Voormalige Union Coloniale Belge [Belgische Koloniale Unie]
de Stassartstraat 34
Herdersstraat 13-15
Typologie(ën)
kantoorgebouw
cinema/bioscoop
spektakelzaal
feestzaal
cinema/bioscoop
spektakelzaal
feestzaal
Ontwerper(s)
Georges DEWEZ – architect – 1952
Léon SNEYERS – architect – 1912
DE PRAETERE – architect – 1912
INCONNU - ONBEKEND – 1948
Juridisch statuut
Afgebroken en/of verbouwd in
Stijlen
naoorlogs modernisme
Inventaris(sen)
- Inventaris van koloniale sporen (DPC-DCE 2024-2025)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
Onderzoek en redactie
2024
id
Urban : 41794
Beschrijving
Modernistisch
gebouw in de de Stassartstraat naar een ontwerp van architect Georges Dewez,
1952. Resultaat van meerdere aanpassingen (1912, 1948 en 1952) van een
herenhuis uit 1901.
Historiek
De voormalige Union Coloniale Belge of Belgische Koloniale Unie, gelegen op een doorlopend perceel, is in meerdere fasen gebouwd. In 1901 werd een eclectisch herenhuis gebouwd in de de Stassartstraat, met bijgebouwen bereikbaar via de Herdersstraat. In 1912 werd het herenhuis gekocht door de Union Coloniale Belge, die een grote uitbreiding liet bouwen in plaats van de tuin, waardoor bijna het hele perceel tussen de de Stassartstraat en de Herdersstraat werd bebouwd (architecten De Praetere en Léon Sneyers).
De Union Coloniale Belge werd opgericht in 1912 door generaal Albert Thys en verenigde bestaande kolonistenkringen en nieuwe verenigingen. De oprichting werd gefinancierd door koning Albert I (persoonlijke subsidie), koloniale handels- en financiële maatschappijen (zoals de Société Générale de Belgique, het Comité Spécial du Katanga, de Compagnie Maritime Belge, de CCCI en de Union Minière du Haut Katanga) en door een officiële bijdrage van de toenmalige regering. De doelen van deze Koloniale Unie waren: propaganda voor de koloniale actie, het organiseren van conferenties, het oprichten van een informatiebureau, het samenstellen van een Afrikaanse bibliotheek en het geven van koloniale voorbereidende cursussen. De Unie bood ook onderdak aan de activiteiten van verschillende koloniale kringen. De redacties van de belangrijkste koloniale tijdschriften vestigden er ook hun kantoren. Activiteiten zonder directe band met de kolonie werden eveneens georganiseerd in de gebouwen van de Koloniale Unie; zo vonden er in de grote zaal concerten plaats tijdens het interbellum. De ruimtes huisvestten ook Radio Bruxelles en later Radio Belgique: vanuit dit gebouw lanceerde Théo Fleischman het eerste gesproken nieuwsbulletin in 1926 (zoals vermeld op een nog steeds zichtbaar plakkaat op de gevel van het gebouw). Hoewel deze activiteit op het eerste gezicht geen verband lijkt te hebben met koloniale zaken, was ze dat wel, en weerspiegelde ze het belang van radio voor koloniale propaganda. Dit particuliere station had het monopolie op nationale uitzendingen. In 1930 werd de radio genationaliseerd en werd het NIR opgericht. De radio verliet toen de de Stassartstraat.
De uitbreiding van het herenhuis in de de Stassartstraat nr. 34 in 1912 omvatte een zeer grote conferentiezaal (met een capaciteit van bijna 800 personen en mogelijkheid tot filmprojectie), twee kleinere auditoria, een bibliotheek en een museum. De ruimtes van het oorspronkelijke herenhuis werden toen gebruikt als kantoor voor de koloniale kringen en de secretaris-generaal, majoor René Dubreucq.
In 1948 werd het volume in de Herdersstraat aanzienlijk vergroot. Er werd een grote banketzaal ingericht met plaats voor 200 gasten. Ook aan het volume van 1912 werden aanpassingen gedaan, met name in de decoratie van de grote conferentiezaal.
In 1952 werd het oorspronkelijke herenhuis in de de Stassart gesloopt, een nieuw gebouw werd opgericht en de hal voor de conferentiezaal werd aangepast (architect Georges Dewez). Het nieuwe gebouw omvatte kantoren (de Koloniale Revue, de Vereniging van Belgische Koloniale Belangen), een grote raadzaal voor de SARUC (Société auxiliaire de la Royale Union Coloniale) en grote ruimtes bestemd voor de Afrikaanse Kring (waaronder een erezaal in de rotonde en een grote ontvangstruimte met bar).
