Typologie(ën)

rustoord/tehuis

Ontwerper(s)

Isia ISGOURarchitect1958-1965

INCONNU - ONBEKEND1899

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neogotiek
Neorenaissance

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 4515
lees meer

Beschrijving

Groot bejaardentehuiscomplex met twee vleugels.

Het oudste deel, nu op nr. 35a, is in 1899 gebouwd als een neorenaissanceArchitectuurstijl (ca. 1860-1914) die zich inspireert op de renaissance, een kunststroming ontstaan in het Italië van de 15e eeuw en die er o.m. op gericht was de bouwkunst van de Grieks-Romeinse oudheid te doen herleven. kasteeltje. Het gebouw is inmiddels sterk gewijzigd, o.m. door toevoeging van twee bouwlagen in 1958 en 1965 (arch. Isia Isgour i.s.m. arch. François Bogaert). Het interieur omvat een ziekenhuis en een synagoge met glas-in-loodramen van Sylvie Féron-Baucher.

De rechter vleugel, eveneens n.o.v. arch. Isgour en Bogaert, wordt in 1959 gebouwd en vervangt een neogotisch geïnspireerde omheiningsmuur met portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). (1899) en twee woningen in eclectische stijl met polychroom parementGangbaar geveltype in België tussen 1890 en 1914, gekenmerkt door een speelse verwerking van kleurrijke materialen en tal van ornamenten; vaak gevels met een asymmetrische compositie., namelijk nr. 31 (1897) en 33 (arch. Ernest Blerot, 1896).
Typische gevel in Expo ‘58-stijl. Gevel van vijf bouwlagen bekleed met witsteen. Verdiepingen met zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Volledig opengewerkte centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).Verlicht trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.. Licht terugwijkende benedenverdieping met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.: in het midden garagepoort; links portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). onder luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak., asymmetrisch geflankeerd door drie kleine gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en drie vierkante venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; rechts vijf rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Bewaard aluminium schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .

Interieur: op benedenverdieping lage vleugel met salons en grote eetzaal; laatst genoemde via grote doorgeefkast in verbinding met aanr.echtkeuken. Hellende plafonds, lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … in kostbare houtsoorten, parket in teak. Uitgestrekt park met bomen.

Bronnen

Publicaties en studies
DRIESSEN, S., Isia Isgour, architectuur, Culturele Centra Houthalen-Helchteren, 1999, pp. 34-35.

Tijdschriften
'Home pour vieillards “Heureux Séjour”, arch. I. Isgour', Architecture 62, 48, 1962, pp. 299-302.