gekleurd glas tussen roeden.

Op eind van binnenkoer bureau voor bedienden van één bouwlaag onder balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met korfboogopeningen.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 68 (1909).

Publicaties en studies
L'Académie en l'Art Nouveau, 50 artistes autour de Victor Horta (tentoonstellingscatalogus), Brussel, 1996, p. 222.
VAN DE KERKHOVE, P., La versatilité, prix de cohérence, contribution à l'étude de l'œuvre d'Albert Roosenboom, Institut Supérieur d'Architecture Saint-Luc, Brussel, 1995, vol. 2, fiche signalétique 52.

Tijdschriften
ROOSENBOOM, A., 'Par horreur du Modern-Style', Le Home, 3-4, 1910, pp. 15-16.