Na de onafhankelijkheid van Congo (1960) en Rwanda-Urundi (1962) werd de Koloniale Unie geleidelijk een federatie van verenigingen van oud-Congolezen. Haar activiteiten namen af, maar de lokalen huisvestten nog tot 1985 de kantoren van voormalige koloniale bedrijven. In 1985 werd het gebouw overgedragen aan de staat en toegewezen aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel om er de theaterafdeling in onder te brengen. Momenteel wacht het gebouw op een verbouwing tot hotel.
Beschrijving
De gevel in de de Stassartstraat telt vijf bouwlagen, de hoogste terugwijkend, bekleed met hardstenen platen. Centrale, brede erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met bandramen in eerste en tweede bouwlaag. Bewaarde houten schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... . Plakkaat ter herinnering aan het eerste gesproken nieuwsbulletin van Théo Fleischman, rechts op benedenverdieping.
Interieur
In de inkomhal, daterend uit 1952, op het plafond een gemouleerde vijfpuntige ster, symbool van Congo. De trapleuningen uit 1948 zijn ook versierd met dito sterren. De grote conferentiezaal heeft zijn oorspronkelijke volumes uit 1912 behouden, maar de decoratie dateert waarschijnlijk grotendeels uit 1948 (houten lambrisering, koperen radiatorkappen met geometrische motieven, twee marmeren medaillons met de profielen van generaal Thys en majoor Dubreucq, balustrade van het balkon identiek aan die van de trappen). De deuren waren voorzien van deurknoppen in de vorm van Afrikaanse maskers. Deze zijn verwijderd, maar bewaard gebleven. Boven de grote zaal, grote lege plateaus die van 1912 tot 1950 een museum en een bibliotheek huisvestten. Achter de grote zaal, richting Herdersstraat, een banketzaal (daterend uit 1948) op twee niveaus, met een galerij en een bar: muren en pilarenVrijstaande ondersteuning van een boog of hoofdgestel in de vorm van een ronde, vierkante of polygonale pijler. grotendeels bekleed met hout. Op de eerste verdieping van het gebouw aan de de Stassartstraat, daterend uit 1952, is de bar van de Koninklijke Afrikaanse Kring behouden, evenals de ster die het plafond van de erezaal siert. Op de tweede verdieping, waar de raadzaal was, is een marmeren schoorsteenmantel versierd met twee sterren. Op de bovenste verdieping, een koperen medaillonRonde of ovale cartouche. (beeldhouwer Arthur Dupagne) op een marmeren plaat ter herinnering aan Louis de Lannoy, secretaris van de Koninklijke Koloniale Unie van België.
Historiek
De voormalige Union Coloniale Belge of Belgische Koloniale Unie, gelegen op een doorlopend perceel, is in meerdere fasen gebouwd. In 1901 werd een eclectisch herenhuis gebouwd in de de Stassartstraat, met bijgebouwen bereikbaar via de Herdersstraat. In 1912 werd het herenhuis gekocht door de Union Coloniale Belge, die een grote uitbreiding liet bouwen in plaats van de tuin, waardoor bijna het hele perceel tussen de de Stassartstraat en de Herdersstraat werd bebouwd (architecten De Praetere en Léon Sneyers).
De Union Coloniale Belge werd opgericht in 1912 door generaal Albert Thys en verenigde bestaande kolonistenkringen en nieuwe verenigingen. De oprichting werd gefinancierd door koning Albert I (persoonlijke subsidie), koloniale handels- en financiële maatschappijen (zoals de Société Générale de Belgique, het Comité Spécial du Katanga, de Compagnie Maritime Belge, de CCCI en de Union Minière du Haut Katanga) en door een officiële bijdrage van de toenmalige regering. De doelen van deze Koloniale Unie waren: propaganda voor de koloniale actie, het organiseren van conferenties, het oprichten van een informatiebureau, het samenstellen van een Afrikaanse bibliotheek en het geven van koloniale voorbereidende cursussen. De Unie bood ook onderdak aan de activiteiten van verschillende koloniale kringen. De redacties van de belangrijkste koloniale tijdschriften vestigden er ook hun kantoren. Activiteiten zonder directe band met de kolonie werden eveneens georganiseerd in de gebouwen van de Koloniale Unie; zo vonden er in de grote zaal concerten plaats tijdens het interbellum. De ruimtes huisvestten ook Radio Bruxelles en later Radio Belgique: vanuit dit gebouw lanceerde Théo Fleischman het eerste gesproken nieuwsbulletin in 1926 (zoals vermeld op een nog steeds zichtbaar plakkaat op de gevel van het gebouw). Hoewel deze activiteit op het eerste gezicht geen verband lijkt te hebben met koloniale zaken, was ze dat wel, en weerspiegelde ze het belang van radio voor koloniale propaganda. Dit particuliere station had het monopolie op nationale uitzendingen. In 1930 werd de radio genationaliseerd en werd het NIR opgericht. De radio verliet toen de de Stassartstraat.
