Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

Armand VAN WAESBERGHEarchitect1899

Juridisch statuut

Beschermd sinds 27 november 1997

Stijlen

Art nouveau
Neogotiek

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 5116
lees meer

Beschrijving

Art-nouveauhuis met neogotische elementen, gesigneerd links op sokkel ‘Armand / van Waesberghe', 1899, gebouwd voor zijn zusters.

Drie bouwlagen en twee ongelijke verspringende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van verschillende hoogte. Lichtgekleurde bakstenen gevel met hardstenen elementen en rode bakstenen (Brussel) banden. Muuropeningen op benedenverdieping met massieve hardstenen omlijsting onder originele spitsbogen, onderling verbonden door kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels. met gebogen vorm op muurdamParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag.. Getralied drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. in hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Daarboven tweede drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met centraal glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en groot steekboogvormig bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. Links deur onder latei op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog. en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met een indrukwekkende omlijsting van soepel geprofileerde sleutels ter hoogte van boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden.. Verdiepingen van hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., geflankeerd door twee pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op bewerkte kraagstenen; ter hoogte van hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. allebei bekroond met geometrisch hardstenen sluitstuk; drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met stijlen en versmallende hardstenen lateien; in tweede bouwlaag balkon op hoge bewerkte consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. in derde bouwlaag vroeger met sgraffitopaneel; hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van rechtopstaand metselwerk en geknikte kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. lager dan hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel.; op verdiepingen twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., dat in derde bouwlaag vroeger met sgraffitopaneel op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; bovenaan verbonden met rechte kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Smeedwerk met arabeskenOrnament met slingerende grondlijn, bekleed met bladeren, bloemen, vruchten, gedeelten van mensen- of dierenbeelden in grillige vormen, maar op sierlijke wijze geschikt en aaneengestrengeld.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  deels vervangen.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 1625 (1899).

Publicaties en studies
BORSI, F., WIESER, H., Bruxelles capitale de l'Art Nouveau, trad. fr. J.-M. Van der Meerschen, Mark Vokaer éd., Brussel, 1992 (Collection Europe 1900).
DEMETER, S., GOOSSENS, O., JACQMIN, Y., et al., Architectuur in Sint-Gillis, Dienst Monumenten en landschappen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 1999, p. 36
Gevrijwaarde monumenten en landschappen, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Mardaga, 1999, p. 119.