De uitbreiding van het herenhuis in de de Stassartstraat nr. 34 in 1912 omvatte een zeer grote conferentiezaal (met een capaciteit van bijna 800 personen en mogelijkheid tot filmprojectie), twee kleinere auditoria, een bibliotheek en een museum. De ruimtes van het oorspronkelijke herenhuis werden toen gebruikt als kantoor voor de koloniale kringen en de secretaris-generaal, majoor René Dubreucq.
In 1948 werd het volume in de Herdersstraat aanzienlijk vergroot. Er werd een grote banketzaal ingericht met plaats voor 200 gasten. Ook aan het volume van 1912 werden aanpassingen gedaan, met name in de decoratie van de grote conferentiezaal.
In 1952 werd het oorspronkelijke herenhuis in de de Stassart gesloopt, een nieuw gebouw werd opgericht en de hal voor de conferentiezaal werd aangepast (architect Georges Dewez). Het nieuwe gebouw omvatte kantoren (de Koloniale Revue, de Vereniging van Belgische Koloniale Belangen), een grote raadzaal voor de SARUC (Société auxiliaire de la Royale Union Coloniale) en grote ruimtes bestemd voor de Afrikaanse Kring (waaronder een erezaal in de rotonde en een grote ontvangstruimte met bar).
Na de onafhankelijkheid van Congo (1960) en Rwanda-Urundi (1962) werd de Koloniale Unie geleidelijk een federatie van verenigingen van oud-Congolezen. Haar activiteiten namen af, maar de lokalen huisvestten nog tot 1985 de kantoren van voormalige koloniale bedrijven. In 1985 werd het gebouw overgedragen aan de staat en toegewezen aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel om er de theaterafdeling in onder te brengen. Momenteel wacht het gebouw op een verbouwing tot hotel.
Beschrijving
De gevel in de de Stassartstraat telt vijf bouwlagen, de hoogste terugwijkend, bekleed met hardstenen platen. Centrale, brede erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met bandramen in eerste en tweede bouwlaag. Bewaarde houten schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... . Plakkaat ter herinnering aan het eerste gesproken nieuwsbulletin van Théo Fleischman, rechts op benedenverdieping.
Interieur
In de inkomhal, daterend uit 1952, op het plafond een gemouleerde vijfpuntige ster, symbool van Congo. De trapleuningen uit 1948 zijn ook versierd met dito sterren. De grote conferentiezaal heeft zijn oorspronkelijke volumes uit 1912 behouden, maar de decoratie dateert waarschijnlijk grotendeels uit 1948 (houten lambrisering, koperen radiatorkappen met geometrische motieven, twee marmeren medaillons met de profielen van generaal Thys en majoor Dubreucq, balustrade van het balkon identiek aan die van de trappen). De deuren waren voorzien van deurknoppen in de vorm van Afrikaanse maskers. Deze zijn verwijderd, maar bewaard gebleven. Boven de grote zaal, grote lege plateaus die van 1912 tot 1950 een museum en een bibliotheek huisvestten. Achter de grote zaal, richting Herdersstraat, een banketzaal (daterend uit 1948) op twee niveaus, met een galerij en een bar: muren en pilarenVrijstaande ondersteuning van een boog of hoofdgestel in de vorm van een ronde, vierkante of polygonale pijler. grotendeels bekleed met hout. Op de eerste verdieping van het gebouw aan de de Stassartstraat, daterend uit 1952, is de bar van de Koninklijke Afrikaanse Kring behouden, evenals de ster die het plafond van de erezaal siert. Op de tweede verdieping, waar de raadzaal was, is een marmeren schoorsteenmantel versierd met twee sterren. Op de bovenste verdieping, een koperen medaillonRonde of ovale cartouche. (beeldhouwer Arthur Dupagne) op een marmeren plaat ter herinnering aan Louis de Lannoy, secretaris van de Koninklijke Koloniale Unie van België.
Bronnen
Archieven
GAE/DS 95-34 (1912, 1931, 1952, 1968); 36-13 (1948).
Publicaties en studies
M’BOKOLO, E., TRUDDAÏU, J. (éd.), Notre Congo. Onze Kongo. La propagande coloniale belge dévoilée, Brussel, Coopération Éducation Culture, 2018, pp.122-127.